Bullshit!
Bij beleid maken moeten we naast feiten altijd veronderstellingen en aannames gebruiken om de werkelijkheid kenbaar en veranderbaar te maken
In 1986 verscheen het essay ‘On Bullshit’ van de Amerikaanse filosoof Harry Frankfurt. Hij schrijft dat het in de politiek en in de reclame vooral gaat om het bereiken van doelen en niet om het melden van ware feiten. Hij maakt een onderscheid tussen bullshit en liegen. Wie bullshit praat doet beweringen zonder zich druk te maken over de feiten. Sommige beweringen zouden zelfs kunnen kloppen. Volgens Frankfurt is bullshit een grotere bedreiging voor de waarheid dan de leugen. Een leugen kun je met feiten ontkrachten, bullshit trekt zich weinig van feiten aan.
Vandaag de dag hebben we dankzij de informatietechnologie volumes aan bullshit bereikt die een kleine 40 jaar geleden ondenkbaar waren. Iedereen met een smartphone kan elk moment bladeren door alle informatie die online beschikbaar is. Mensen interpreteren gegevens met hun eigen doelen en kennisniveau, ongeacht waar, wanneer, hoe of waarom de informatie tot stand is gekomen. We hebben de neiging om te geloven dat waar is wat online staat, door veel mensen wordt geloofd en onze mening ondersteunt.
Maar het aantal clicks op een item zegt niets over het waarheidsgehalte. Net zoals in het openbaar bestuur het aantal stemmen op een voorstel een uitspraak doet over draagvlak en legitimatie, maar niet of het waar of onwaar is. Irak had geen massavernietigingswapens, ook al zeiden Westerse leiders van wel. En ‘high trust, high penalty’ is geen goed principe om misbruik van toeslagen tegen te gaan, ook al heeft de Tweede Kamer in overgrote meerderheid dit principe omarmd bij de uitvoering van de kinderopvangtoeslag.
Zeker de meer technocratische bestuurders doen graag een beroep op ‘de feiten’ om de vermeende onvermijdelijkheid van hun keuzes te rechtvaardigen. Maar selectief en opportunistisch gebruiken van ‘feiten’ voor de eigen politieke doelen ondermijnt bij het bredere publiek het vertrouwen in wat waar is. Als mensen bullshit ervaren, is het een kleine stap om te concluderen dat ‘feiten ook maar een mening zijn’.
Feiten zijn vaak niet het beste middel om een overtuigend verhaal te vertellen. Feiten zijn willekeurig. In de chaos die de werkelijkheid nu eenmaal is, vormen feiten geen samenhang en daarmee geen mooi verhaal. Bij het vormgeven van beleid moeten we naast feiten altijd veronderstellingen en aannames gebruiken om de werkelijkheid enigszins kenbaar en veranderbaar te maken. Koopkrachtplaatjes zijn een berucht voorbeeld: Jan Modaal bestaat alleen maar in de statistiek. Bullshit ligt altijd op de loer. De bottom line is dat we geen waarheden claimen die er niet zijn en transparant zijn in onze afwegingen en onderbouwing. Voor een goed politiek-ambtelijk samenspel is het belangrijk dat beide partijen voortdurend reflecteren op hun verhouding tot bullshit: politici vanuit de vraag hoe ver ze willen gaan met het vertellen van een overtuigend verhaal en ambtenaren vanuit de vraag waar grenzen liggen aan wat met feiten kan worden onderbouwd.
Gezien de grote hoeveelheid bullshit die dagelijks wordt verkocht, had Frankfurt meer publieke verontwaardiging verwacht. Maar het blijkt dat ontmaskerde leugenaars de meeste ophef veroorzaken en niet de verkondigers van bullshit. Sprekers van bullshit hebben alle vrijheid om hun verhaal zo lekker te maken als ze maar willen. Wie de beste verhalen weet te vertellen, heeft de meeste toehoorders. Iedere liefhebber van een goed verhaal is een prooi voor misleiding en populisme. Aan bullshit zit altijd een luchtje.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.