Exit sociaal-democratie
Kiezers zijn net mensen. Ze houden niet van ruzie. Wel van een grote bek, en zeker als de heer Wilders die opzet. Maar niet van partijgangers die elkaar publiekelijk de mantel uitvegen annex over de kling jagen.
Wanneer Wouter Bos in het openbaar achter zijn eigen Europese lijsttrekker wegloopt, denken ze niet, klopt, die jongen verdient niet beter. Dan denken ze: wat een rotpartij is het toch als die geleid wordt door een leider die zijn handen in onschuld wast na een ongelofelijk pak verkiezingsslaag.
De sociaal-democratie tobt met twee bijna onoverkomelijke problemen. Het eerste is dat hun politieke aanvoerder zich omringd heeft met de grauwste middelmaat, uit angst waarschijnlijk dat sterke tegenspelers hem in de weg lopen. Van bleekneuzen als mevrouw Hamer, mevrouw Ploumen, mevrouw Dijksma en vele heren partijbaronnen heeft hij hooguit een teveel aan wierookgeur te duchten.
Het tweede probleem is nog veel ernstiger. In Nederland en in vele andere landen van Europa heeft de sociaal-democratie de binding met een betrouwbare aanhang verloren. Ooit was ook de PvdA de natuurlijke keuze van de man en de vrouw met een kleine beurs. Via vakbonden, dagbladen, florerende partijafdelingen en als het moest een massale demonstratie voelden de minder bedeelden zich beschermd en vertegenwoordigd.
Die binding is anno 2009 vrijwel volkomen verdwenen. De partij bestaat nu uit meer (Job Cohen) of minder (tal van anderen) getalenteerde bestuurders die zich opgesloten hebben in hun eigen belevingswereld, grondig losgezongen van de mensen voor wie ze geacht worden op te komen.
Na het Europese echec kon je vanuit de partij de koekoek eenzang vernemen dat de sociaal-democratische boodschap ‘te genuanceerd’ was. Voor Europa, maar wel voor een ander Europa. Wat voor een Europa, dat werd daar nooit bij verteld. Ja, een sterk en een sociaal Europa. Maar dat liedje heeft sedert de dagen van Kok veel van zijn glans verloren.
Ondertussen brult de ene partijtijger zo hard als hij kan tegen de andere. Bos tegen Berman. Pronk tegen Bos. Rick van der Ploeg tegen Bos. Klaas de Vries tegen de campagne. Staf Depla tegen de campagne. Plasterk tegen de Volendammers die en masse op Wilders stemden. De fractie tegen de fractievoorzitter. ‘Zoals Hamer op verkiezingsavond tegenover Wilders zat’, schamperen haar collega’s. ‘Bang in haar stoel en zonder weerwoord’. Ze hakken elkaar de kop af, in de Partij van de Soldariteit.
Tot nu toe heb ik vanuit de sociaal-democratie niemand gehoord die met zoveel woorden zegt waar het op neerkomt. Dat er vanuit de Partij verschrikkelijk hard gewerkt moet worden om het contact met de natuurlijke aanhang te herstellen. Om te overleven moet het partijkader de straat op, de moeilijke buurten in, deur aan deur als het ware goedmaken wat er in lange jaren van verwaarlozing mis ging. Dat gaat niet gebeuren. De partij is te zeer een bestuurderspartij geworden om te mogen hopen dat het bekeringswerk ook echt gaat plaatsvinden.
Binnen drie weken moet nu een commissie (Problemen? Benoem een commissie) onder leiding van mevrouw Dijksma de partij gaan vertellen waarom het zo verschrikkelijk mis is gegaan. Ik durf te voorspellen dat het een evenwichtig rapport zal opleveren waarin de schuld eerlijk over iedereen verdeeld wordt, waar het partijkader tevreden over kan zijn en waar de kiezers geen oren naar hebben.
In Nederland en in tal van andere landen binnen Europa beleven we het einde van de sociaal-democratie als relevante politieke factor. Charismatische linkse leiders die heel precies zeggen wat ze heel precies denken, zijn er nauwelijks meer. Hun volgelingen van ooit hebben het gevoel dat ze in de steek gelaten zijn en vluchten naar de waanzin van de man die tientallen miljoenen moslims uit Europa wil verwijderen. Exit de sociaal-democratie.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.