Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

Gouden bergen bestaan niet

Essay. Veel wethouders sneuvelen voortijdig. Door het temperen van de verwachtingen kan dat aantal hopelijk dalen.

Gouden berg
Pixabay

Colleges of individuele wethouders halen steeds vaker de eindstreep niet. Voorzitter Marcelle Hendrickx en directeur Jeroen van Gool van de Wethoudersvereniging vrezen dat dat de komende vier jaar nog vaker gaat gebeuren. Tenzij er een aantal dingen verandert, zoals met name het temperen van de verwachtingen. ‘Zet in op haalbaarheid.’

Beleidsadviseur Mobiliteit Kust

Gemeente Den Haag
Beleidsadviseur Mobiliteit Kust

(Senior) Jurist

Gemeente 's-Hertogenbosch
(Senior) Jurist

Wat ons terugkijkend op de huidige collegeperiode vooral opvalt, is dat veel plannen in coalitieakkoorden niet haalbaar bleken. In 2018 zijn veel colleges met goede moed begonnen aan een nieuwe periode. De komst van het sociaal domein hadden zij vers achter zich en alle idealen om nieuwe ambities waar te maken lagen voor zich. Een periode van gouden bergen.

Er zijn de afgelopen vier jaar behoorlijk wat wethouders die hebben moeten constateren dat de ambities op papier hoger bleken dan in de praktijk te realiseren viel. Hier zijn verschillende redenen voor te benoemen. Er was niet voldoende geld of de mensen waren niet te vinden om plannen uit te voeren. Wij constateren ook dat rede lijk snel na de start van deze periode veel gemeenten te maken kregen met de eerste groeistuipen van de jonge loot aan de gemeentestam; de jeugdzorg.

Halverwege de bestuursperiode kwam daar ook nog eens een pandemie bij die alles in de greep hield en alle plannen en veel idealen overhoop gooide. Bijeenkomsten konden niet doorgaan, economische plannen vielen in duigen, investeringen gingen niet door, inwoners kwamen thuis te zitten, het beroep op bijstand steeg. Veel onvoorzien en het meeste niet overeenkomstig de voorgenomen ambities.

Ambitie

Waarom wij hier nu over beginnen? Omdat colleges of individuele wethouders steeds vaker de eindstreep niet halen. En dit heeft vaak te maken met het niet kunnen waarmaken van de gemaakte plannen. En als wij dan nu vooruitkijken, maken wij ons hier voor de komende periode zorgen over. De onzekerheid voor gemeenten is steeds groter geworden en die blijft groeien. Daarom durven wij te stellen dat er steeds meer colleges de eindstreep niet zullen halen, tenzij er een aantal dingen verandert. In ieder geval drie dingen om precies te zijn.

‘In campagnes worden torenhoge verwachtingen gewekt’

Allereerst; koester je idealen, maar temper de verwachtingen en zet in op haalbaarheid. Ten tweede; blijf inzetten op reële ondersteuning vanuit het rijk, we kunnen dit niet alleen. Tot slot; blijf met energie en optimisme je beste beentje voor zetten. Wij zien dat in lokale campagnes torenhoge verwachtingen worden gewekt. Dat is mooi. Er klinkt ambitie in door. Partijen willen het beter, mooier en snelle regelen voor de samenleving. In deze campagneweken gaan politieke partijen de straat op. In de krant en op tv etaleren ze de prachtige plannen die zij hebben, om terecht ook de gunst van de kiezer te krijgen.

Die plannen reiken vaak tot in de hemel, bij de ene partij nog mooier dan bij de ander. Of partijen vinden dat het roer volledig om moet, ten opzichte van wat er de afgelopen jaren is neergezet. Allemaal logisch, want in verkiezingstijd zet je je beste beentje voor en heb jij de beste oplossing voor alle problemen.

Afrekenen

Maar… na de verkiezingen blijkt dat er een coalitie moet worden gesmeed. Van de gemaakte beloften moet chocolade worden gemaakt. Na 16 maart komt het er echt op aan, want wat je in de verkiezingstijd hebt beloofd, wil je ook waarmaken. Als we de vergelijking met 2018 maken, dan blijkt de praktijk weerbarstig. Immers, er worden gouden bergen beloofd waarvan een deel ofwel de onderhandelingstafel niet verlaat, ofwel niet uitvoerbaar blijkt in de vier jaar die na de verkiezingen komen. Als er dan een coalitieakkoord ligt; wie moet de gouden bergen dan gaan waarmaken? Precies, de wethouder. Wethouders worden gedurende en aan het eind van die vier jaar afgerekend op dat wat zij wel of juist niet bereikten namens hun partij en vanuit de beloften in het coalitieakkoord.

Maar wat als die beloften niet haalbaar of uitvoerbaar blijken? Vanwege geldgebrek, een gebrek aan mensen om de plannen uit te voeren óf omdat er wetten en regels zijn die maken dat de plannen helemaal niet mogen. Dan raakt de kiezer het vertrouwen in ‘de politiek’ kwijt, want ‘ze beloven maar en maken niets waar’. Een sentiment onder kiezers waar eigenlijk niemand bij gebaat is. De verkiezingstijd blijkt zo het voorstadium voor teleurstelling bij kiezers. Dit komt voor een deel door een typisch geval van overpromise, underdeliver… En zo ziet de kiezer het vaak ook. Hierdoor ontstaat een deuk in de betrouwbaarheid van de overheid en het vertrouwen in de politiek. Maar voor minstens zo’n groot deel zijn ambities niet waar te maken door onvoorziene omstandigheden. Dat ziet de kiezer alleen veel minder.

Omgevingswet

Wij willen het niet somber schetsen, maar wel reflecteren op wat wij zien. Vanuit de Wethoudersvereniging valt dit patroon ons de laatste jaren steeds vaker op. Juist omdat de gemeentelijke schatkist steeds minder goed is gevuld en steeds meer beloften daardoor onhaalbaar blijken. En als de financiën wel zijn geregeld, is dat ook nog geen garantie. Want in de huidige arbeidsmarkt krijgen gemeenten allerlei functies niet meer vervuld: de handen om werk uit te voeren ontbreken simpelweg. Als partijen straks de onderhandelingen in gaan, komt er nog een extra moeilijkheid bij, namelijk de onzekerheid over gemeentefonds en de financiën in het sociaal domein. Gemeenten hebben daarin een enorm grote afhankelijkheid van het rijk.

‘De handen om werk uit te voeren ontbreken simpelweg’

De huidige regering wil orde op zaken stellen, maar hoe dit eruit komt te zien zal nog jaren duren. Jaren waarin wethouders het desondanks moeten waarmaken en hun nek moeten uitsteken om de gouden bergen te realiseren. Ondertussen blijven de taken op het bordje van de wethouder zich maar stapelen. Naast de gedecentraliseerde taken uit het sociaal domein komen daar de komende periode de uitvoering van het klimaatakkoord, de energietransitie en de (opnieuw uitgestelde) Omgevingswet bij. Met zo veel druk op de gemeentelijke agenda is het de vraag hoe realistisch het allemaal nog is waarmee wij bezig zijn. De komende bestuursperiode ontkomen wij er niet aan een realistische benadering van de gemeentelijke uitvoeringspraktijk te hanteren.

Wat betekent dit dan voor de coalitieakkoorden voor de komende vier jaar? Natuurlijk is het van belang dat partijen aan de onderhandelingstafel kritisch nadenken over de vraag ‘lukken deze plannen ook in vier jaar?’ Minstens zo belangrijk is het dat gemeenten samen bij het rijk blijven aangeven dat stabiele colleges en haalbare plannen sterk samenhangen met een voldoende gevulde gemeentelijke schatkist.

In financieel onzekere tijden, waarin maat schappelijke onrust op de loer ligt, is een reflectie op uitvoerbaarheid en haalbaarheid misschien zo’n slecht recept niet. We hopen dat het rijk ook zo realistisch is om in te zien dat je van gemeenten alleen iets kunt verwachten als het ook haalbaar en uitvoerbaar is. En daarin speelt het rijk een belangrijke rol. Niemand is gebaat bij vallende wethouders en coalities die op de klippen lopen.

Na elke gevallen coalitie lopen plannen vertraging op, nieuwe bestuurders moeten worden ingewerkt, om nog maar te zwijgen over de impact op de persoon die zich dag in- dag-uit voor de samenleving heeft ingezet. Onhaalbare coalitieakkoorden dragen bij aan een onzeker en daarmee onaantrekkelijk wethouderschap. Wie wil deze prachtige rol straks nog op zich nemen? Ondertussen geeft het onzekere rijksbeleid nog allerminst zicht op een stabiel en toereikend gemeentefonds. De onderhandelende partijen én wethouders die de klus uitvoeren, gaan er een flinke kluif aan krijgen.

Financiële beloften

Wij hebben met elkaar een klus te klaren. Dit land bestuurbaar houden. Mooie ambities en idealen waarmaken, maar wel met reële verwachtingen. De inwoners tevreden houden. Dat kan alleen als wij ons gezamenlijk inzetten om de gouden bergen en torenhoge verwachtingen waar te maken. En daarin heeft een aantal groepen een specifieke rol: onderhandelaars roepen wij op haalbare en uitvoerbare akkoorden te sluiten. Het rijk roepen wij op om financiële beloften waar te maken, zodat gemeenten dit op hun beurt kunnen. En richting de nieuwe lichting wethouders: koester je idealen en zet – als altijd – je beste beentje voor.
 

Marcelle Hendrickx is wethouder van Tilburg en voorzitter van de Wethoudersvereniging.

Jeroen van Gool is directeur van de Wethoudersvereniging.
 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie