Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

Eerst iets minder Den Haag graag

Het kabinet-Rutte wil een kwart minder lokale bestuurders en volksvertegenwoordigers. De reacties zijn verdeeld, maar iedereen vindt wel dat het parlement eerst het goede voorbeeld moet geven.  

13 april 2012

Net zoals de kunstwereld de bezuinigingen op cultuur hekelt, zo veroordeelt de bestuurswereld de voorgestelde ingrepen in het lokaal bestuur. Geconsulteerd door het kabinet, zegt de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) dat de positie van de gemeenteraad in gevaar komt als het aantal raadsleden en wethouders met een kwart wordt teruggebracht, zoals het kabinet- Rutte wil. Onaanvaardbaar dus. Tja, de kalkoen staat natuurlijk niet te trappelen om te vertellen wat er op het kerstmenu moet staan.

Toen het kunstprotest over zijn hoogtepunt heen was en de kunstwereld tot bedaren was gekomen, verschenen er opeens krantenartikelen waarin ‘s lands cultuurdragers meldden dat de sector ‘creatiever’ werd door de bezuinigingen. De directeur van een lobbyorganisatie zei in de Volkskrant dat het ‘natuurlijk hoog tijd was dat de kunstsector eens echt werd aangepakt.’ Maar ja, dat kon hij natuurlijk niet hardop zeggen.

Hoe zit dat met bestuurlijk Nederland? Horen we volgend jaar dat Rutte toch wel een beetje gelijk had, of is het verzet tegen de vermindering van het aantal bestuurders en volksvertegenwoordigers allesbehalve een rituele dans en zijn de kabinetsplannen inderdaad visieloos.

Als het aan het kabinet-Rutte ligt, verdwijnt 25 procent van de wethouders en raadsleden. Deze reductie levert 72 miljoen euro op en het bestuur wordt er volgens het kabinet nog slagvaardiger van ook. De bestuurlijke drukte vermindert en de gemeenteraad kan zich op de hoofdlijnen concentreren.

Welnee, zegt voormalig wethouder in Den Haag en huidig PvdA-woordvoerder binnenlands bestuur in de Tweede Kamer Pierre Heijnen. Nú onzin en over een jaar nog steeds onzin, verzekert hij. Heijnen: ‘Dit voorstel is gewoon platte symboolpolitiek, vooral van de VVD. Het is anti-overheidsfundamentalisme.

Kijk eens hoe stoer wij zijn, maar wat schieten we ermee op? Alsof burgers geen behoefte hebben aan goede voorzieningen en goede controle daarop. De kiesdrempel wordt hoger waardoor kleinere partijen veel moeilijker kunnen doordringen tot de volksvertegenwoordiging. Nederlanders hoeven niet voor de macht te kiezen; ze kunnen ook kiezen voor representatie. Dat is een groot goed. De gemeenteraad en de Staten worden minder representatief, waardoor ze minder recht kunnen doen aan buurten en regio’s. Grote raadsfracties in de grote steden zullen de stadsdelen niet meer kunnen vertegenwoordigen.’

Gehakt

Niet de hakbijl in het aantal bestuurders en volksvertegenwoordigers voor de PvdA dus, maar gehakt kan er wel. Heijnen: ‘De bestuursondersteuning moet soberder. Minder politieke adviseurs, voorlichters, secretaresses, griffie – alles wat het leven van een raadslid of een wethouder gerieflijk maakt. Als wethouder heb ik gemerkt dat daar zo een kwart vanaf kan.’

‘Ondoordacht’. Zo noemt Arno Korsten, bijzonder hoogleraar bestuurskunde van de lagere overheden aan de Universiteit Maastricht, het kabinetsvoorstel om de gemeenteraden te verkleinen.

Korsten: ‘Gemeenten zijn volgens de Grondwet eigenstandige besturen. Kabinetten moeten zich alleen in uiterste noodzaak met gemeenten bemoeien. Ik heb geen idee waar de noodzaak vandaan komt om de lokale democratie aan te pakken. Welk probleem moet er eigenlijk worden opgelost? Ik zie versnippering in gemeenteraden. Dat is soms lastig voor de coalitievorming, maar of een verkleining van gemeenteraden daarmee te legitimeren is, waag ik te betwijfelen.’

VVD’er Korsten vindt dat er eerst maar eens een probleemstellende nota moet komen waarin overtuigend wordt aangetoond wat het probleem is en wat de remedie. En zegt hij: ‘Die nota is er niet. Het verhaal van bestuurlijke drukte is er met de haren bijgesleept. Als je je afvraagt of de democratie verbeterd kan worden, dan is een analyse met benutting van alle politiek-wetenschappelijke kennis en gezond verstand nodig. Maak een nota waarin het Europese Parlement aan bod komt, de Tweede en Eerste Kamer, gemeenteraden, deelgemeenten, waterschappen.’

Ook de VNG wil die totaalvisie, maar is niet per se tegen verkleining van de gemeenteraad. Een beperkte reductie vindt ze redelijk, omdat wethouders met de introductie van het dualisme in 2002 geen lid meer zijn van de gemeenteraad, maar de raden wel even groot bleven. PvdA’er Heijnen heeft voor deze zogeheten ‘dualiseringscorrectie’ een wetsvoorstel ingediend.

Lekker gemakkelijk

Als minister Spies (CDA) van Binnenlandse Zaken zo nodig wil doorzetten met een drastische vermindering van het aantal raadsleden en wethouders, dan moet ze eerst maar eens in eigen huis het goede voorbeeld geven, meent hoogleraar Arno Korsten.

‘Begin bij jezelf. Eerst het parlement verkleinen, als je zo nodig moet. Daarin bestaat geen fantastische traditie. Bij provincies ook niet. Als provincies zichzelf moeten opheffen, komt het er niet van maar wel wijzen naar gemeenten. Lekker gemakkelijk. Dat er daarvan te veel zijn en dat herindeling en fusie niet snel genoeg kunnen gaan. Dat wijzen naar andere organisaties en zelf niet op het eigen niveau tot handelen komen, is geen goede basis. Dus kabinet, doe je werk op rijksniveau. Als het lukt om de Eerste en Tweede Kamer te verkleinen met 25 procent, dan is er legitimatie om ook naar gemeenteraden iets voor te stellen.’

Het kabinet-Rutte wil ook het aantal leden van de Eerste en Tweede Kamer radicaal terugbrengen. ‘We moeten de trap van bovenaf schoonvegen’, zei premier Rutte tijdens een persconferentie (zie kader op volgende pagina). Het parlement lijkt daar overigens weinig voor de voelen.

Oud VVD-voorzitter en huidig burgemeester van Alphen aan den Rijn Bas Eenhoorn ziet een verkleining met 25 procent van het aantal raadsleden wél zitten. ‘Maar alléén als politiek Den Haag het goede voorbeeld geeft. Als de Tweede Kamer de lokale overheden tot een grote reductie dwingt maar dat voor zichzelf niet kan doen, is de geloofwaardigheid nul’, zegt de prominente VVD’er.

Waarom ‘zijn’ Alphense gemeenteraad met een kwart minder raadsleden beter af is? Burgemeester Eenhoorn: ‘Omdat het nu alleen maar drukker wordt. We vergaderen aan één stuk door en de straat komen we niet meer op. De volksvertegenwoordigende rol van de raad moet worden opgepoetst. De huidige manier van werken is een self-fulfilling prophecy. Iedereen wil iets te doen hebben in een commissie of een werkgroep, waardoor we nog meer in het gemeentehuis zitten. We houden elkaar bezig met details, terwijl de raad zich juist zou moeten beperken.’

Veranderen

Dan moet er wel wat veranderen aan de rolverdeling tussen de raad en het college, meent Eenhoorn. Hij zegt: ‘Het gaat mij er niet om dat de huidige raadsleden onder de maat zijn, want dat is niet zo. Ik vind alleen dat de raad anders moet gaan werken. Het zou moeten draaien om budgetbevoegdheden en controle en niet om het stellen van kaders.

Zo’n aanpak past bij een kleinere gemeenteraad, waarin raadsleden grote brokken hebben en zich niet met de details kúnnen bemoeien. Je wordt gedwongen om je bezig te houden met de dingen die er echt toe doen. Volksvertegenwoordiger zijn, daar gaat het om.’

Dat vindt Jan Fraanje ook. Hij is gemeentesecretaris in de Brabantse gemeente Boxtel en bestuurslid van de Vereniging van Gemeentesecretarissen (VGS). Een paar jaar geleden schreef hij voor de VGS het rapport De gemeente als hét loket van de overheid.

Fraanje zegt: ‘In Boxtel straks 17 raadsleden en 3 wethouders? Dat moet haalbaar zijn. Op dit moment hebben we 23 raadsleden verdeeld over 9 fracties en 4 wethouders. Vermindering van het aantal raadsleden gaat versnippering tegen en kan eventueel ruimte bieden voor verruiming van de faciliteiten voor individuele raadsleden. Het aantal wethouders heeft niet alleen met werkdruk, maar vooral ook met draagvlak te maken. In een eerdere bestuursperiode hebben we drie wethouders gehad en dat ging goed; het bevordert de integraliteit van beleid. Hoe het ook zij; zo’n maatregel is uitsluitend haalbaar als ‘Den Haag’ het goede voorbeeld geeft met vermindering van het aantal parlementariërs. Dat past bij een compacte overheid met krimpende ambtelijke organisaties.’

Kiesdrempel

Uit een enquête onder haar leden blijkt volgens de Vereniging van Raadsleden dat 66 procent van de raadsleden de opvattingen van de gemeentesecretaris van Boxtel niet deelt. Vermindering van het aantal raadsleden valt volgens hen ook niet te rijmen met de overheveling van taken naar gemeenten. En op basis waarvan denkt het kabinet dat met minder raadsleden het openbaar bestuur slagvaardiger wordt?

Theo Krins is raadslid voor de ChristenUnie in Gouda en gelooft dat ieder nadeel zijn voordeel heeft. Hij zegt: ‘Er wordt een indirecte kies- drempel opgeworpen, waardoor de democratie verschraalt. Tegelijk zie je dat wij in Gouda met twaalf partijen eigenlijk geen raadsdebatten kunnen voeren. Veel onderdelen van het debat dragen niet bij aan de kwaliteit van de besluitvorming.’

In het huidige raadswerk zit veel inefficiëntie, zegt Krins. Raadsleden zijn geneigd om het werk van de ambtenaren en het college nog eens dunnetjes over te doen. ‘Dat moet afgelopen zijn, maar dat kan alleen als het gemeenteapparaat goede en totaal uitgewerkte stukken gaat produceren, stukken waar je als raadslid in een uur doorheen bent’, zegt Krins.

‘Als de voorbereiding aan de voorkant verbetert, bijvoorbeeld door de raad eerder bij de besluitvorming te betrekken, dan kun je de werkwijze van het bedrijfsleven gaan hanteren. Dan zou een kleinere gemeenteraad kunnen werken.’

Lekker sexy

Kleiner en dus beter? Voormalig raadslid in Echt-Susteren en huidig fractievoorzitter van het CDA in de Staten van Limburg Martijn van Helvert ziet het verband niet.

Hij zegt: ‘Het klinkt lekker sexy voor de kiezer, een kwart belastinggeld verslindende lieden eruit, maar het was beter geweest als het kabinet het doel had gehad om het openbaar bestuur 25 procent beter te maken. Het kabinet wekt de indruk dat je democratie goedkoop kunt krijgen, maar dat is een illusie. Democratie kost veel geld. Als we dat niet willen uitgeven, dan moeten we Hare Majesteit vragen om met een paar tanks het Binnenhof te bezetten.’

Als het openbaar bestuur beter georganiseerd kan worden met minder mensen, dan moeten we dat doen, stelt Van Helvert, ‘maar dan moet Den Haag dat eerst aantonen. In plaats daarvan doen we aan zelfkastijding en venten we onze pijn uit voor de bühne. Wie kan zichzelf het hardst slaan omdat hij het zo goed bedoelt? Als we het goed voor hebben met de burger, dan zorgen we dat bestuurders en volksvertegenwoordigers fatsoenlijk hun werk kunnen doen. Daar heeft de burger wat aan, of het nu met 25 procent minder of met 25 procent meer volksvertegenwoordigers is.’


Kleiner en minder druk
Een kleinere overheid met minder ambtenaren, bestuurders en volksvertegenwoordigers leidt volgens het kabinet-Rutte tot een financiële besparing en minder bestuurlijke drukte. Het kabinet heeft daarom voorgesteld om het aantal bestuurders en volksvertegenwoordigers in gemeenten, waterschappen en provincies te verminderen en de deelraden en deelgemeenten af te schaffen.

Nederland telt nu zo’n 9.600 raadsleden en 1.500 wethouders en 566 Statenleden. Wijziging van het aantal raads- en Statenleden kan via een gewone wetswijziging worden geregeld. Het aantal leden van de Eerste en Tweede Kamer moet worden teruggebracht tot respectievelijk 50 en 100. Het aantal Kamerleden is geregeld in de Grondwet. Het wetsvoorstel moet daarom tweemaal door het parlement worden aanvaard: eenmaal als gewoon wetsvoorstel en vervolgens, na ontbinding en de daarop volgende verkiezing van de Tweede Kamer, met een tweederde meerderheid.

Het aantal leden van de Eerste en Tweede Kamer is door de eeuwen heen verschillende keren gewijzigd. De huidige aantallen dateren van 1956. Toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Donner heeft het wetsvoorstel over verkleining van de Kamers afgelopen zomer voor advies naar de Raad van State gestuurd. Het wetsvoorstel gaat dit voorjaar naar de Tweede Kamer. In 2011 zouden vier partijen (SGP, 50plus, Partij voor de Dieren en de Onafhankelijke Senaatsfractie) niet in een Eerste Kamer met 50 leden zijn gekomen.


Reacties: 2

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

J. Derckx
Verkleinen van de democratische invloed van de burger op het parlement betekent ook dat je de burger nog minder bij de politiek en de uitvoering daarvan wil betrekken. Reden zou zijn om het goedkoper te maken doch ik zie hierin een kans van elke partijen om hun wil nog sterker door te drammen, een kleinere oppositie is prettiger. Weg democratie.
Janssen / Boekhouder
Ik vind het helemaal niet interessant of er nu veel of weinig bestuursleden zijn.

Ik zou de volgende vraag willen stellen: welke taken dient de overheid nog uit te voeren? Vooral in het huidige tijdperk.

Hoe minder de overheid hoeft uit te voeren, des te minder het aantal ambtenaren, gebouwen, bestuursleden en dus ook een lagere belastingdruk. Was dit trouwens niet een belangrijk item, minder regeldruk...?

Dit betekent dus echte liberalisering, gelijke rechten en plichten voor producenten en consumenten. Liberalisering houdt ook in, dat banken en bedrijven of semi-overheidsinstellingen geen bescherming krijgen, want dan worden de verliezen afgewenteld op de schouders van de belastingbetaler/burger.

De invloed van de burger: hoe groter de overheid, des te kleiner wordt de invloed van de individuele burger.

Het is inherent aan het systeem wat wij in nederland hebben ontwikkeld. De overheid hanteert de systeemgedachte waarbij een belangrijke plaatsen zijn ingebouwd voor de sociale partners. Dit staat haaks op de individuele ontwikkeling van de burgers.

Minder bestuur zegt mij helemaal NIETS.
Advertentie