Provincies aan zet bij herstelplan corona
Nu de eindstreep van de coronacrisis langzaam maar zeker in zicht komt, is het tijd om serieus werk te maken van herstel.
Talloze partijen storten zich momenteel op het herstelplan voor als de coronacrisis straks voorbij is. De provincies vormen daarbij de perfecte schakel om de economische opgave met andere beleidsambities te combineren.
Nu de eindstreep van de coronacrisis langzaam maar zeker in zicht komt, is het tijd om serieus werk te maken van herstel. Veel ondernemers lijden onder de crisis en het gebrek aan perspectief, ondanks de uitgebreide noodmaatregelen die het rijk beschikbaar heeft gesteld. De provincies zien in het door demissionair premier Rutte voorgestelde nationale herstelplan een grote kans om naast herstel ook een noodzakelijke transitie van de economie te realiseren. Het herstelplan moet een opmaat zijn naar een slimmere, energiezuinigere, digitale en schonere economie in de komende vijf tot tien jaar die recht doet aan de regionale verschillen.
Het is druk in economisch Nederland. Er zijn veel partijen en belangen en via allerlei tafels worden afspraken gemaakt: topsectoren, G40 (grote gemeenten), Kennis Innovatie Agenda’s, de organisatie voor wetenschappelijk onderzoek – ze zitten allemaal aan tafel bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. En ze krijgen allemaal een bijdrage om te verdelen onder hun achterban. Daarmee versplintert de ondersteuning, en wordt ondanks alle inzet en goede bedoelingen onvoldoende impact gemaakt. Met het nationaal herstelplan in de maak is de kans levensgroot dat er een nieuw proces naast wordt georganiseerd. Onnodig, en een onnodige rem op herstel. Stop verdere fragmentatie van het innovatieve economisch landschap en zet in op doorontwikkeling van de regionalisering.
In een gezamenlijk herstelplan (december 2020) hebben de provincies voorstellen gedaan die kunnen worden opgenomen in het nationale plan. In de Tweede Kamer is dit aanbod in het antwoord van het kabinet op de motie Heerma/Segers erkend. De grote kracht van dit herstelplan: de eenheid in verscheidenheid en de inzet op innovatie en de arbeidsmarkt. Iedere regio is uniek en heeft zijn eigen kracht en opgaven. Het benutten van de potentiële bijdrage van Oost-Nederland aan herstel, groei en ontwikkeling van ons land vergt een andere investeringsagenda dan die voor Noord-Brabant of de Randstad. Maar samen leveren de regio’s de bouwstenen voor een veerkrachtig herstel van de Nederlandse economie. Denk bijvoorbeeld aan de internationaal geziene kennispositie van Wageningen op het gebied van agrofood en de ontwikkeling en productie van hightech apparatuur in Zuidoost- Brabant en Twente.
De regionale aanpak begint juist bij de vraag van de ondernemer. En die ondernemer heeft nu baat bij wat is opgebouwd aan ondersteuning. De regionale ondersteuning zorgt er ook voor dat de grote Europese fondsen voor herstel en structuurverbetering in Nederland met succes worden benut, zoals recentelijk REACT-EU.
De provincie is de juiste schaal om economie te integreren met andere opgaven die tegelijkertijd spelen in hetzelfde gebied. Denk aan de energietransitie, klimaat, bereikbaarheid en voldoende woningen. Als de coronacrisis voorbij is, liggen hier ook de kansen voor het innovatieve mkb, de kurk waarop de Nederlandse economie drijft. De basis ligt er. Het is nu zaak om daarop door te bouwen. De rijksoverheid moet nu durven loslaten en de provincies het vertrouwen geven. Zo werken we aan herstel met impact en ons robuuste verdienvermogen van morgen en overmorgen.
Eddy van Hijum, gedeputeerde Overijssel
Martijn van Gruijthuijsen, gedeputeerde Noord-Brabant
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.