Economie en geluk
Het ‘economisch denken’ gaat niet alleen over economie. Het is ook een geloof, in de zin van religie. Economen geloven dat alles in het leven meetbaar en stuurbaar is en te verklaren vanuit een al dan niet statistisch onderbouwd theoretisch model.
Politiek en ambtelijk Den Haag zit vol met dit soort Economisch Gelovigen. Het voordeel van deze moderne vorm van religie is dat de Nederlandse overheid haar boekhouding buitengewoon goed op orde heeft. Want als er iets goed meetbaar en op basis van die modellen stuurbaar is, dan is het wel geld en begrotingen.
Wat niet stuurbaar en meetbaar is, is het menselijke gedrag. Tandenknarsend zien de economische gelovigen de credietcrisis voorbij komen, een crisis die is veroorzaakt door menselijk wangedrag: falend toezicht, graaierige bonuscultuur, megalomane bestuursvoorzitters van banken: allemaal factoren die veel belangrijker zijn dan een sluitende boekhouding. Maar helaas ook factoren die niet voorspelbaar of stuurbaar zijn vanuit een theoretisch model.
En ondanks het zichtbare falen van hun religie, blijven die Economisch Gelovigen volharden in hun manier van geloven en denken. Wat ze niet doen, is een keer kritisch hun eigen manier van denken en redeneren onder de loep nemen. Geen econoom heb ik horen zeggen dat de credietcrisis is ontstaan omdat de hele financiële sector gebouwd is op beperkte en eenzijdige economische modellen en theorieën, waarin geen rekening is gehouden met de menselijke factor.
De Economisch Gelovigen hebben zelfs zulke grote oogkleppen op, dat ze denken ook op niet-economisch terrein hun religie te kunnen propageren. Het CPB probeert bijvoorbeeld te onderzoeken hoe gelukkig de Nederlandse burger is (erg gelukkig, volgens de statistieken) en welke factoren dat geluksgevoel veroorzaken. En Femke Halsema probeert vanuit de politiek vat te krijgen op het onderwerp. Ze heeft er enige tijd geleden zelfs een boek over gepubliceerd. In een recent interview op de website van NRC Handelsblad zegt ze:
‘Economische groei is niet het enige dat van waarde is….Ook vrije tijd, vrijwilligerswerk, of we naar buiten kunnen, voor elkaar kunnen zorgen is belangrijk…. Maar dat valt niet uit te drukken in economische termen. Politici moeten niet alleen nadenken over de welvaart van mensen, maar ook over het geluk.’
Ik ben verbaasd en geschrokken. Omdat ik denk dat de overheid zich niet mag bemoeien met mijn geluksbeleving. Daar is de overheid niet voor. Het ‘running diner’ dat we met de buurt organiseren? De stoeipartijen met mijn kinderen? De lol die mijn partner en ik hebben bij het becommentariëren van de soap ‘House’? Allemaal geluksmomenten die ik niet wil delen met Femke Halsema of terug wil zien in een statistiek van het CPB. Al was het maar omdat daar een soort reductionistisch mensbeeld achter zit. Ieder mens, zelfs zijn geluksgevoel, zou terug te brengen zijn tot een paar (economische) modelletjes.
Ik wil niet dat de overheid zich bemoeit met mijn geluk en daar een beleidsnota over schrijft. Economen: afblijven & wegwezen!
Laten we afspreken dat de overheid en economen zich mogen bemoeien met alles wat met welvaart te maken heeft. Belastingen, milieu, werkgelegenheid, ziektekosten, etc. Maar als het over mijn geluk gaat, ben ik daar zelf verantwoordelijk voor.
Een van die geluksmomenten komt er weer aan: de vakantie. In zwembroek, met de kinderen, zonder beleidsnota’s aan de Italiaanse kust. Het CPB zal wat mij betreft nooit te weten komen hoe ik die vakantie heb ervaren. U, beste lezer, zal ik er na de zomer verslag van doen.
Een gelukkige zomer!
Paul Lensink
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.