Dwarsdenker tussen ondernemersvrienden
Nederland kent geen grote traditie van denktanks. Hoewel er veel goed denkwerk plaatsvindt binnen politieke partijen en universiteiten, planbureaus en adviesraden, zijn werkelijk onafhankelijke, niet gesubsidieerde denktanks schaars. Onverdachte en onverwachte tegendraadse opinies zijn daarom zeldzaam, terwijl er wel behoefte aan is.
Nieuwe denktanks zijn dus welkom, zoals de Waterlandstichting (vanaf 2005) en de vereniging De Publieke Zaak die Mickey Huibregtsen, ex-McKinsey, in 2002 oprichtte. Voor de duidelijkheid, de CNV ambtenarenvakbond heet sinds 2002 ook De Publieke Zaak maar die doublure is een ongelukkige samenloop, zoals in 2002 wel meer mis ging in het publieke domein.
Uitgangspunt van vereniging De Publieke Zaak is dat oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken in praktische coalities kunnen worden gevonden. Hun nieuwste boek doet hiervan verslag. Het resultaat valt helaas niet mee. Anno 2009 stelt Huibregtsen mistroostig vast dat we worden geconfronteerd met ‘een maatschappij die uiteenvalt in belangengroepjes; een publiek/politiek systeem, dat niet in staat blijkt om die primaire zaken te bewerkstelligen die door burgers als essentieel worden gezien; een belevingswereld waar het vertrouwen tussen alle spelers onderling een dieptepunt heeft bereikt’.
Het zijn scherpe maar wel betwistbare stellingen. Want dat vermaledijde publiek/politiek systeem heeft de afgelopen zes maanden wel daadkrachtig het bankenstelsel overeind gehouden, dat ten prooi dreigde te vallen aan risiconaïeve bestuurders en adviseurs. Of had Huibregtsens McKinsey ze soms gewaarschuwd en afgehouden van hopeloos falende strategieën? En het is weliswaar bon ton om te roepen dat ‘het vertrouwen tussen alle spelers onderling een dieptepunt heeft bereikt’, maar Nederland scoort volgens alle onderzoeken internationaal echt zéér hoog als het gaat om vertrouwen in instituties, waaronder ook de publieke – en de huidige crisis zal deze scores zelfs mogelijk wat verhogen.
Toch nog verder lezen in het boek? Ja natuurlijk! Want de namen van de 35 denkers alleen al maken nieuwsgierig naar de inhoud van de mini-essays. Mabel van Oranje betoogt als niet Koninklijk Huis-lid - dus ongehinderd door iemands ministeriële verantwoordelijkheid - dat we klaar moeten zijn om de NAVO te verruilen voor Europese militaire bondgenootschappen.
Interessant om mee te nemen in de brede verkenningen die Defensie uitvoert en later dit jaar publiceert. Paul Schnabel houdt ons voor dat wij in Nederland weliswaar erg democratisch en politiek handelen, maar lang niet altijd effectief en efficiënt. Terwijl volgens Schnabel autoritair geleide landen als Singapore en China weliswaar weinig democratisch zijn maar erg effectief en efficiënt, met hoge groeicijfers en grote infrastructurele prestaties tot gevolg. Maar wat wil Schnabel nu betogen? Dat democratisering in China noodzakelijk is maar wel de prestaties zal temperen? Of juist dat wij minder politiek maar meer autoritair bestuurd moeten worden en eindelijk de A4-snelweg en meer moeten aanleggen?
Verwaarloosd
Ankersmit houdt ons voor dat Bush en zijn neo-liberale navolgers te veel aan private en te weinig aan publieke waarden hebben gedacht, De Beus vindt in het verlengde hiervan dat de marktstaat Nederland zijn publieke sector heeft verwaarloosd en wil de brede taakuitbesteding aan adviesbureaus en vormen van nep-ondernemerschap beëindigen. En wel direct. Zo gaat het ruim dertig essays door.
Goede, aardige, soms aanvechtbare ideeën. Die je meestal wel kunt nazeggen en die soms leiden tot een enkel vraagteken of opmerking in de kantlijn, maar slechts zelden tot een uitroepteken of onderstreping. Het ontbreekt aan uitgewerkte of samenhangende ideeën die echt prikkelen. Dan ben je als lezer blij met een enkele mooie gedachte zoals van Marjolein Februari, een enkel gedicht of nieuwsgierigstemmende boekverwijzing zoals naar het boek van de ex-Clintonadviseur Bobbit over de relatie overheid-burger.
Gelukkig is nog er een essay dat echt tot denken aanzet, van andersdenker en Odemagazine- oprichter Jurriaan Kamp. In een nieuw soort ‘verantwoord kapitalisme’, is de aansprakelijkheid van de aandeelhouder niet langer beperkt. Als een bedrijf er een rommel van maakt moet een aandeelhouder niet alleen zijn inleg kwijt zijn, maar moet deze meebetalen aan de veroorzaakte schade. Dat zou een enorme omkering van denken en handelen betekenen.
Beleggers, pensioenfondsen en particulieren, zullen niet langer zomaar een mandje aandelen aanschaffen, maar geld alleen toevertrouwen aan een bedrijf dat men kent, en waar men ook op nauwlettend op toeziet. Dan zouden bedrijven volgens Kamp pas echt maatschappelijk verantwoord ondernemen, geen milieuschade veroorzaken, clusterbommen produceren of roekeloze beleggingstrategieën volgen. Een einde aan de ‘corporate irresponsibility’ kortom, omdat aandeelhouders niet voor heel veel zelf het schip in willen. Wat startte met de VOC, de eerste vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, zou volgens Kamp moeten worden verruild voor dit ‘verantwoord kapitalisme’.
Het is vast een onmogelijk idee, maar wel prikkelend. En dat juist de vele in het bestuur van De Publiek Zaak verenigde ondernemersvrienden deze dwarsdenker Kamp de kans hebben gegeven dit te publiceren, siert hen. Een uitgewerkter programma voor De Publiek Zaak is echter nog ver weg.
Ton Bestebreur is verbonden aan de Erasmus Universiteit en columnist van Binnenlands Bestuur.
De publieke zaak; inspiratie voor een nieuwe dynamiek in de samenleving, Huibregtsen, M. (red.), € 19,90, Van Stockum.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.