Doorwerkend
Onlangs vertelde mijn accountant dat ik een ZZP’er ben. Geen idee wat dat betekende, maar mijn accountant legde mij het snel uit: een Zelfstandige Zonder Personeel. Daar keek ik wel van op, want zo had ik mijzelf nog nooit zo gezien. Ik zie mijzelf niet als iemand zonder, ik zie mezelf als iemand mét.
Je kunt een ongehuwde - single, heet dat nu - ook wel een MZV’er of een VZM’er noemen. Een Man Zonder Vrouw of een Vrouw Zonder Man. En wie kinderloos is, kun je voortaan een MZK’er noemen, een Mens Zonder Kind. Eindeloos is het aantal afkortingen.
Als ZZP’er heb ik AOW, maar geen pensioen. Dat had ik zelf moeten opbouwen, maar daar is het nooit zo van gekomen. Elke keer als ik wat gespaard had, kwam de fiscus langs. Alleen dankzij een eigen huis heb ik een (virtueel) vermogentje kunnen opbouwen. Dat heb ik kunnen doen dankzij de hypotheekaftrek. Maar die aftrek zal, als het aan veel politici ligt, binnenkort worden afgeschaft. Dan ben ik een ZZPZHA’er - een Zelfstandige Zonder Personeel en Zonder Hypotheekrente Aftrek. Tel uit je winst.
Als ZZP’er kijk ik een beetje vreemd aan tegen het AOW-debat. Voor de zekerheid zeg ik er maar even bij wat AOW betekent: Algemene Ouderdoms Wet. Als ZZP’er word je dus ook een AOW’er in het jaar dat je de 65 bereikt. Mensen met een echt pensioen houden dan op met werken en gaan, om in de bejaardenretoriek te blijven, ‘genieten van hun oude dag’. Maar voor een ZZP’er is dat niet weggelegd. Die moet ook na zijn 65e blijven werken om aan de kost te komen.
Is dat erg? Voor mij niet. Ik ben kerngezond - hoop ik - en ik houd van werken. Ik zou zelfs doodongelukkig worden als ik niet meer werken kan. Het liefst werk ik door tot mijn 75e, tot mijn 85e, tot mijn 95e, tot mijn dood. Van de uitdrukking ‘achter de geraniums zitten’ moet ik altijd braken. Voor hoeveel mensen in Nederland geldt hetzelfde? Ik denk dat er heel wat babyboomers zijn die er net zo over denken als ik: laat die AOW voorlopig maar zitten, maar betaal wat meer tegen de tijd dat Alzheimer definitief toeslaat.
In 1889 werd het eerste staatspensioen ingevoerd door Bismarck, een ijzervreter met een sociaal hart voor oudjes. De gemiddelde leeftijd was toen zeventig jaar en pensioen kreeg je vanaf je 72e. Erg veel risico liep de staat dus niet onder Bismarck, al waren er toen ook al mensen die honderd werden. Door de klassenstrijd is de pensioengerechtigde leeftijd verlaagd naar 65 en door de klassenstrijd moet die 65 ook zo blijven. De vakbeweging wil nu, gesteund door Geert Wilders, gaan staken voor het behoud van de AOW-leeftijd van 65 jaar.
Er zal op ons, arbeiders en burgers, een beroep worden gedaan. Ga ik meelopen? Ga ik demonstreren? Ga ik roepen: ‘Handen af van de AOW!?’ Het antwoord is: nee. Ik begrijp dat mensen met zware beroepen eerder moeten stoppen, maar voor de rest? Kom op, jongens en meisjes, die paar jaar langer doorwerken, wat is dat nou? In Bangladesh doen ze er een moord voor om tot die leeftijd werk te hebben. Word dus een DZPP’er! Een Doorwerkende Zelfstandige Zonder Personeel.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.