Doorgeslagen transparantie
Tsja, Wikileaks. Overheden worstelen met het vraagstuk van transparantie en openheid. Veel bestuurders en overheidsdienaren zien de relevantie van openbaarheid in. De overheid dient de democratie en het publiek, dus mag/moet het publiek ook zien hoe de overheid functioneert. En als een individuele ambtenaar of politicus te benauwd is om bepaalde informatie openbaar te maken, dan is het goed dat hij of zij in Nederland met de Wet Openbaarheid Bestuur (WOB) tot openheid kan worden gedwongen.
Het zijn dit soort schrijfsels (kattebelletjes, subjectieve indrukken) van de VS-diplomaten die in die telegrammen op Wikileaks staan. En de conclusie mag zijn dat de publicatie ervan schadelijk is voor de ingewikkelde relaties tussen landen. Het is een schadelijke vorm van transparantie.
Om maar eens wat te noemen: nu bekend is geworden dat China vindt dat de twee Korea’s moeten fuseren tot één natie, is de kans dat dit scenario daadwerkelijk plaatsvindt, zeer klein. Maar het zou wel verstandig zijn geweest als zo’n fusie had plaatsgevonden. Misschien had China dit met ‘stille’ diplomatie wel weten te realiseren.
Besturen is mensenwerk. Daarom zijn al die omschrijvingen wat een VS-diplomaat van een politicus of minister president vindt, ook schadelijk voor de verhoudingen. Hoe zit Poetin bij de volgende G20 vergadering als hij weet hoe Amerikaanse diplomaten hem omschrijven? Minder vriendelijk en daardoor minder bereid tot samenwerken.
Tony Blair vervloekte zichzelf nadat hij de Britse Wet op Openbaarheid van Bestuur had gemaakt. In zijn ‘Memoires’ schrijft hij: 'Een nog veel belangrijkere reden waarom de wet gevaarlijk is, is dat regeringen net als vele andere organisaties zaken met een redelijke mate van vertrouwelijkheid moeten kunnen bespreken, bediscussiëren en besluiten. Dat is niet zomaar van belang. Het is cruciaal. Zonder de vertrouwelijkheid houden mensen zich in, en het aantal mogelijkheden wordt er zodanig door beperkt dat goede besluitvorming niet mogelijk is. In elke organisatie die dit pad volgt, bedenken mensen zich nog twee keer voordat ze iets op papier zetten en bespreken veel zonder het op papier te zetten.'
Totale transparantie, zo laat Wikileaks zien, is onwenselijk en schadelijk. Net zoals totale geslotenheid. Er moet dus een evenwicht gevonden worden tussen welke overheidsinformatie openbaar mag worden (‘wobbable is’) en welke niet. Ik vrees dat de schrik er nu behoorlijk in zit en dat dat gaat leiden tot een scherpere wetgeving, die juist veroorzaakt wat Wikileaks probeerde te voorkomen: minder transparantie, in plaats van meer.
Paul Lensink
diplomaten moeten het net niet vervuilen met hun kattenbellen.