Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

Donner versus Dieten

In de gesprekken over de nieuwe Rijks-cao staan ze lijnrecht tegenover elkaar: minister Piet Hein Donner en AbvaKabo-man Jan Willem Dieten. Portret van twee onderhandelaars die slechts één ding delen: ze schuwen compromissen.

08 april 2011

 

Zo’n 10 duizend ambtenaren demonstreerden half februari op het Haagse Malieveld. Ze verzetten zich tegen de bezuinigingen in de publieke sector én ze eisten een loonsverhoging van 2 procent in de nieuwe cao voor de rijksambtenaren.

 

‘Gaan wij ons neerleggen bij de bezuinigingen van minister Donner?’, riep FNV-voorzitter Agnes Jongerius. ‘Nee!’, schreeuwde de massa. ‘Willen wij respect?’, vroeg Jongerius. ‘Jááá’, was het antwoord.

 

Vlak daarna kwam Donner aangefietst. Ook hij sprak de menigte toe. ‘U maakt zich boos over gebrek aan respect voor mensen die werken bij de overheid, het onderwijs en de zorg. Ik ook. Zonder die mensen bij de overheid gaat het niet. Gebrek aan respect is dom,’ aldus Donner. Hij voegde eraan toe: ‘Ik zou u dolgraag salarisverhoging geven. Ik weet hoe hard er wordt gewerkt. Nederland heeft goede ambtenaren. Maar het geld is op.’ Donner verliet het podium, stapte op zijn fiets en reed terug naar zijn departement.

 

‘Donner zal steeds hetzelfde blijven zeggen, in een nieuwe verpakking. Dat kan hij uitstekend’, zegt Johan Remkes, nu commissaris van de koningin in Noord- Holland en eerder zelf minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. ‘En wat er tijdens de cao-onderhandelingen ook gebeurt, hij zal er geen uur minder door slapen.’

 

Voormalig secretaris-generaal Roel Bekker, nu hoogleraar arbeidsverhoudingen in Leiden, beaamt dat. ‘Donner weet best dat hij op het Malieveld geen applaus krijgt, maar hij verschijnt er wel. Hij is niet bang.’

 

Minister Donner is onverstoorbaar. Die eigenschap kan hem bij de cao-onderhandelingen nog goed van pas komen. AbvaKabo-onderhandelaar Jan Willem Dieten is vastbesloten er een loonsverhoging uit te slepen, plus de garantie dat er geen gedwongen ontslagen vallen. Donner daarentegen wil vasthouden aan de nullijn en weigert baangaranties.

 

‘Donner en Dieten zijn aan elkaar gewaagd, met het risico dat er in de onderhandelingen niet gemakkelijk vooruitgang zal worden geboekt’, voorspelt Hans Schirmbeck, nu directeur van de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland, en tot voor kort secretaris van het College voor Arbeidszaken van VNG.

 

Hoe vaak Donner en Dieten elkaar treffen aan de onderhandelingstafel is niet duidelijk. In het ideale geval komt de minister in beeld als het beginbod wordt uitgebracht en in de laatste fase van de onderhandelingen. Tijdens het onderhandelingsproces is er nauw overleg tussen ambtenaren van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en Financiën, waar het geld vandaan moet komen. De directeur-generaal organisatie en bedrijfsvoering van BZK, Jaap Uijlenbroek, is gemandateerd om namens Donner op te treden. Maar in de praktijk bemoeien ministers van BZK zich flink met de onderhandelingen.

 

‘Als Donner verstandig is - en dat is hij - is hij er zelf nauw bij betrokken’, zegt Remkes. ‘Juist van Donner verwacht ik dat hij het proces op de voet volgt, want hij is meer dan gemiddeld geïnteresseerd in deze materie en hij is goed op de hoogte. Alleen al vanuit zijn vorige functie als minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Toen bemoeide hij zich ook persoonlijk met de pensioenfondsen en de afspraken tussen werkgevers en werknemers’, zegt Schirmbeck.

 

De huidige cao voor de rijksambtenaren kwam 4 jaar geleden tot stand na maandenlange acties. De bonden eisten 2,5 tot 3 procent loonsverhoging, maar minister Remkes wilde met hooguit 2 procent over de brug komen. Tijdens dat onderhandelingsproces maakte Balkenende-3 plaats voor Balkenende-4. Guusje ter Horst volgde Remkes op als minister van BZK en zij bood de rijksambtenaren een loonsverhoging van 10,5 procent in ruim 3 jaar tijd plus een volledige dertiende maand. Remkes: ‘Dat aanbod had te maken met de andere politieke samenstelling van het kabinet en bovendien zaten we in Balkenende-3 financieel strak in het pak.’

 

Wat meespeelde was dat de economische vooruitzichten op dat moment goed waren, de kredietcrisis brak pas dik een jaar later uit. ‘In zijn algemeenheid kun je zeggen dat die cao niet slecht was’, zegt Bekker, ‘Het werd verdedigd met het argument dat het een goedmaker was voor de slechte cao van de jaren daarvoor.’

 

Ongelukkige constructie

 

Wat Donners positie sterk maakt, is dat er geen nieuwe cao hóeft te komen. In de marktsector lopen cao’s af, maar bij de overheid is officieel sprake van een Maat regel en die blijft van kracht zolang er geen nieuwe is. Dan krijgen ambtenaren er geen cent bij en heeft Donner alsnog de nullijn die hij bepleit.

 

‘Al heeft elke minister en elk kabinet op zichzelf natuurlijk wel belang bij overeenstemming met de bonden’, zegt Remkes. Wat zijn positie verzwakt, is het feit dat hij minister is. ‘Daardoor zijn de onderhandelingen gepolitiseerd’, zegt Bekker. ‘Ik vind dit een ongelukkige constructie. Zolang de arbeidsvoorwaarden voor de rijksambtenaren bij de minister liggen, spelen ook andere factoren een rol. Donner moet erover praten in het kabinet, er is publicitaire druk, de Tweede Kamer kan zich in de discussie mengen. De andere overheidssectoren hebben een onderhandelaar die daarvoor is vrijgemaakt. Dan is de politiek eruit gehaald en krijg je een professioneler overleg over de arbeidsvoorwaarden.’

 

Remkes verwacht dat Donner zich net zo vasthoudend zal opstellen als hij dat zelf deed, destijds. ‘Donner kan ook niet anders, gezien de financiële situatie op dit moment en de afspraken uit het regeerakkoord. Zijn speelruimte is beperkt. Ook is relevant dat deze cao nauwlettend wordt gevolgd door de andere sectoren, waar ook nieuwe cao’s moeten worden afgesloten, zoals de politie, de waterschappen en de academische ziekenhuizen. Wat hier wordt afgesproken, heeft consequenties voor de overige cao’s.’

 

Stevige discussies

 

Uit ervaring weet Remkes dat Donner geen enkele moeite zal hebben met die vasthoudende opstelling. ‘Toen wij samen in de kabinetten-Balkenende zaten, hebben wij over sommige onderwerpen stevige discussies gevoerd. Hij blijft heel opgewekt zijn standpunt herhalen.’

 

Dat doet Donner slim, vindt Bekker. ‘Hij is een ervaren politicus, weet hoe hij een waterdichte verdediging moet opbouwen. Hij zorgt ervoor dat er geen potentiële lekken zijn. Dus niet te veel nuanceren en vooral geen escapes of achterommetjes inbouwen. Want zodra je dat doet, geef je het initiatief aan de tegenpartij en dan is het einde zoek. Vasthouden aan een eenvoudige boodschap is helemaal de stijl van Donner.’

 

Dat is vrij gemakkelijk voor de minister, omdat hij zich door niets of niemand uit zijn evenwicht laat brengen. Vlak na de moord op Theo van Gogh stapte hij weer op zijn fi ets. Toen een opgewonden journalist hem vroeg of dat niet riskant was en wat er van het land terecht zou komen als de minister van Justitie – wat hij toen nog was – zou worden vermoord, zei Donner kalm: ‘Als die situatie zich voordoet, treedt er een nieuwe minister van Justitie aan.’

 

In de periode waarin nog maar 13 procent van de Nederlandse bevolking vertrouwen bleek te hebben in het laatste kabinet-Balkenende, reageerde hij ronduit geestig: ‘Dat kan heel heilzaam werken voor de onderlinge band in het kabinet.’ Die was beroerd, wist iedereen, maar Donners humeur en zijn gevoel voor humor hebben ook daar niet onder geleden. Remkes: ‘Donner valt nooit uit zijn rol.’

 

Minstens zo opvallend is zijn eigenwijsheid. Tijdens een marathoninterview op de VPRO-radio werd hem gevraagd waarom hij zijn ongelijk zo moeilijk kon toegeven. Daar was geen sprake van, zei Donner, hij was juist de soepelheid zelve. Toen de journalist vervolgens vroeg waarom Donner dat ongelijk dan nooit bekende, zei hij: ‘Dat is het probleem van mijn gelijk.’

 

Is er met iemand die zo eigenwijs is wel een compromis te bereiken? ‘Jawel’, zegt Tweede-Kamerlid Jetta Klijn sma PvdA), die onder Donner staatssecretaris van SZW was. ‘Wij hebben stevig de degens gekruist. Ik had de onderkant van de arbeidsmarkt, de jeugdwerkloosheid en de schuldhulpverlening onder mijn hoede. Ik sta in de PvdA links van het midden en Piet Hein in het CDA rechts van het midden, dus dat wilde wel botsen. Toch zijn we er altijd uitgekomen. Al lukt dat niet met een keer argumenteren. Je moet een lange adem hebben.’ Remkes heeft dezelfde ervaring. ‘Tijd en redelijkheid willen bij Donner nog wel eens hun zegenrijke werk doen.’


Toen peuterleidster Rosita de Bakker-Van Roeyen onlangs 65 werd en stopte met werken, vond ze bij de post een kaartje van AbvaKabo-bestuurder Jan Willem Dieten. ‘Met een mooie, lieve, persoonlijke tekst. Het is toch bijzonder dat iemand op zo’n hoge positie zo dicht bij de mensen staat?’

 

Ze ontmoette Dieten een kwart eeuw geleden voor het eerst. Bij de peuterspeelzaal in het Zeeuwse Hulst, waar zij werkte, werden de leidsters onderbetaald. ‘We hadden geen cao en we kregen minder dan het minimumloon.’ De Bakker nam contact op met twee bonden, CNV en FNV. ‘De christelijke bond was nauwelijks geïnteresseerd, maar Jan Willem wel. Hij werkte toen net bij de bond, in de regio Bergen op Zoom, en hij kwam direct naar Hulst. Hij zei dat het een schande was dat mensen aan wie je je kinderen toevertrouwt minder verdienden dan de eerste, de beste straatveger.’

 

Dieten stapte naar de gemeente Hulst en dreigde met een proces. ‘Vanaf dat moment kregen wij een fatsoenlijke cao’, zegt De Bakker. ‘Maar Jan Willem zei ook dat we zelf iets moesten doen. We moesten ons weerbaar opstellen. Hij zei: je plichten kennen jullie wel, maar je moet niet over je rechten laten lopen. Hij gaf ons cursussen. Ik heb zoveel aan hem gehad. Het is zo’n sociaal bewogen man.’

 

Aan alle leidsters die in de jaren daarna bij de peuterspeelzaal kwamen werken, vroeg De Bakker of ze lid wilden worden van de vakbond. ‘Het is niet eerlijk als vakbondsleden de kastanjes voor anderen uit het vuur halen en dat anderen wel meeprofiteren, maar zelf niets doen.’

 

De ervaring van De Bakker laat precies zien waar Jan Willem Dieten staat.

‘Een klassieke vakbondsman’, zegt hoogleraar arbeidsverhoudingen Roel Bekker. ‘Hij kent zijn zaken goed, hij houdt zijn achterban in de gaten en hij komt op voor hun belangen.’ Hugo Levie, onderhandelaar voor de universiteiten (VSNU), zegt: ‘Jan Willem is het type vakbondsonderhandelaar van 30 jaar geleden en dan eerder eentje uit de havens dan uit het onderwijs. Hij denkt nog in de klassenstrijd en ziet de werkgever als de vijand.’

 

Henk Strating, die namens de werkgevers uit de MO Groep met Dieten onderhandelde over verschillende cao’s, herkent dat wel. ‘Bij hem is de werkgever al gauw de bad guy en zijn de werknemers de good guys.’

 

Mooie cao

 

Dieten kan de mooie cao voor de rijksambtenaren uit 2007 op zijn conto schrijven. Toen toenmalig minister Remkes van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties niet mee wilde werken aan de eisen van de bonden, zette Dieten ambtenarenacties op touw.

 

Zoals hij ooit in Zeeuws-Vlaanderen de peuterleidsters op het hart drukte dat ze niet lijdzaam moesten afwachten, maar dat ze ook zelf verantwoordelijk waren voor hun positie, zo hield hij de rijksambtenaren voor dat ze zelf iets moesten doen als ze betere arbeidsvoorwaarden wilden. Het leidde tot maandenlange acties van ambtenaren, waar Remkes zich overigens niets van aantrok. Zijn opvolgster Guusje ter Horst wel, en zij maakte bovendien deel uit van een kabinet dat bereid was over de brug te komen. Dat hij die ambtenaren op de been kreeg, was opzien barend.

 

‘Ik heb met verbazing gekeken naar de massaliteit van de acties’, zegt Alfred Loman, inmiddels gepensioneerd CNV-bestuurder, die toen met Dieten samenwerkte. ‘Het was 25 jaar geleden dat de rijksambtenaren voor het laatst hadden gestaakt.’ ‘Hij heeft een goed contact met zijn achterban en hij weet hen te mobiliseren’, zegt Ina Sjerps, directeur Servicecentrum Drechtsteden en destijds werkzaam bij VNG. ‘Dat was bijzonder, want rijksambtenaren hadden tot die tijd helemaal geen actiebereidheid.’

 

Strating had een paar jaar daarvoor al kennis gemaakt met die vaardigheid van Dieten. Dat was toen de cao-onderhandelingen in de kinderopvang spaak liepen. De kinderopvangsector werd verzelfstandigd en de werkgevers wilden een andere cao.

 

Ideologie

 

‘Minder regels, meer maatwerk, meer flexibiliteit. Dat was nodig voor de bedrijfsvoering’, zegt Strating. ‘Maar dat paste helemaal niet in de ideologie van Dieten. Volgens hem leidt maatwerk ertoe dat de macht van de werknemer verschuift naar de werkgever.’ Het kinderopvangpersoneel ging massaal demonstreren. Strating: ‘Terwijl die branche helemaal geen klassieke vakbondsachterban kent. Het waren hoofdzakelijk jonge vrouwen die in deeltijd werkten.’

 

Hoe krijgt Dieten dat voor elkaar? ‘Enerzijds is het die stevige ideologische insteek en anderzijds zijn deskundigheid. Hij is ontzettend goed op de hoogte, tot in de details. Ik ken geen cao-onderhandelaar die op zoveel dossiers zo deskundig is als Jan Willem. Dat wekt vertrouwen bij de achterban.’

 

Volgens Strating combineert Dieten een ideologische insteek met een technocratische manier van onderhandelen. ‘De meeste onderhandelaars zijn generalist. Ze weten van alles een beetje. Maar Jan Willem weet van alles heel veel. Als er bijvoorbeeld een voorstel is voor een loonsysteem, wordt dat doorgaans gemaakt door externe bureaus. Onderhandelaars nemen dat als uitgangspunt. Jan Willem niet. Die neemt dat loonsysteem mee naar huis, gaat een dag en een nacht aan zijn eigen computer zitten optellen en aftrekken en presenteert dan allerlei aanpassingen, die weer meegenomen moeten worden in de onderhandelingen.’

 

Dietens voormalige woordvoerder, Christina Boomsma, herkent dat. ‘Hij is enorm bevlogen en een keiharde werker. Als een ander vindt dat het mooi geweest is en naar bed gaat, gaat hij de stukken nog eens doornemen.’ Net als zijn tegenspeler bij de huidige onderhandelingen over de rijksambtenaren-cao, minister Donner, is Dieten hoogst eigenwijs. Hans Schirmbeck, die als secretaris van het college voor arbeidszaken van VNG met Dieten onderhandelde, zegt: ‘Als ik een beweging maakte, verwachtte ik van hem ook een beweging. Maar dat gebeurde niet. Hij is zo geduldig dat ik er wel eens gek van werd.’

 

Levie heeft dezelfde ervaring. ‘Hij kan goed op zijn handen zitten. Wij komen met voorstellen en dan doet hij niets. Dan kom je toch wel aan de randen van het poldermodel.’ Strating en Dieten kwamen er bij de onderhandelingen over de kinderopvang-cao dan ook niet uit. Strating: zegt: ‘Het enige waarover we het eens waren, was dat Feyenoord kampioen moest worden.’ Uiteindelijk besloten beiden tijdens een overleg in het Haagse restaurant Le Bistroquet, waar Wiegel en Van Agt in 1977 hun kabinet formeerden, de dossiers te verdelen. ‘Compromissen konden we niet bereiken, dus op grond van wat onze wederzijdse achterbannen het belangrijkst vonden, maakten we een verdeling. Allebei hadden we gouden eieren en bittere pillen. Zo noemden we dat ook en zo konden we het aan onze achterban uitleggen. Het is dus heel fraai afgelopen. Ik heb ervan geleerd dat je, zelfs als je het nergens over eens bent, toch tot een eindresultaat kunt komen.’

 

Vernieuwing

 

Bij AbvaKabo, waar het ledental stagneert, is iedereen het erover eens dat het tijd is voor vernieuwing. Over de manier waarop zijn de meningen verdeeld. Dieten vertegenwoordigt de stroming die vindt dat de bond te veel kiest voor een marketingbenadering. Dat beschouwt hij als een breuk met de brede maatschappelijke functie van de vakbeweging.

 

Bondsvoorzitter Edith Snoey is meer geneigd tot overleg, Dieten meer tot actie. Dat leidde tot spannende verkiezingen toen er in 2010 een nieuw bondsbestuur werd gekozen. Dieten opteerde voor het voorzitterschap, maar viste achter het net. Snoey werd nipt herkozen. Sindsdien zijn beide stromingen echter wel vertegenwoordigd in het dagelijks bestuur. ‘Hij heeft het spel gespeeld en verloren, maar ik schat hem in als een goede verliezer’, zegt Bekker. ‘Hij laat zich niet leiden door rancune. Het is een zakelijke man, al gooit hij er zo nu en dan wat emotie in.’

 

‘Tegenslag brengt hem niet in een slecht humeur’, zegt Boomsma. ‘Hij is niet emotioneel’, zegt ook Loman. ‘Bij de vorige onderhandelingen werd ik wel eens giftig, maar hij blijft rustig en laconiek. Functioneel is hij wel eens boos. Dan zegt hij dingen als: nou moet het gedonder afgelopen zijn.’ Ook de persoonlijke verhouding tussen Strating en Dieten is, hoewel ze maandenlang lijnrecht tegenover elkaar stonden, altijd goed gebleven.

 

Voor Dieten is Donner de slechtste tegenspeler die hij zich kan wensen. Dieten wil het debat aangaan en met tegenargumenten komen. Met Donner, die steeds dezelfde boodschap herhaalt, zit dat er niet in. Aangezien Donner die boodschap geduldig en vriendelijk brengt, is er voor Dieten geen aanleiding om functionele boosheid te tonen. En ambtenaren aanzetten tot actie zal vermoedelijk lastiger zijn dan 4 jaar geleden. In tegenstelling tot destijds zijn ze bang voor hun baan. En wie ligt er wakker van stakende rijksambtenaren?

 

‘Burgers halen opgelucht adem als de Belastingdienst staakt’, zegt Bekker. ‘Maar ik denk dat hij de acties probeert te verbreden naar de overige sectoren. Politie, zorg, onderwijs, daar heeft het publiek wel begrip voor.’ ‘Jan Willem speelt hoog spel door vast te houden aan zijn looneis van 2 procent’, zegt Strating. ‘Maar dat zou hij echt niet doen als hij geen goed vervolgscenario in zijn hoofd had.’ 

 


CV PIET HEIN DONNER

Piet Hein Donner (Amsterdam, 1948) studeerde na het behalen van het diploma Gymnasium-B rechten aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. In 1976 werd hij ambtenaar bij het directoraat-generaal buitenlandse economische betrekkingen van het ministerie van Economische Zaken. Van 1982 tot 1984 was hij gedetacheerd bij de parlementaire enquetecommissie Rijn-Schelde-Verolme. Daarna werd hij raadadviseur wetgeving publiekrecht bij het ministerie van Justitie. In 1990 trad hij toe tot de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, waarvan hij in 1993 voorzitter werd. In 1997 werd hij lid van de Raad van State. Van 2002 tot 2006 was hij minister van Justitie in de kabinetten Balkenende 1, 2 en 3. Van 2006 tot 2007 was hij lid van de Tweede-Kamerfractie van het CDA. In het kabinet Balkenende-4 was hij van 2007 tot 2010 minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Sinds oktober 2010 is hij minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.


CV JAN WILLEM DIETEN

Jan Willem Dieten (Zeist, 1951) studeerde na het behalen van het diploma Gymnasium-B fi losofi e in Nijmegen en daarna economie in Amsterdam (niet afgerond). Van 1975 tot 1980 was hij zakelijk coördinator bij een politieke uitgeverij. In 1980 werd hij administrateur en staff unctionaris fi nanciën en personeel bij het Jongeren Advies Centrum. Sinds 1987 werkt hij bij AbvaKabo. Daar hield hij zich vooral bezig met de sectoren welzijn, zorg en kinderopvang, aanvankelijk als regiobestuurder en later als sectorbestuurder. Namens AbvaKabo was hij bestuurder van verschillende pensioenfondsen, waaronder PGGM. Nu maakt hij deel uit van de Pensioenkamer ABP. Sinds 2005 is hij bestuurder van de sector Rijk en de eerste onderhandelaar bij de onderhandelingen over de CAO Rijk.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie