Diversiteitsbeleid als vechten tegen windmolens
Minister Ter Horst heeft zes (oud-)burgemeesters op pad gestuurd om allochtonen en vrouwen enthousiast te maken voor het burgemeesterschap. Een nieuw offensief om de overheid diverser te maken.
Al jaren is diversiteitsbeleid prioriteit. Het doel is een evenwichtige samenstelling van het personeel, met een substantieel aantal allochtonen, vrouwen en tegenwoordig ook ouderen en jongeren. De noodzaak hiervoor is geen onderwerp van discussie. Elke dienstverlener weet dat de organisatie beter draait als het personeel een afspiegeling is van de samenstelling van het publiek. Daar is de krapte op de arbeidsmarkt bijgekomen als extra argument.
De vele aangepaste wervingscampagnes, opleidingsprogramma’s en regelingen hebben bescheiden resultaten opgeleverd. In de salarisschalen 11 tot 14 bij de rijksoverheid bijvoorbeeld, steeg het aandeel allochtonen vorig jaar met 0,2 procent. Het percentage allochtonen gaat bij de ministeries de 13 procent echter niet te boven. Op lokaal niveau is de situatie niet beter. Het personeelsbestand van de gemeente Leeuwarden bijvoorbeeld, bestaat slechts voor 3,5 procent uit allochtonen.
De instroom van vrouwen verloopt voorspoediger, zonder indrukwekkend te zijn. De laatste vier jaar kwamen er bij het rijk in alle schalen een paar procent bij. Maar vanaf schaal tien zijn nog altijd twee van de drie ambtenaren man. Op topniveau is er slechts één vrouw op vijf of zes mannen.
Of de beleidsvoornemens tot snelle veranderingen leiden, is allesbehalve zeker. Volgens steekproeven van het ministerie van Binnenlandse Zaken wordt diversiteit door ambtenaren gewaardeerd met een 7,2. Maar volgens het Personeelsonderzoek 2008 is de waardering voor diversiteitsbeleid slechts een 6,6. Overheidsbreed is deze lauwe waardering voor diversiteitsbeleid ongeveer gelijk.
Minstens zo veelzeggend is het gedrag van de doelgroepen waar het om gaat. Onder allochtonen werkzaam bij het rijk is de uitstroom bijna nog groter dan de instroom, zoals vorig jaar het geval was bij vijf ministeries. Onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen heeft ook aangetoond dat allochtone rijksambtenaren afknappen op cultuurverschillen. Veelzeggend zijn de ervaringen van Raymond Kaitjily, topambtenaar van het ministerie van OCW. In het dagblad De Pers vertelde hij eind vorig jaar over zijn behandeling tijdens een werkbezoek. Hij moest zich legitimeren, zijn twee blonde delegatiegenoten niet. Ook maakte hij binnen de overheid keiharde discriminatie mee. ‘Aan mij hebben ze nooit gevraagd hoe het is om als allochtoon op te groeien binnen het rijk, met alle weerstanden van dien’, aldus Kaitjily.
De vasthoudendheid waarmee beleidsmakers zich inzetten voor diversiteit is indrukwekkend. Maar de vraag is of het geen mosterd na de maaltijd is. ‘Misschien willen de beter opgeleide allochtonen helemaal niet bij de overheid werken’, zo suggereerde onlangs een ambtenaar op een webforum. ‘Ik ken zat mensen van allochtone afkomst die op erg leuke posten zitten binnen het bedrijfsleven.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.