‘Digitalisering moet je als gemeente vooral zelf doen’
Ambtenaren zijn pessimistisch over de snelheid van digitalisering en kritisch over het rijksbeleid, bleek uit onderzoek van I&O Research en Binnenlands Bestuur. Strategisch informatieadviseur Jan Meijsen van Molenwaard vindt dat gemeenten hun eigen vermogen onderschatten. ‘Als we de krachten bundelen, levert dat meer op dan welk rijksprogramma dan ook.’
Ambtenaren zijn pessimistisch over de snelheid van digitalisering en kritisch over het rijksbeleid, bleek uit onderzoek van I&O Research en Binnenlands Bestuur. Strategisch informatieadviseur Jan Meijsen van Molenwaard vindt dat gemeenten hun eigen vermogen onderschatten. ‘Als we de krachten bundelen, levert dat meer op dan welk rijksprogramma dan ook.’
Niet doelmatig
Dat de digitale rijksprogramma’s van de afgelopen jaren niet doelmatig zijn geweest en dat er te veel van zijn, herkent Meijsen. De doelstelling van oud-minister Plasterk om het contact met de overheid al in 2017 digitaal te laten verlopen is in tegenspraak met de realiteit waarin burgers nog altijd twee keer naar het gemeentehuis moeten komen voor een paspoort, constateert hij fijntjes. ‘Het zijn ambitieuze plannen geweest, waar gemeenten in de praktijk niet veel aan hebben gehad. Het realiseren van digitalisering moet je als gemeente vooral zelf doen. Met Molenwaard, dat al jaren zonder gemeentehuis werkt, hadden wij al eerder ons eigen plan getrokken.’ Dat bleek nodig, want op landelijk niveau gebeurde er volgens Meijsen te weinig. ‘De verwachtingen van burgers worden intussen wel steeds hoger, omdat ze steeds beter worden bediend door bedrijven. Een Bol.com of een Coolblue kunnen al jaren producten binnen een dag leveren. Waarom duurt het dan vier dagen voor een folder van een gemeente binnen is?’
Meerwaarde
Toch ziet hij ook een duidelijke meerwaarde van de rijksprogramma’s. ‘Ze scheppen voornamelijk randvoorwaarden en zorgen er zo voor dat het onderwerp bij bestuurders op tafel komt te liggen. Dat is uiteindelijk wel belangrijk, zodat er geld voor wordt vrijgemaakt en het prioriteit krijgt.’
De rijkskaders voor ict vindt Meijsen in het algemeen goed. ‘GEMMA, de Gemeentelijke model architectuur, is prima. Maar er missen soms zaken. Dat er bijvoorbeeld bij het Wmo-berichtenverkeer in eerste instantie geen xml-bestandsformaat was inbegrepen vind ik echt een misser. Dat is de standaard voor de hele wereld. En, ik noem maar een dwarsstraat: waarom is de Berichtenbox eigenlijk nog eenrichtingsverkeer? Je krijgt als burger berichten, maar je kunt niet naar de Belastingdienst een bericht sturen waarom het je niet lukt om een aangifte te doen. Veel oplossingen hebben een goede intentie maar zijn het door behoudendheid of een gebrek aan echt doorpakken toch nét niet.
Wetgeving loopt achter
Wetgeving blijkt een remmende factor voor digitalisering volgens veel ambtenaren die meewerkten aan het onderzoek. Meijsen is het daar roerend mee eens. ‘We hebben nu alles dichtgeregeld, er wordt door het rijk amper ruimte gegeven voor experimenteren. Dan is het lastig digitaliseren.’ Wetgeving loopt volgens Meijsen per definitie achter op de samenleving, het duurt vaak jaren voordat een nieuwe wet van kracht wordt, terwijl de samenleving dan al enorm is veranderd. ‘Ondertussen wordt het wetgevingsapparaat steeds groter en wordt het tegelijkertijd ook moeilijker om te handhaven.’ Er zijn in Europa volgens Meijsen veel voorbeelden van goedwerkende digitalisering, die hier nog niet worden doorgevoerd terwijl ze wel haalbaar lijken. ‘Kijk bijvoorbeeld eens naar inloggen met bijvoorbeeld IDIN, het systeem voor online identificeren bij banken. Bij de overheid in Estland doen ze dat al jaren met veel succes. Dat zou toch ook voor gemeenten moeten kunnen werken? Er is te veel angst en dat heeft een remmende werking op digitalisering.’
Gemeentelijke software is een nichemarkt
Een andere in de enquête veelgenoemde oorzaak van trage digitalisering wordt gevormd door langlopende contracten met grote dienstverleners. ‘De gemeentelijke markt voor software is een nichemarkt en er is dus weinig concurrentie. Dat betekent in principe ook weinig innovatie.’ Toch moet Meijsen ‘een beetje lachen’ als gemeenteambtenaren zeggen dat ze door contracten met leveranciers, of door een niet-meewerkende rijksoverheid zelf niet kunnen innoveren. ‘Dat vind ik flauw en Calimero-gedrag. Gemeenten moeten zélf betere afspraken maken met deze partijen en andere oplossingen onderzoeken, creatiever worden en ook misschien wel bestuurlijk ongehoorzaam zijn naar het rijk toe, om beweging op gang te krijgen.’
'Gemeenten moeten het op eigen kracht doen'
Gemeenten moeten vooral gaan geloven in hun eigen kracht, stelt Meijsen ‘En dat zie je nu gelukkig gebeuren met het Samen Organiseren-initiatief van VNG Realisatie. Dat zal meer opleveren dan alle rijksprogramma’s ooit gedaan hebben, omdat rijksprogramma’s vooral van ‘bovenaf’ denken en initiatieven van ‘onderaf’ vaak niet omarmen. Zie bijvoorbeeld de proef met de stemapp, die werkt op blockchaintechnologie en via opensource ontwikkeld wordt. Omarm zulke ideeën nou! Als ministerie van BZK kun je daar toch tenminste eens naar kijken en meedenken om het idee te versterken. Maar wat volgt is een in mijn ogen nogal spastische primaire reactie: “Nee, dat mag niet. Stop het project.” Dan begrijp je het als BZK dus niet, vind ik. Er is een goed initiatief vanuit gemeenten waarbij je controle en regie kan behouden en je zegt alleen: ‘nee’? Niet handig!’
Dit is een ingekorte versie. Lees het volledige verhaal in Binnenlands Bestuur nummer 8 (inlog)
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.