'Digicommissaris bereikte te weinig'

Door de komst van Digicommissaris Bas Eenhoorn zijn een aantal zaken binnen de digitale overheid verbeterd, maar over de gehele linie heeft hij te weinig voor elkaar gekregen. Dat is de conclusie van een evaluatiecommissie nadat Eenhoorn tweeënhalf jaar bezig is. Er is onder meer te weinig aandacht voor een samenhangende visie, samenwerking, kennisopbouw en kennisdeling geweest. 

Te veel met geld bezig

De commissie met daarin Peter Veld (consultant ABDTOPConsult), Albert Meijer (hoogleraar publieke Innovatie) en Maarten Schurink (bestuursvoorzitter SVB) looft de digicommissaris voor het feit dat er een oplossing is gevonden voor de financiële problemen van de digitale overheid. Maar ondertussen lag de focus volgens de commissie te eenzijdig op geld, 'waardoor de inhoud van het werk naar de achtergrond verdween.'

'Digitalisering overheid gaat stagneren'
Een samenhangende visie, samenwerking, kennisopbouw en kennisdeling binnen de digitale overheid ontbreekt nog altijd. 'Als de overheid op deze voet doorgaat, zal de doorontwikkeling van de digitale overheid stagneren. Dit raakt de overheid in haar hart, en gaat ten koste van het maatschappelijk effect dat zij sorteert; in beleidsvorming, dienstverlening en handhaving', zo schrijven de rapporteurs.

Komst mogelijke minister van ICT
Digicommissaris Bas Eenhoorn maakte onlangs kenbaar dat hij zijn ontslag wil aanbieden bij het nieuwe kabinet, als deze een nieuwe bewindspersoon aanstelt die regie voert over de digitale overheid. Eenhoorn schreef dat in een brief aan de Tweede Kamer, waarin hij de periode van tweeënhalf jaar als Digicommissaris evalueert. ‘Ik ben bang, dat als ik pas later aangeef dat ik mijn functie ter beschikking stel, er rekening wordt gehouden met mijn positie en functie.’

Departementen zien geen toekomst voor Digicommissaris
Volgens de commissie is het draagvlak voor het arrangement van de Digicommissaris bij de gemeenten, provincies en waterschappen behoorlijk. 'Weliswaar wordt daar ook wat kritiek gedeeld, maar per saldo overheerst een positief gevoel: de decentrale overheden worden eindelijk betrokken in de besluitvorming rond de digitale overheid.' Tegelijkertijd zijn departementen kritisch over het arrangement, en zien zij geen toekomst voor de Digicommissaris. Ook zijn zij kritisch over de wijze waarop de verantwoordelijkheid voor de digitale overheid is verdeeld; met één departement dat verantwoordelijk is voor de digitale overheid voor burgers (BZK), en één voor de digitale overheid voor bedrijven (EZ).

Het volledige evaluatierapport is hier in te zien.