Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

Den Helder kruipt uit haar schulp

In het in de oorlog zwaar gebombardeerde Den Helder kwam je alleen op doorreis naar Texel. Tenzij je een loopbaan bij de marine ambieerde. Maar wie de afgelopen jaren in de file stond voor de boot, zag aan de overkant van het water een horecacomplex verrijzen. Winkelstraten gingen op de schop. Een teken dat er iets aan het gebeuren is in ‘het zwarte gat onder Texel’.

11 september 2020
den-helder-luchtfoto.jpg

‘Jutters’ mogen weer trots zijn op hun stad

Ver weg in eigen land
Deze zomer brengt Binnenlands Bestuur vier reportages over het leven en welzijn aan de rand van Nederland. Deel 4: Den Helder

Den Helder is de meest gebombardeerde stad van Nederland: 323 bombardementen, voornamelijk door geallieerden. De Duitsers hadden twee wijken neergehaald om ruimte te maken voor hun verdedigingswerken en natuurlijk de marinehaven overgenomen. Na de oorlog moest de stad snel weer worden opgebouwd om de geëvacueerde ‘Jutters’ terug naar huis te krijgen. Decennialang bepaalde goedkope, lelijke bouw het stadsbeeld. ‘Daar wil je niet dood gevonden worden’, kregen ‘Jutters’ vaak te horen over hun stad. En ze gingen erin geloven. Een Calimero-complex was geboren: het echte trauma van Den Helder. Maar de wederopstanding is begonnen.

De wethouder
‘Waar zouden we zijn zonder de marine?’, verzucht uitbaatster Esther Slikker van het karakteristieke, ruim een eeuw oude, Hotel Woud aan de Helderse Binnenhaven. Een ontmoetingsplek van alle geledingen van de Helderse samenleving, merk ik zelf later die dag. Wethouder Pieter Kos opperde de plek om te overnachten en is er zelf kind aan huis. Onlangs schreef hij over de stadvisie voor Den Helder: Helders Perspectief. De weg van krimp naar groei is ingezet en het is nu zaak om ‘mee te bewegen op wat er gebeurt en te versterken van wat goed gaat’, schreef hij. Kos verliet de stad zelf in 1995 om in Leiden te studeren. Hij zat daar voor GroenLinks in de gemeenteraad.

In 2014 won de Stadspartij Den Helder de verkiezingen glansrijk: 11 van de 31 zetels. De geboren ‘Jutter’ Kos, die destijds een organisatieadviesbureau bestierde, werd gevraagd om wethouder te worden in zijn geboortestad. Zes jaar later is hij het nog steeds. ‘Ja, ik kom van de linkerflank, maar ze kennen mij’, verklaart hij de opvallende overstap. Inmiddels staat hij aan de wieg van een langzame, maar zekere wederopstanding van de havenstad. Een stedelijke vernieuwingsslag moet de vooroorlogse stratenstructuur terugbrengen en de stad weer enige allure geven, nadat de bombardementen, de lelijke heropbouw, de centralisaties door het rijk en de vele bezuinigingen van de Koninklijke Marine het zelfvertrouwen van de stad hadden weggenomen. ‘Nu door Trump de NAVOnorm weer omhoog is gegaan neemt de marine weer meer mensen aan.’

Ook liggen er kansen in de energietransitie. Olie en gas waren er al en nu biedt ook de wind mogelijkheden. En de stad ziet het aantal inwoners bestendig groeien, deels uit de regio, voor de nieuwe appartementen, maar ook uit Amsterdam en Alkmaar. ‘Wij hebben betaalbare huizen en goede voorzieningen. En we hebben nog bouwruimte.’

Den Helder heeft een vergrijsde bevolking en daarom een vervangingsvraag van tussen 5.000 en 7.000 vacatures, grotendeels bij de marine: technische functies, maar ook op de vaart en op de kantoren, aldus Kos. ‘De jongeren zijn de laatste decennia vertrokken. We kunnen uit de regio 2.500 vacatures vervullen, dus er is een tekort.’ De stad probeert mensen te verleiden met een totaalaanbod, de zogenoemde ‘wasstraat’: een baan, ook voor de partner, een school, een betaalbaar huis en goede voorzieningen, zoals ‘de beste bieb ter wereld’ (waarover later meer). Kinderen uit Noord-Holland worden voor excursies met bussen naar Den Helder gebracht en online moet het imago van de stad verbeteren via banners bij vacatures. ‘We doen het met ‘show, don’t tell’.’

De marine
We fietsen door de stad en komen als vanzelf bij het terrein van de Koninklijke Marine. De stad lijkt een soort haat-liefdeverhouding te hebben met de marine. Ze heeft er veel aan te danken, zoals werkgelegenheid. De grootvader van Kos kreeg er een baan en een huis. Dat haalde zijn vrouw over naar de stad te komen. Maar de marine neemt ook veel ruimte in en staat die niet zo gemakkelijk af.

Bij Willemsoord hield voor de Jutters de stad op, vertelt een Helderse. Tot die oude rijkswerf twintig jaar geleden toch geheel in handen kwam van de gemeente en die ervoor koos het terrein in te richten als cultuur- en horecacomplex. Subsidies voor de restauratie liepen op tot 80 miljoen euro. Vele horecazaken in de Koningstraat, het voormalige uitgaansgebied, zijn overgeplaatst naar Willemsoord. Het moet nog meer gaan leven bij de Jutters, maar musea, een theater, een bioscoop en vele restaurants, cafés en een club moeten van het terrein de trots van Den Helder maken.

Trots is Kos ook op de Beatrixstraat, voorheen een lelijke vervallen straat, midden in het centrum, maar nu opgeknapt met de herbouw van historische gevels, bomenrijen en een nieuw kruispunt met allure dat de overgang naar Willemsoord markeert. De maandelijkse Juttersmarkt is er gaande als we de fietstocht eindigen bij een café aan een plein dat vol zit met Jutters aan het bier, een traditie na de Juttersmarkt.

De ondernemer
Daarna ontmoet ik avonturier, horecaondernemer en evenementenorganisator Kees Schoemaker. Een naam die iedere Jutter kent en niet louter positieve reacties uitlokt. Hij zou veel initiëren, maar weinig afmaken, waardoor sommige mensen met de gebakken peren bleven zitten. Toch krijgt hij dingen voor elkaar die niemand voor mogelijk hield en dat dwingt ook respect af. Het verhaal dat hij in 1992 een Russische onderzeeër in Nederlandse wateren bracht, gewoon om te laten zien dat het kon, is legendarisch.

De 66-jarige oud-Veronica-dj groeide op in het ‘armoedige’ dorp Huisduinen, oudste nederzetting in de gemeente Den Helder (negende eeuw), waar hij speelde in ‘natuur die nog niet beschermd was’. ‘Ik hield van die ongereptheid.’ Vanaf de jaren ’70 begaf hij zich in de Amsterdamse avantgarde en het nachtleven, waar de gekste ideeën werden uitgevoerd. Die houding bracht hem naar Texel en halverwege jaren ’80 weer naar Den Helder. Horeca beginnen in Huis duinen, vanuit de stad een kwartier fietsen over de prachtig groene dijk, zou ‘gekkenwerk’ zijn. Maar Schoemaker deed het. Een café-restaurant, een familierestaurant en even verderop strandpaviljoen Factor 30, ‘al 35 jaar mijn bezit’.

Met zijn jeep racet hij over het duin naar de keet, waar we praten over Den Helder, al turend over de kalme zee, terwijl de schepen voorbijvaren. Af en toe zwaait Schoemaker naar een bekende op het strand. ‘Ongemerkt ongerept’ noemt hij Den Helder. ‘Onbewust heeft de stad pas op de plaats gemaakt en gaat de stad weer terug naar haar kern.’ Den Helder is meer dan een marinestad, voegt hij eraan toe. De stad is ‘misbruikt’ in de jaren ’70 en ’80. De lelijke bouw wordt nu vervangen.

Hij roemt daarvoor de integere, bescheiden Gerrit Seegers, oud-directeur van de Woningstichting, die veel plannen had en veel heeft betekend voor vernieuwing en sociaal-maatschappelijke heropbouw van de stad. ‘Den Helder moet meegaan in de ontwikkelingen van deze tijd. Toerisme is nu anders dan vroeger. Geen massa’s meer, maar meer spreiding. En CO2-neutrale huisjes. Ik ben er ook mee bezig. Dat geeft kansen voor later.’ Over tien jaar kan Den Helder net zo zijn als Texel nu, verwacht hij, ‘maar meer gemoderniseerd, met ruimte en voorzieningen’.

De jongere
In Stadscafé Flow spreek ik Joey van Spelden (17), die al jongerenactiviteiten organiseert vanaf zijn twaalfde en in 2018 het Bunkerfestival begon. ‘We hebben leuke horeca, maar je wilt niet dat jongeren al op hun dertiende gaan drinken. Ik wilde hen iets anders bieden. We organiseerden feesten waar zowel jongeren als ouderen iets aan hadden. Vrijwilligers zochten we in en buiten onze omgeving. Zo verbind je mensen met elkaar.’

Klasgenoten van zijn voormalige mboopleiding ‘entertainment en events’ in Haarlem, noemden Den Helder ‘het zwarte gat onder Texel’. Geen plek waarmee je als jongere wilt worden geassocieerd. Maar Joey besloot in Den Helder te blijven. Wil er ondernemer worden. Net als zijn vader. Afkomstig uit Tuindorp, niet de sterkste wijk van Den Helder, maar volgens Joey wel ‘heel gezellig’, besloot hij voor kinderen daar activiteiten te organiseren. ‘Voor kinderen tussen tien en vijftien is hier erg weinig te doen’. Afgelopen zomer werd hij gevraagd iets te organiseren voor Helderse jongeren die geen vakantie hebben. Zes weken lang was het ‘Gameday’, zowel online als fysiek, waarbij Helderse bedrijven ook banen aan jongeren konden aanbieden. ‘We mochten vanuit een pop upstore streamen, het was een groot succes, met BN’ers en YouTubers.’ Ook heeft hij samengewerkt aan een livestream voor jongeren, zodat ze in coronatijd thuis bleven en niet illegaal gingen feesten in het bos. ‘Het werkte goed tegen de verveling.’

De laatste jaren knapt Den Helder op, merkt hij. ‘Dat mooie industriële zie je terug. Den Helder verbetert, maar draait wel op de marine: geen marine, geen Den Helder.’ Als je minder afhankelijk daarvan wilt zijn, moeten er meer bedrijven k omen, zegt Joey. ‘De gemeente moet erin investeren.’ Hij studeert manager retail op het ROC Schagen. ‘Later wordt Den Helder de standplaats van mijn onderneming. Van daaruit ga ik uitbreiden.’ Veel Helderse jongeren willen naar Amsterdam. ‘Ik ging eerst ook naar Haarlem, want daar was de beste mbo-opleiding. Je hebt hier een ROC, maar niet die opleiding. Als gemeente zou ik meer opleidingen initiëren. Bied opleidingen en banen, dan trek en behoud je mensen.’ Joey ziet ook graag grotere ketens in het centrum en wil dat het verkeer naar de Texel-boot wordt omgeleid, ‘zodat het leuker is om naar de binnenstad te komen’. ‘We moeten ons focussen op de doelgroep van twintig jaar. Zij zijn net klaar met hun opleiding en maken hun keuzes.’

De bibliotheek
Aan het eind van de Beatrixstraat, richting Willemsoord, doemt een mooie gevel op. ‘School 7’ staat erop, maar het is de bieb. Er staat ‘beste bibliotheek ter wereld’. Dat kan niet kloppen. ‘Toch wel, in 2018 was onze bieb de beste van de wereld’, vertelt pr-medewerker Anita Ruder. Ze wist niet wat haar overkwam, toen de bieb op de shortlist stond voor beste bibliotheek van Nederland en dat werd. Maar toen mocht ze naar Kuala Lumpur voor de prijsuitreiking voor beste bieb ter wereld, in de race met steden als Singapore, Oslo en Austin. ‘En we wonnen! Wij, uit Den Helder.’

Het gebouw heeft stijl. De nieuwe gevel is om een oude school heen gebouwd. Aan de ene kant de Beatrixstraat, aan de andere kant Willemsoord. De bieb herbergt de historische vereniging en doet veel aan ‘sociaal duurzaamheid’, zoals taalcursussen en opleidingen van de Volksuniversiteit. We kijken door het raam naar de vernieuwde Beatrixstraat. Ruder vertelt enthousiast over Woningstichting Den Helder die de opbrengst van verkoop van woningen in de stad heeft geïnvesteerd. De gevelontwikkeling in de Beatrixstraat is een pak van haar hart. ‘De trespa platen en plastic overkappingen waren zo lelijk en het waaide altijd in de straat.’ Nu staan er bomen, zijn er nieuwe gevels en is de straat doorgetrokken tot de watertoren. ‘Er was een collectief minderwaardigheidscomplex over Den Helder, nu zijn de mensen trots op hun stad.’

Colleges van andere steden komen op bezoek om te zien hoe Den Helder het winkelrondje heeft verkleind en winkels in de omliggende straten tot woningen verbouwt. Den Helder is de enige stad die aan drie kanten door water wordt omringd, vertelt ze. ‘Die verbinding met het water zag je niet. Nu wordt dat benadrukt door de verbinding van de vuurtoren tot Willemsoord, en straks door een nog af te maken strook van het station tot de dijk.’

Als de duisternis over de havenstad is gevallen, is het nog gezellig in het bruine café van Hotel Woud. Iedereen in Den Helder lijkt elkaar te kennen. Nu moet Nederland Den Helder nog leren kennen.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie