De gemeenteraad en webcam etiquette
Ach, dit alles voor ‘de democratie’. En dan begint de vergadering met de raadsleden op vierkante schermpjes. En na al die maanden wendt het (nog) niet. Voor mij heeft het geen statuur dat past bij het hoogste bestuursorgaan van de gemeente. En daar gaat een raad vaak prat op.
Bijna elke donderdag zit ik gereed met twee doppen op mijn oren voor de digitale raadsvergadering. Twee beeldschermen voor me. Samen met de voorzitter en een collega zitten we apart in een zaal in het stadhuis. Meer collega’s zitten in een andere zaal voor het inloggen en het uitzenden van de vergadering.
Ach, dit alles voor ‘de democratie’. En dan begint de vergadering met de raadsleden op vierkante schermpjes. En na al die maanden wendt het (nog) niet. Voor mij heeft het geen statuur dat past bij het hoogste bestuursorgaan van de gemeente. En daar gaat een raad vaak prat op. Natuurlijk het is aardig om op die schermpjes te zien hoe raadsleden gehuisvest zijn, zich in hun vrije tijd kleden en hen te zien eten en drinken. Maar enige statuur? Ach, eerlijkheidshalve moet ik toegeven dat ik zelf van de weeromstuit mijn handelsmerk, de stropdas, ook maar achterwege laat. En vervolgens beweeg ik tijdens de vergaderingen driftig heen en weer tussen de schermen. En ook dat ziet er niet uit!
Natuurlijk politiek bedrijven is geen uiterlijk vertoon. En gezag haal je uit handelen. Maar we kennen niet voor niets het woord ‘aanzien’. En ik gun raden graag aanzien bij hun inwoners. Dus enige aandacht voor de verschijning is geen luxe.
De eerlijkheid verdient het wel op te merken dat digitale politiek niet alleen maar kommer en kwel is. Want voor technische toelichtingen en het bevragen en overhoren van wethouders is het een mooie oplossing. Inwoners krijgen geen inspiratie van dergelijke vergaderingen waar het eigen jargon dat wordt gebezigd door raadsleden en wethouders bijna altijd technisch van aard is .
Verder is het best knap dat al snel na de eerste corona-maatregelen het mogelijk werd digitaal te vergaderen en te stemmen. Maar in essentie vraagt politiek bedrijven de ontmoeting, elkaar zien, horen, bijna voelen. Het vraagt wandelgangen, het vraagt elkaar kennen een zekere relatie.
Nu Corona ons langer dwingt te werken met de anderhalve meter ontmoeting en de digitale vergadering wordt het tijd over andere stappen na te denken. Moeten we over gêne heenstappen en zorgen dat de hybride raadsvergadering mogelijk wordt ( er wordt fysiek vergaderd, maar degenen die niet kunnen/willen mogen via beeldverbinding deelnemen ). Wordt het tijd dat raadsleden ondersteund worden bij de anderhalve meter ontmoeting met inwoners. Bij het minimale stadhuiswerk en dan de fysieke ontmoeting tussen raadsleden. Meer digitale politiek vraagt slimme veranderingen en biedt ook kansen. Want waarom blijven we het overhoren van wethouders in vergadervorm doen. Neem de vragen van raadsleden over een agendapunt op beeld op. Het college reageert en beantwoordt in een soort college pod-cast. De techniek knipt en plakt dat aan elkaar en er is alsnog een mooie ‘vergadering’ online. Ga raadspanels opzetten waar raadsleden vragen aan inwoners kunnen stellen. En omgekeerd roep digitale raadsspreekuren in het leven. Vraag het college niet te volstaan met een ‘schriftelijk’ raadsvoorstel, maar benut ook beeld. Volgens mij ligt hier ruimte voor griffies om aan de slag te gaan. En te zorgen dat het digitale raadswerk kwaliteit heeft, er goed uitziet en ook daarmee aanzien krijgt.
Jan Dirk Pruim
Lees hier alle columns van Jan Dirk Pruim
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.