BZK: disbalans taken gemeenten en bekostiging
Taken en bekostiging ervan sluiten slecht op elkaar aan en de beleidsvrijheid van gemeenten wordt steeds verder uitgehold.
![De balans tussen taken, verantwoordelijkheden en bekostiging is zoek](https://cdn.binnenlandsbestuur.nl/styles/hero/cloud-storage/2024-06/shutterstock_1016880346%20disbalans.jpg?itok=2I52t8ZX)
De taken waarvoor gemeenten aan de lat staan sporen lang niet altijd met het geld dat ze daarvoor van het rijk krijgen. Minister De Jonge (Binnenlandse Zaken) erkent dat er scheefgroei is ontstaan. Herstel van die disbalans is nodig.
Wmo
Hij schrijft dat in een eerste evaluatie van één jaar Actieagenda Sterk Bestuur, waarin intenties zijn opgesteld tot een beter samenspel tussen centrale en decentrale overheid.
Een van de beleidsterreinen waarop volgens de demissionair bewindsman sprake is van die scheefgroei in het zogeheten bestuurlijk-financieel arrangement is de Wmo, dat wil zeggen de taken die onder die Wet maatschappelijke ondersteuning vallen.
De bedoeling van de decentralisatie van die taken in 2015 was dat gemeenten een belangrijke mate van beleidsvrijheid en sturingsmogelijkheden kregen en die konden benutten om lokaal (beleids-)keuzes te maken ten aanzien van voorzieningen. De verschillen tussen gemeenten in het aanbod, de kwaliteit en de toegang tot voorzieningen stuitten echter op onbegrip bij inwoners, die vervolgens de rechter aan hun zijde vonden. Ook bleken inwoners een ruim beroep te kunnen doen op gemeentelijke ondersteuning terwijl gemeenten daar onvoldoende op kunnen sturen. Door die factoren bleken gemeenten minder beleidsvrijheid te ervaren om keuzes te kunnen maken en daarmee vat te krijgen op de uitgaven, terwijl ze grotendeels wel de financiële risico’s dragen. De beleidsvrijheid van gemeenten, zo constateert De Jonge, is verder beperkt door sturing vanuit het rijk in de vorm van nieuwe wet- en regelgeving en/of bestuurlijke afspraken, zonder de bekostiging daarop aan te passen.
Jeugdwet
Een ander voorbeeld waar de balans volgens De Jonge moet worden verbeterd, is de Jeugdwet. Ook daar ervaren gemeenten te weinig beleidsvrijheid om goed te kunnen sturen op de uitgaven, mede als gevolg van weinig maatschappelijke en juridische acceptatie voor lokale verschillen en het feit dat ook andere partijen dan gemeenten jeugdzorg mogen toewijzen. Gemeenten hebben daardoor volgens de minister ‘onvoldoende grip op de uitgaven, terwijl zij grotendeels de financiële risico’s dragen.’
Uitholling
Ook verwijst De Jonge in zijn brief aan de Tweede Kamer naar een advies van de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) waarin wordt aangegeven dat taken, verantwoordelijkheden en bekostiging steeds slechter op elkaar aansluiten en de beleidsvrijheid van gemeenten en provincies steeds verder wordt uitgehold. De ROB adviseerde om per beleidsterrein de rol van decentrale overheden expliciet te maken en bekostiging en risicodeling te laten sporen met de toegekende beleidsvrijheid. De Jonge laat een kabinetsreactie op dat advies echter aan het volgende kabinet.
Reacties: 4
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.