Advertentie

De geest uit de fles

Bij een mogelijke integriteitsschending in een gemeente, hoort een reactie die niet alleen slagvaardig is, maar ook en vooral zorgvuldig, stelt Frank Kerckhaert, voorzitter van de Onderzoeksraad Integriteit Overheid

11 december 2014

De ene man in pak priemt een ander met een uitgestoken vinger in de borst. Er vallen klappen. Anderen stuiven aan om mee te doen. Een enkeling heeft zoveel haast dat hij over een bankje heen springt. Er ontstaat een kluwen van duwende en schreeuwende mannen. Bodes proberen tevergeefs de vechtersbazen tot bedaren te brengen.

Een knokpartij in een buitenlands parlement. Om de paar maanden is er wel een te zien op een televisiejournaal. Laatst was Zuid-Afrika aan de beurt, daarvoor Venezuela, Taiwan, Oekraïne en Zuid-Korea.

Zoiets is nooit een verheffend schouwspel. Als volksvertegenwoordigers het niet meer met woorden af kunnen, verliest de democratie. Gelukkig kennen we dat in Nederland niet. Toch moet ik ook hier wel eens aan zo'n parlementair opstootje denken. Dat komt vooral bij mij op als volksvertegenwoordigers elkaar zeer emotioneel bejegenen. Ik kan mij niet voorstellen dat politici die elkaar kort tevoren met een microfoonstandaard hebben willen slaan, in staat zijn om aandachtig te luisteren naar elkaars gedachten over een wetsvoorstel of een bepaalde paragraaf uit een begroting. Zelfs niet na een time-out.

Vaker dan voorheen zie ik bij politici – en ik beperk mij dan maar even tot de lokale politiek – de neiging om er emotioneel en vol in te gaan wanneer een integriteitskwestie speelt. De vermeende misstand wordt voor waar aangenomen en daaraan wordt dan ook maar meteen een stevig moreel oordeel over betrokkene gekoppeld.
 

Begrijpelijk is die reflex wel. In de politiek draait het nu eenmaal om tegenstellingen. Al stemt een raadslid van de oppositie in 75 procent van de gevallen met de coalitie mee, met die overige 25 procent moet hij of zij zich profileren. Dat betekent ook dat kritiek scherper wordt aangezet dan strikt genomen achteraf gerechtvaardigd kan zijn. Een raadslid mag best zeggen dat de voorgenomen verbouwing van het zwembad de gemeente tot de bedelstaf zal brengen of dat de burgemeester de georganiseerde misdaad ruim baan geeft door een vechtsportevenement toe te laten. Zo komt de boodschap in elk geval over.

Maar als het om de persoonlijke integriteit van bestuurders, raadsleden of ook gemeenteambtenaren gaat is het niet verstandig om op die manier het politieke debat te willen voeren. Bij een mogelijke integriteitsschending in een gemeente, hoort een reactie die niet alleen slagvaardig is, maar ook en vooral zorgvuldig. Dat geldt voor het uit te voeren onderzoek, maar ook voor de politieke verantwoording.

Wanneer in de raadszaal het verwijt wordt uitgesproken dat iemand niet integer is, dan komt er een geest uit de fles die zich niet meer zo eenvoudig terug laat stoppen. De aangesprokene kan zich immers niet verdedigen door à la minute het bewijs te leveren dat hij wél integer is. Het politieke debat wordt daardoor in de kiem gesmoord. Het effect is een verstoring van de bestuurlijk-politieke verhoudingen die nog lang kan doorwerken. Dan toch liever eerst de aandacht richten op de feiten. Dat morele oordeel wint aan kracht als het pas daarná komt.


Frank Kerckhaert is voorzitter van de Onderzoeksraad Integriteit Overheid

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie