De Europese Unie is een stokpaardje
Uit dat onderzoek bleek dat voor driekwart van de kleinere gemeenten toegang tot EU-fondsen de belangrijkste prioriteit is.
Geeft Brussel geld voor arbeidsmarktbeleid?’ ‘Zit onze provincie ook in Brussel?’ ‘Wat is dat MFK eigenlijk?’ ‘Onze nieuwe collega, vers uit de studiebanken, weet niets van hoe de EU werkt!’ Vergelijkbare uitroepen hoor ik regelmatig in gemeente- en provinciehuis. Hoe overbruggen we de kloof tussen hoger onderwijs en de werkvloer?
In het afgelopen decennium floreren opleidingen in het internationale domein: Europese studies, internationale betrekkingen of, de studie van onze kroonprinses: Politics, Psychology, Law and Economics. Studenten kunnen de EU-organisaties opdreunen: de Europese Commissie, de Raad van 27 lidstaten, het Europees Parlement, de Rekenkamer, het Hof. Ze lezen dikke pillen en academische artikelen over ‘Europeanisering’, bestuderen de politiek van staatshoofden en gaan op werkbezoek naar Brussel’ — de EU, de NAVO, en bier op de Grote Markt.
Wat in curricula vaak onbesproken blijft, is dat aan overheidsbeleid geld kleeft. De Europese uitgaven (in 2023: 227 miljard) worden al naar gelang de politieke kleur van de spreker geframed als te hoog of juist te laag. In de praktijk is het EU-budget met zijn programma’s en fondsen een peen of een zweep voor door 27 overheden gewenste actie. Denk aan vergroening, werkgelegenheid, de digitale transitie van het mkb en lokale organisaties. Inderdaad: de plek waar onze jongeren hun eerste baan hebben.
Dit voorjaar ondervroeg de Universiteit Utrecht 107 gemeenten. Uit dat onderzoek bleek dat voor driekwart van de kleinere gemeenten toegang tot EU-fondsen de belangrijkste prioriteit is om Europees actief te zijn. Het onderzoek in opdracht van koepels VNG en IPO bevestigde ook wat veel EU-werkenden dagelijks verzuchten: de EU is een stokpaardje. Eén gedeputeerde, burgemeester of wethouder met Europese interesse trekt de organisatie mee. Is die er niet, dan hebben medewerkers moeite om collega’s te overtuigen van het harde nut van Europees werken. De wetenschappers benadrukken dat Nederland daardoor kansen mist en bevelen aan om aandacht aan de EU te besteden in inwerk- en opfrisprogramma’s.
Mijn droom: een EU-academie voor ambtenaren van álle bestuurslagen
Dat gebeurt in de praktijk gelukkig al veel. Welke fondsen zijn er, hoe komt ‘ons’ EU-standpunt tot stand, hoe onderhoud je een netwerk en maak je een projectbegroting? De stichting Hartman heeft een leergang voor en door Young European Professionals, ministeries laten ervaren Brusselaars nieuwe collega’s scholen, en sommige provincies huren subsidie adviesbureaus in, die alles weten van Brussel als pinautomaat.
Daarbij drie aandachtspunten.
Eén. Het is lovenswaardig en nodig, maar inefficiënt dat overheidsorganisaties allemaal apart en bottom-up hun EU-scholing organiseren. Verkokering is volgens het recente Europarapport van de Adviesraad Wetenschap en Innovatie (AWTI) vaste prik in het Nederlandse Europabeleid. Het wiel opnieuw uitvinden is niet alleen koren op de molen van de consultancy, maar zorgt vooral voor stremming op het retourtje Brussel.
Twee. Waar we van docenten in het publiek onderwijs didactische vaardigheden verwachten, is onderwijservaring in voornoemde Europatrainingen niet nodig. Programma-opbouw, leerdoelen en moduleontwikkeling, begeleiding, casuïstiek… Zien we didactiek als vak, of aangeboren bij elke ambtenaar of subsidieadviseur die geen angst heeft voor een groep te gaan staan? Mijn ambitie: een EU-academie voor ambtenaren van álle bestuurslagen, met een didactisch valide cursusaanbod, door en voor de praktijkmensen op het retourtje Brussel.
Drie. Europa in alle inwerkprogramma’s: doen! De beroepspraktijk repareert zo, wat kranten en scholen laten liggen. Gebrek aan feitenkennis over hoe Nederlanders dagelijks werken in en met de EU, versluiert de inhoudelijke dilemma’s waar de overheid voor staat. Neem het geld, waaraan na jaren van herstelpakketten nationale én Europese schaarste komt. Willen we met die ene euro onze krimpregio’s steunen of Oekraïne heropbouwen? Is er genoeg geld bij provincies voor de cofinanciering van regionale EU-fondsen? Willen we China de loef afsteken, maar blijven we afkerig van staatssteun, waardoor onze familiebedrijven naar Polen vertrekken?
Dat die dilemma’s de komende weken welig mogen tieren in de verkiezingsdebatten.
Mendeltje van Keulen vervangt de rest van dit jaar Geerten Boogaard.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.