‘Culturele afstand achter politieke onvrede’
De culturele afstand die praktisch geschoolden ervaren tot politici, verklaart grotendeels hun politieke onvrede.
Socioloog Kjell Noordzij (28) promoveerde onlangs in Rotterdam op zijn proefschrift Revolt of the Deplored: Perceived cultural distance and less-educated citizens’ political discontent. De ervaren culturele afstand tot politici onder praktisch geschoolden draagt volgens Noordzij bij aan uitingen van politieke onvrede en heeft mogelijk ingrijpende gevolgen voor het functioneren van de democratie.
Deplorabelen is een beladen woord. Hillary Clinton zei het in de presidentscampagne van 2016 en het kostte haar het presidentschap.
‘Velen voelden dat Hillary Clinton op hen neerkeek. Ik heb het in mijn proefschrift ook niet over de deplorables, de beklagenswaardigen, maar over de deplored – de mensen die beklagenswaardig zijn gemaakt. Mensen op wie wordt neergekeken. De mensen die ik voor mijn promotieonderzoek heb gesproken ervaren dat ook zo. Praktisch geschoolden voelen zich vaak niet vertegenwoordigd door politici, die vaker theoretisch geschoold zijn en een andere leefwereld hebben. Ook hebben ze het gevoel dat politici, die ver van hen af staan, op ze neerkijken. Dat leidt tot ergernis.’
En die ergernis uit zich in welke revolte?
‘In het laatste hoofdstuk van mijn proefschrift introduceer ik in filmpjes twee politici: Roderick van der Veer en Rob de Bruin. De eerste gaat graag naar het theater, draagt een pak en komt elitair over. De tweede gaat graag naar het café, draagt een schipperstrui en heeft een tattoo op zijn arm. Praktisch geschoolden herkennen zich vooral in die tweede politicus. Mijn onderzoek laat zien dat praktisch geschoolden die de elitaire Roderick van der Veer zagen meer steun uitspreken voor agressieve acties tegen de overheid dan zij die geconfronteerd werden met de volkse Rob de Bruin. Roderick, wiens leefwereld over het algemeen een hogere status geniet in de politiek, confronteert hen namelijk met hun ondervertegenwoordiging. Dat praktisch geschoolden in toenemende mate ondervertegenwoordigd zijn in de politiek, heeft dus mogelijk gevolgen voor de manier waarop zij zich verhouden tot de representatieve democratie.’
Meer dan negentig procent in de Tweede Kamer is nu theoretisch geschoold, terwijl dat in de maatschappij zo rond de 35 procent is
Je schrijft dat de Nederlandse politiek wordt gekenmerkt door sterke ondervertegenwoordiging van praktisch geschoolden. Is dat niet overal zo en van alle tijden?
‘Het is niet van alle tijden. In de tijd van de verzuiling was de verhouding iets evenwichtiger. In de jaren 50 was 50 procent van de Kamerleden theoretisch geschoold. In de laatste decennia is er een enorme scheefgroei ontstaan. Dit fenomeen wordt ook wel diplomademocratie genoemd. Meer dan negentig procent in de Tweede Kamer is nu theoretisch geschoold, terwijl dat in de maatschappij zo rond de 35 procent is. Ik wilde weten waar die politieke onvrede onder praktisch geschoolden vandaan komt. De verklaring wordt vaak gezocht in het gebrek aan kennis of de slechtere economische positie van praktisch geschoolden. Hoewel die factoren zeker meespelen, is meer nodig om de onvrede te kunnen verklaren. De onvrede onder praktisch geschoolden kan ook, zoals ik in mijn onderzoek laat zien, begrepen worden door hun ervaren culturele afstand tot politici. Praktisch en theoretisch geschoolden leven in verschillende werelden. Ze denken niet alleen anders over allerlei culturele thema’s, maar hebben ook een andere levensstijl, manier van spreken en andere ervaringen. Praktisch geschoolden herkennen zich daarom ook niet in veel theoretisch geschoolde politici.’
Is gemeenteland niet anders, met al die lokale partijen?
‘Het vertrouwen in de lokale politiek is doorgaans hoger dan het vertrouwen in de landelijke politiek. Dat zou je vanuit de verklaring die ik heb ontwikkeld kunnen duiden. Voor veel mensen kan een gemeente dichterbij voelen, en lokale politici kunnen eenzelfde leefwereld delen – ze delen tradities, een manier van spreken, hebben met elkaar op school gezeten. Praktisch geschoolden kunnen daardoor ervaren dat de gemeentepolitiek dichter bij hun belevingswereld staat. Theoretisch geschoolden zijn er ook iets minder oververtegenwoordigd, en dus is hun leefwereld er niet zo ingesleten als in de landelijke politiek.’
Praktisch geschoolden kunnen daardoor ervaren dat de gemeentepolitiek dichter bij hun belevingswereld staat
Het advies aan politieke partijen?
‘Politieke partijen doen steeds meer hun best om andere ondervertegenwoordigde groepen, zoals mensen van kleur en vrouwen, op hun kieslijsten te zetten, maar ze zouden ook meer praktisch geschoolden kunnen werven. Maar daarvoor is wel nodig dat in de politiek, en in de samenleving, meer begrip ontstaat voor de leefwereld en ervaringen van praktisch geschoolden.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.