Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

Veel rook, geen vuur

‘Dossieronderzoek naar de opdrachtverstrekking voor de bouw van het project Scholeneiland in Odijk heeft geen verdenking van enig strafbaar feit opgeleverd.’ Burgemeester Hans Martijn Ostendorp van de gemeente Bunnik, waar Odijk onder valt, leest in april 2016 de conclusie met een zucht van verlichting.

26 augustus 2016

De gemeente Bunnik zou sjoemelen met aanbestedingen en een van haar ambtenaren werd beticht van ambtelijke corruptie. Burgemeester Hans Martijn Ostendorp besloot dat er een extern onderzoek moest komen, uitgevoerd door de Rijksrecherche. ‘Je geeft alles uit handen, dat maakt nerveus.’

‘Dossieronderzoek naar de opdrachtverstrekking voor de bouw van het project Scholeneiland in Odijk heeft geen verdenking van enig strafbaar feit opgeleverd.’ Burgemeester Hans Martijn Ostendorp van de gemeente Bunnik, waar Odijk onder valt, leest in april 2016 de conclusie met een zucht van verlichting. Het is het sluitstuk van een proces dat al meer dan een jaar loopt. In dat jaar zijn er te veel verdachtmakingen, krantenartikelen en geruchten geweest om dit lichtvaardig van zich af te laten glijden. Een jaar van veel, heel veel rook. Maar geen vuur.

Op vrijdag 6 maart 2015 brengt het Algemeen Dagblad een uitgebreide reconstructie van de aanbesteding bij de bouw van een prestigieuze nieuwbouwwijk in Odijk. Daar werden tussen 2007 en 2014 zeventig woningen gebouwd, variërend in prijs van 250.000 tot 650.000 euro. Volgens de journalist is de aanbesteding niet volgens de regels verlopen. Een projectontwikkelaar zou voorinformatie hebben ontvangen van een ambtenaar bij de gemeente. Deze ambtenaar wordt met naam en toenaam in het artikel genoemd, inclusief al zijn vorige werkzaamheden en nevenactiviteiten.

Zodra burgemeester Hans Martijn Ostendorp het artikel ‘Bouwen met een luchtje’ onder ogen krijgt, belt hij onmiddellijk met de hoofd officier van justitie voor Midden- Nederland, Johan Bac. ‘Ik besefte gelijk dat er een extern onderzoek moest komen’, zegt Ostendorp. ‘De aanbesteding was voor mijn tijd, ik zit hier sinds 2009. Ik kon me nauwelijks voorstellen dat wat in het artikel stond waar was, maar dat zou een externe partij moeten uitzoeken. Daar moest ik me niet mee bemoeien.’

Tot schrik van de burgemeester adviseert hoofdofficier Bac de Rijksrecherche in de schakelen. ‘Ik dacht: dat klinkt wel heel stevig. Als de Rijksrecherche langskomt, dan is er echt iets aan de hand.’ ‘Ook in het gemeentehuis was dat de eerste reactie’, vult gemeentesecretaris Gert Veenhof aan. ‘Vergelijkbaar met een politieagent die zijn wapen moet trekken. Het lijkt het zwaarste middel dat er is. Maar tegelijkertijd geeft het ook rust. De Rijksrecherche is een gezaghebbend orgaan. Als zij iets vindt, dan heb je ook echt iets uit te leggen. Je zult niet gauw discussie krijgen over de uitkomsten van het onderzoek.’

Regie kwijt
Tegelijkertijd beseffen burgemeester en gemeentesecretaris ook dat ze door het inschakelen van de Rijksrecherche alle regie kwijt zijn. ‘Je geeft alles echt uit handen, en dat maakt soms nerveus’, zegt Ostendorp. ‘Maar uit het oogpunt van zuiverheid en integriteit is het goed.’

Daarbij komt dat de burgemeester door een wijziging in de gemeentewet sinds 1 februari dit jaar expliciet is aangewezen als ‘hoeder van integriteit’. Een extra reden om zelf geen actieve rol te spelen wanneer de integriteit binnen de gemeentelijke organisatie onder de loep wordt genomen.

Ostendorp ziet nog een voordeel: ‘Stel dat uit het onderzoek blijkt dat er strafbare feiten zijn gepleegd. Als een ingehuurd bureau het onderzoek doet, dan moet ik als burgemeester besluiten of er voldoende reden is om aangifte te doen. Bij een onderzoek door de Rijksrecherche hoef ik die vraag niet te stellen. Het conceptrapport gaat gelijktijdig naar het OM en naar ons. Het OM besluit zelfstandig over het al dan niet vervolgen.’

De fractievoorzitters en het college worden op de hoogte gesteld van de komst van de Rijksrecherche en in de dagen daarna worden alle medewerkers van de gemeente Bunnik in de raadszaal bijeengeroepen en op de hoogte gesteld. Namens de Rijks recherche komt het regiohoofd Stefanie Lablans samen met de specialist aanbestedingen, Jos Schipper, naar het gemeentehuis in Bunnik. Lablans maakt duidelijk dat haar komst niet betekent dat ze niet meer weggaat en iedereen vanaf nu op zijn tellen moet passen. ‘Het is belangrijk dat mensen weten dat je er tijdelijk bent, een onderzoek doet en weer vertrekt. Anders gaat iedereen zich gecontroleerd en bekeken voelen.’

De specialist aanbestedingen van de Rijksrecherche houdt een uitgebreid dossieronderzoek. Al gauw blijkt dat er maar één conclusie mogelijk is: er zijn geen strafbare feiten gepleegd. De vermeende ambtelijke corruptie in Bunnik bleek geen zaak. Het verhaal in het AD blijkt zelf op lucht gebouwd te zijn. Zes weken na publicatie ziet de krant zich genoodzaakt een rectificatie te publiceren waarin het artikel wordt herroepen.

Verwonderpunten
Lablans krijgt de opdracht om ook nog een bestuurlijk advies op te stellen over een andere aanbesteding waarover inmiddels geruchten zijn ontstaan, zonder dat daar iemand met naam en toenaam wordt genoemd. In het voorjaar van 2016 valt ook daar het verlossende woord: ‘geen verdenking van enig strafbaar feit.’ Wel stuit de Rijksrecherche in dat onderzoek op een aantal ‘verwonderpunten’. ‘Dat zijn punten die niet fout of strafbaar zijn, maar die vanuit het oogpunt van transparantie of het tegen gaan van de schijn van belangenverstrengeling beter anders aangepakt hadden kunnen worden’, verklaart Lablans.

Zo waren in Bunnik niet alle stukken goed vindbaar in het archief, er waren besluiten gearchiveerd waarbij de motivatie ontbrak en waren niet alle criteria bij een aanbesteding zo geformuleerd dat ze maar voor één uitleg vatbaar waren.

‘Zelfs als je denkt dat je alles aardig voor elkaar hebt, zie je dan toch dat het nog beter kan’, verzucht burgemeester Ostendorp. Wat de zaak bijzonder maakt is de vroege inschakeling van de Rijksrecherche. ‘Wij zitten niet vaak zo aan de voorkant als in Bunnik’, zegt Lablans. Bestuurders hebben nog wel eens de neiging eerst een extern bureau in te schakelen om de regie niet te verliezen. ‘Dan zijn er al telefoons uitgelezen, computers bekeken, mensen bevraagd. Dan wordt het voor ons wel heel ingewikkeld om nog aan waarheidsvinding te doen. We zijn er graag vanaf het begin bij.’

Harm Trip, directeur van de Rijksrecherche, kan zich de aanvankelijke huiver om zijn dienst in te schakelen wel voorstellen. ‘Maar wij zijn geen partij die bij nacht en ontij met breekijzers het gemeentehuis binnenkomt. We hoeven ook geen klanten te winnen. Wij komen om bestuurlijk advies te geven en te onderzoeken wat er mogelijk mis is gegaan. Bestuurders weten vaak niet dat dit onze corebusiness is. We doen wel 100 tot 120 van dit soort onderzoeken per jaar.’

Volgens Trip is er niet echt een toename van ambtelijke corruptie te constateren, al wekken geruchtmakende zaken in de afgelopen jaren wel die indruk. ‘Dat is de integriteitsparadox. Hoe meer integriteitsschendingen worden aangepakt, hoe meer er aan de hand lijkt’, stelt Trip.

Dunne grens
Wel is de kans dat ambtenaren of bestuurders in de fout gaan vergroot, mede omdat volgens Trip ‘de grens tussen de commerciële wereld en de overheid hier en daar wel erg dun is geworden.’ Dat hoeft volgens de directeur geen probleem te zijn, als bestuurders en ambtenaren zich daarvan bewust zijn. ‘Het gaat soms al mis bij het opstellen van een programma van eisen voor een aanbesteding. Ambtenaren willen nog wel eens de eisen zo opstellen dat eigenlijk alleen maar één bepaalde firma de aanbesteding kan winnen, omdat dat bedrijf in de ogen van die ambtenaar nu eenmaal de beste is. Maar zo werkt het niet, andere partijen moeten ook een kans krijgen.’

Ambtenaren en bestuurders moeten zich er voortdurend van bewust zijn dat bedrijven andere belangen hebben dan overheden, namelijk geld verdienen en de continuïteit van de onderneming. ‘Daar is niets mis mee’, zegt Trip. Maar het is wel iets anders dan het dienen van het publiek belang.

Zou Ostendorp bij een volgende zaak opnieuw eerst de Rijksrecherche inschakelen? ‘Toegegeven: er zijn nadelen’, zegt de Bunnikse burgemeester. ‘Met een particulier onderzoeksbureau kun je een tijdspad afspreken, zoiets kan niet met de Rijksrecherche. Je bent de regie kwijt en zoals gezegd is het nogal wat om de Rijksrecherche over de vloer te krijgen. Maar de voordelen voeren voor mij de boventoon: je plaatst jezelf buiten het onderzoek en je schakelt een organisatie met gezag in, die zich in heel veel zaken heeft bewezen.’ En je hoeft er niet eens voor te betalen ook, voegt Ostendorp er met een glimlach aan toe.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie