Commissies VNG zijn niet representatief
Vorige maand zijn 210 leden voorlopig benoemd in het bestuur of een commissie van de VNG. Binnenlands Bestuur toetste de evenredigheid naar gemeente, provincie en politieke kleur. De G4 en lokale partijen komen er bekaaid van af.
Evenredigheid vertegenwoordiging ver te zoeken
Drie weken geleden maakte de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) bekend welke 57 burgemeesters, 105 wethouders, 24 raadsleden, 12 gemeentesecretarissen en 12 griffiers voorlopig in de VNG-commissies en het VNG-bestuur zitten. Het zijn 151 mannen en 59 vrouwen. Zij zijn gekozen uit 650 aanmeldingen. Veel aanmeldingen waren spontaan, achter sommige zat enige regie en scouting. Met de benoemingen wil de VNG ‘herkenbaar zijn voor de achterban, niet per se exact evenredig naar politieke kleur en gemeentegrootte’.
De VNG is niet consequent met dit voorbehoud, zo vergelijkt ze het aandeel van de lokale partijen wél met het aandeel stemmen dat zij bij de raadsverkiezingen behaalden. De benoemingen zijn voorlopig. Bij de VNG-ledenvergadering in november volgen definitieve benoemingen.
Gemeenten
De 210 VNG-plekken gaan naar mensen uit 127 gemeenten. Uit 49 gemeenten selecteerde de VNG meerdere mensen. Zo selecteerde de VNG zes mensen uit Apeldoorn, vijf uit Zaanstad, drie uit Borger-Odoorn (25.351 inwoners) en ook drie uit Gilze en Rijen (26.313 inwoners). Hiertegenover staan 216 gemeenten waaruit de VNG géén vertegenwoordiger heeft gekozen. In 37 herindelingsgemeenten worden pas in november 2018 verkiezingen gehouden, daarvoor houdt de VNG ongeveer 20 vacatures open.
De VNG wil alle provincies in elke commissie vertegenwoordigd hebben. Daardoor zijn de kleinere provincies oververtegenwoordigd: Friesland, Drenthe, Flevoland en Zeeland. Uit Groningen is nog maar één persoon benoemd uit de negen gemeenten waar verkiezingen zijn gehouden; de rest komt in november 2018. De grote provincies zijn daardoor ondervertegenwoordigd: Zuid-Holland (21,4 procent van de inwoners, 14,8 procent van de VNG-plekken), Noord-Holland en Noord-Brabant. Van de middelgrote provincies zijn Overijssel en Gelderland evenredig vertegenwoordigd, en Utrecht (7,5 procent van de inwoners, 10,5 procent van de plekken) en Limburg (6,5 procent van de inwoners en 9,5 procent van de plekken) oververtegenwoordigd.
VVD, CDA, D66, PvdA en CU zijn allemaal oververtegenwoordigd in de VNG. Hiertegenover staat de ondervertegenwoordiging van twee andere groepen. Ten eerste de lokale partijen. De VNG heeft weliswaar actief mensen uit lokale partijen gezocht met een scoutingscommissie, maar toch zijn ze ondervertegenwoordigd: met 28,7 procent van de stemmen (en 32,7 procent van alle gemeenteraadszetels) hebben ze slechts 24,2 procent van de VNG-plekken.
Landelijke partijen
Ten tweede is de SP zwaar ondervertegenwoordigd, en zijn de kleine landelijke partijen PVV (1,4 procent van de stemmen bij de gemeenteraadsverkiezingen), Denk (1,3 procent), Partij voor de Dieren (1,2 procent) en 50Plus (1,1 procent) niet vertegenwoordigd in de VNG. Niet bekend is of uit deze partijen zich kandidaten aangemeld hebben. Zo niet, dan rijst de vraag waarom de VNG hier geen scouting heeft gevoerd. Deze vijf partijen bezetten samen 48 van de 150 Tweede Kamerzetels. De informatie uit en toegang naar deze vijf Kamerfracties zou de komende vier jaar gemakkelijker zijn als zij ruimer in de VNG zouden zijn vertegenwoordigd.
Dat de gemeenten met minder dan 50.000 inwoners ondervertegenwoordigd zijn en de gemeenten met 50.000 tot 250.000 inwoners oververtegenwoordigd, is geen verrassing. Maar de sterkste ondervertegenwoordiging hebben de vier grote steden: 13,8 procent van de inwoners, maar slechts 9,2 procent van de VNG-plekken.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.