‘Ik hoef niet bekend te zijn’
Flevolands Leen Verbeek is de minst bekende cdk. Niet dat hij ermee zit als het publiek hem bij de Jumbo in Urk straal voorbij loopt.
Flevoland krijgt dit najaar een nieuwe commissaris van de koning. Leen Verbeek gaat met pensioen. Zeer tegen de zin van ‘s lands langstzittende commissaris. ‘Ik ervaar op zoveel plekken avontuur en meerwaarde van mijn ervaring’, zegt Verbeek.
Bedroefd
Leen Verbeek is bedroefd. Niet omdat hij volgens een opiniepeiling in Binnenlands Bestuur de onbekendste commissaris van de koning zou zijn, maar omdat hij met pensioen gaat – móet. ‘Tegen mijn zin, ik vind het een drama’, zegt de 69-jarige Verbeek. Hobby’s genoeg hoor, zeilen in de zomer en modelboten bouwen in de winter – maar wat een verspilling van talent. En ook zo hypocriet. Verbeek: ‘We roepen in de politiek om het hardst dat mensen langer moeten werken. Daar heb ik ook aan meegedaan. De AOW-leeftijd is verhoogd. Als je als politicus vindt dat anderen later met pensioen moeten, dan zou je op zijn minst het goede voorbeeld moeten geven.’
Flauwe discussie
Nou is het niet zo dat een veelbelovende bestuurlijke carrière in de knop wordt gebroken. Leen Verbeek (PvdA) is al sinds november 2008 commissaris van Flevoland, en daarmee verreweg ‘s lands langstzittende commissaris. Tijd voor nieuw provinciaal bloed; heel goed, zou je denken. Verbeek: ‘Dat vind ik zo’n flauwe discussie. Alsof ik minderwaardig zou zijn. Ik ervaar op zo veel plekken plezier en meerwaarde van mijn ervaring. Je krijgt als oudere bestuurder vaak het verwijt dat je verhaal altijd zo ergerlijk sluitend is, maar dat was dertig jaar geleden al zo.’
Argumenten
Hij herinnert zich dat hij ‘uit het niets’ Vinex-wethouder werd in Houten. 'Daar zat al twintig jaar een wethouder van het CDA. Het CDA was verdeeld over nieuwe woningbouw. Tijdens een collegevergadering ontplofte-ie. “Leen, hou nou eens op. Je komt iedere keer met argumenten. Ik verlies het altijd. Ik wil dat debat niet, ik wil het gewoon niet.” Dat was een les. Je mag in de politiek best ergens voor of tegen zijn zonder dat het zwaar beargumenteerd moet worden.’
Sociaaldemocraat
In de Staten van Flevoland was het de afgelopen vijftien jaar niet anders: fracties die met plezier met Verbeek werk(t)en, en fracties die Verbeek maar vervelend vi(o)nden. De commissaris: ‘Ik heb opvattingen waarvan niet iedereen gediend is, tja, dat hoort bij de politiek. We hebben in de Staten weleens gediscussieerd over de vraag of de commissaris een opvatting mocht hebben. Hou je mond dicht, wij hebben een mening – jij niet. Ik vind dat grote onzin. Aan een bestuurder zonder mening heb je niets. Ik heb mij ook nooit geschaamd voor mijn afkomst. Ik ben een sociaaldemocraat. Daar komen mijn waarden en normen vandaan. Als die je niet aanstaan, moet je mij niet nemen.’
Aan een bestuurder zonder mening heb je niets
Jumbo
Verbeek is na al die jaren in het provinciehuis geen begrip geworden in de huiskamers van Swifterbant en Urk. Het is niet: “Hé, daar heb je Leen”, bij de Jumbo. ‘Gelukkig niet’, lacht Verbeek. ‘Ik hoef niet bekend te zijn. Toen ik burgemeester was van Purmerend was mijn bekendheid relevant, nu niet. De commissaris wordt niet gekozen door de bevolking, de commissaris is niet bezig met de bevolking. Een burgemeester wel. Als ik mij op de bevolking zou richten om mijn naamsbekendheid te vergroten, zouden de burgemeesters boos worden. Wat doet hij hier, dat is mijn terrein – en terecht. Ik hou mij met heel andere dingen bezig.’
Netwerk
Verbeek is wel voor de voeten geworpen dat-ie veel op pad was buiten de provincie. Nogal wiedes. Verbeek: ‘Flevoland is een relatief kleine provincie. Toen ik hier binnenkwam, werd dat ook tegen mij gezegd: “Leen pas op, als je hier fulltime de commissaris gaat uithangen, loop je iedereen binnen de dijken voor de voeten.” In Brabant of Gelderland is er met meer dan vijftig gemeenten altijd wel gedoe. Wij hebben maar zes gemeenten. Ik ben burgemeester geweest, dus ik weet hoe vervelend het is als de commissaris op bezoek komt. Dus heb ik strategische nevenfuncties opgebouwd, waardoor ik nu in de netwerken van de ministeries zit.’
Als je alleen je hand in Den Haag ophoudt, krijg je niks
Goud waard
En dat is goud waard, ervaart Verbeek. ‘Als je alleen je hand in Den Haag ophoudt, krijg je niks. Ik ben voorzitter van het algemeen bestuur van de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit, van het dagelijks bestuur van de Vereniging Deltametropool, van de Nationale Databank Wegverkeersgegevens. Ik doe wat voor het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Dat weten ze donders goed en dat wordt gewaardeerd. Je moet het nooit zwart op wit uitspelen, maar als er een Flevolands dossier langskomt dan is het sneller van: hij doet iets voor ons, dan doen wij wat voor hem.’
Verknochtheid
En wat te denken van het voorzitterschap van het congres van lokale regionale overheden van de Raad van Europa? ‘Dat is een hele invloedrijke positie, maar dat hebben de meesten hier helemaal niet door’, lacht Verbeek. Dat is straks ook voorbij. Maar hij blijft wel in Lelystad. Verbeek: ‘Het is de vraag of ik daar verstandig aan doe. Ik loop het risico dat ik door mijn verknochtheid aan Flevoland ongewild mijn opvolger voor de voeten ga lopen. Je hebt namelijk de neiging om de relaties die je hebt opgebouwd voort te zetten. Dat merk je bij burgemeesters ook. Je komt ergens binnen en dan komt tóch de burgemeester of de commissaris binnen, ook al ben je al honderd keer met pensioen. Het is veel verstandiger om de provincie te verlaten, maar ik kies nu eens niet voor mijn verstand.’
Lees het hele interview met Leen Verbeek deze week in BB05 (inlog).
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.