Caribisch ongenoegen kan niet worden afgekocht
Minister Spies van Binnenlandse Zaken heeft besloten om de uitkering voor de BES-eilanden (Bonaire, Sint Eustatius en Saba) te verhogen van 35 miljoen naar 43 miljoen dollar.
Deze extra uitkering aan de drie eilanden beoogt de ergste nood te lenigen die is ontstaan nadat de eilanden onderdeel van Nederland zijn geworden.
De sociaal-economische situatie op de eilanden ziet er niet best uit. De overgang naar de dollar heeft een forse inflatie opgeleverd en ook zijn er allerlei andere effecten die nadelig zijn. Nu de BES-eilanden onderdeel van Nederland zijn geworden, had men gehoopt dat dit een volwaardige positie en gelijke rechten met zich zou meebrengen, een en ander met inachtneming van de grote verschillen die er bestaan tussen het Europese en het Caribische deel van Nederland.
In feite zijn de BES-bewoners echter minder dan halve Nederlanders geworden. Allerlei voorzieningen en arrangementen die gelden voor de Europese Nederlanders zijn op de BES-bewoners niet of nog niet van toepassing. Dat Den Haag nu intervenieert is een goede zaak, maar al snel zal blijken dat het geen oplossing biedt voor de structurele weeffout die deze constructie kent. Het Caribisch ongenoegen zal even wat minder worden, maar al snel zal blijken dat dit ongenoegen niet op deze wijze kan worden afgekocht. De teleurstelling over de nieuwe status wordt op de BES-eilanden steeds groter en het is dan ook maar zeer de vraag of dit construct zal kunnen overleven.
In 2015 is voorzien in een evaluatie en dan kan eventueel nog voor alternatieven worden gekozen. Maar dan is het wel noodzakelijk dat die ruimte er ook echt is. Momenteel is een grondwets herziening in voorbereiding die de positie van de BES-eilanden een scherper constitutioneel profiel moet geven. Problematisch is echter dat de voorziene evaluatie en de grondwettelijke verankering van de BES-positie elkaar lijken te bijten. Immers, als de BESeilanden in de Grondwet worden aangeduid als deel van Nederland, dan wordt het een moeizame weg om die positie weer te beëindigen of te veranderen, omdat dit dan opnieuw grondwetsherziening vereist. En als wordt afgegaan op de snelheid waarmee dergelijke herzieningen gerealiseerd kunnen worden, dan zou dat nog wel eens een tijdje kunnen duren.
Aan de andere kant moet met die grondwetsherziening wel enige haast worden gemaakt want de BES-eilanden verkeren nu op onderdelen in een constitutioneel niemandsland. In Den Haag durft men bijvoorbeeld nog steeds met droge ogen te beweren dat het helemaal niet erg is dat de BES-bewoners geen mogelijkheid hebben om indirect mee te doen aan de Eerste Kamerverkiezingen.
De kans dat zij kunnen meedoen aan de senaatsverkiezing van 2015 is inmiddels ook al weer verkeken. Immers eerst het volgende kabinet zal de vereiste herziening in eerste lezing kunnen afhandelen en dan zal na 2017 een nieuw kabinet de tweede lezing afhandelen. Een nieuwe spaak in het wiel zou zelfs kunnen betekenen dat ook in 2019 de BES-bewoners nog steeds dit recht niet krijgen toegekend en dat zou dan de derde keer op rij zijn.
Enkele weken geleden legde ik aan groep staatsrechtelijke collega’s uit het buitenland uit dat de Staten-Generaal via wetgeving het lot van alle Nederlanders in handen hebben, maar dat de Caribische landgenoten alleen maar een volwaardig kiesrecht hebben voor een deel van de nationale volksvertegenwoordiging. Het beeld dat Nederland een raar land is geworden, werd bij de collega’s hierdoor verder bevestigd. Mocht deze kwestie ter beoordeling worden voorgelegd aan een internationaal gerecht, dan zal een flagrante rechtsschending worden vastgesteld.
Cruciaal in de verhouding tussen Nederland en de BES-eilanden is de werking van het gelijkheidsbeginsel. Complicerend daarbij is dat een strikte toepassing van dat beginsel een aanzuigende werking heeft op inwoners van Aruba, Sint Maarten, Curaçao en Nederland. Te veel differentiatie – en dus feitelijke ongelijkheid – zal het ongenoegen over de gekozen constructie verder aanwakkeren. Dat wordt dus zoeken naar de kwadratuur van de cirkel en het zou best wel eens zo kunnen zijn dat om die reden het in elkaar gestoken arrangement door een andere constitutionele figuur moet worden vervangen.
'Veranderingen voor bewoners
Bewoners van Caribisch Nederland hebben sinds 10 oktober 2010 dezelfde rechten die Nederlanders hebben omdat de eilanden vanaf die datum Nederlandse gemeenten zijn.' http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/caribisc …
Zelf ben ik masterstudente Sociologie en ben zeer geinteresseerd in dit onderwerp. Ik schrijf mijn scriptie over de beleving van culturele identiteit onder de Statianen.
groeten,
Vera van Es