Burgemeester in de wachtstand
Hoewel ze voor burgers de baas zijn in de gemeente, zitten de burgemeesters sinds woensdag in de wachtkamer. Het is afwachten of ze een rol mogen spelen bij de vorming van het nieuwe college, cruciaal voor de koers in de komende jaren.
Ook al kwam zijn college ten val, de Leidse burgemeester Henri Lenferink kiest bij de komende formatie niet per se voor een rol in de coulissen. ‘Het hangt sterk af van de politieke situatie wat de ruimte is die je eventueel krijgt, en of het verstandig is om die ruimte te nemen’, zegt Lenferink.
‘De rol van informateur past in de rol die een burgemeester in mijn ogen kan vervullen bij de vorming van een nieuw college. Het is een rol met álle partijen waarin het type vragen worden gesteld als hoe elke partij tegen de verkiezingsuitslag aankijkt, wat men de meest logische combinatie vindt en of men zelf in een college zou willen plaatsnemen.’
De formatie na de informatieronde is volgens Lenferink een heel ander chapiter. ‘De formatie is een risico, omdat je dan als burgemeester geïdentificeerd wordt met de betreffende coalitie. Dat is dus niet aan te bevelen, maar in bijzondere situatie kan je dat best doen.’ Zo’n situatie was er in Leiden na de vorige gemeenteraadsverkiezingen. Het ontbrak toen bij de Leidse politieke partijen aan politiek-bestuurlijke ervaring.
Als burgemeester in Leiden en met zijn jarenlange ervaring als PvdA-wethouder in Arnhem was Lenferink een door de wol geverfde bestuurder. Lenferink kreeg de leiding van de collegeonderhandelingen, had een grote inhoudelijke inbreng in het nieuwe akkoord en formeerde zo een nieuw college van PvdA, GroenLinks, SP en Christen-Unie. 1,5 jaar later kwam dat college ten val. Om de crisis toen op te lossen werden twee informateurs van buiten ingeschakeld en was er geen actieve rol voor de Leidse burgemeester. Of Lenferink de komende weken in de wachtkamer moet afwachten of dat er een actieve rol voor hem is weggelegd, is nog onzeker.
‘Het gevaar blijft dat je de politiek wordt ingezogen. De politieke hectiek is veel groter geworden. Als er niet al te veel gepolariseerd wordt, valt er wat voor te zeggen dat de burgemeester bezig kan zijn in de informatiefase. De burgemeester moet uiteindelijk met het college samenwerken en hij is vaak de meest ervaren bestuurder. Voor een goed lokaal bestuur zou dat dus het beste zijn’, zegt Lenferink.
Conflict
Johanneke Liemburg, burgemeester van Littenseradiel, heeft haar lesje geleerd. De Friese burgemeester kiest voor de rol van toeschouwer. ‘Ik zit op de tribune van de openbare vergaderingen over de college-onderhandelingen, want ik ben natuurlijk wel een van de meest geïnteresseerde burgers. Maar ik heb van de vorige keer geleerd dat zelfs een adviserende rol niet vrijblijvend is, daarom zal ik nu nog terughoudender zijn met adviezen. En ik zal geen gesprekken met fractievoorzitters of onderhandelaars onder vier ogen voeren. Als dat al gebeurt, zal ik zorgen dat er altijd iemand bij is.’
De formatie in Littenseradiel draaide vier jaar geleden uit op een ernstig politiek conflict toen de Friese burgemeester aangaf dat de keuze van een van de wethouders haar niet beviel. Liemburg overleefde een motie van wantrouwen en een hevige bestuurscrisis maar kijkt nu wel uit om te zeer betrokken te raken bij de college-onderhandelingen. ‘Ook al zou de raad mij opdragen om als informateur op te treden, zou ik het niet willen. Als de formatie mislukt, ben je als burgemeester ook mislukt, want je wordt onderdeel van het politieke proces. Je bent als burgemeester door de kroon benoemd, en daarom moet je volgens mij heel erg terughoudend zijn in de collegevorming.’
Het is een wonderlijke spagaat waarin de burgemeester de komende 2 maanden – de collegeonderhandelingen duren gemiddeld zo’n 6 á 7 weken – zit. Volgens de wet mag de burgemeester geen actieve rol spelen in de collegevorming. De onderhandelaars van de politieke partijen zijn slechts verplicht om de burgemeester te informeren over de uitkomsten van de collegeonderhandelingen. De burgemeester mag dan vertellen wat hij van het nieuwe collegeprogramma vindt. Daar moet de burgemeester het mee doen. Dat wringt met het beeld dat de burgers van hun burgemeester hebben.
De Nijmeegse burgemeester Thom de Graaf (D66): ‘De rol van de burgemeester wordt steeds politieker. Er wordt steeds meer gewicht toegekend aan de handelende acties van de burgemeester. Het kabinet doet er echter weinig aan om dat beeld te corrigeren. De bevoegdheden stapelen zich op. Zelfs bij conflicten tussen zorginstellingen moet de burgemeester voortaan de knoop doorhakken. Zo creëer je het beeld dat de burgemeester de baas en de leider van het stadsbestuur is.’
De Nijmeegse oud-minister voor bestuurlijke vernieuwing snapt daarom dat voormalig minister van Binnenlandse Zaken Guusje ter Horst (PvdA) en staatssecretaris Ank Bijleveld (CDA) er een jaar geleden voor pleitten om de burgemeester meer bevoegdheden in de collegevorming te geven. ‘Ik begrijp de frustratie van oud-burgemeesters [Ter Horst was burgemeester van Nijmegen en Bijleveld van Hof van Twente – red.] die weinig in de melk te brokken hadden, maar als je er even over doordenkt zie je het risico.
Als burgemeester moet je met heel verschillende coalities door een deur. Een burgemeester kan geen onderdeel zijn van een coalitie.’ Andries Heidema, burgemeester van Deventer: ‘In het systeem dat we hebben, is de burgemeester niet de politiek leider van het gemeentebestuur. Ik wil daarom voor alle 37 raadsleden in Deventer burgemeester zijn en ik wil dus niet in een andere verhouding komen tot niet-coalitiepartijen.’
Geen vakantie
Tot een concrete uitwerking heeft de suggestie van Bijleveld en Ter Horst niet geleid zodat burgemeesters zelf hun weg moeten zoeken in het interregnum tussen het vertrek van het oude en het aantreden van het nieuwe college. In ieder geval blijft de burgemeester in de buurt. De Graaf: ‘Ik ben niet van plan vakantie te vieren. Je moet de vinger aan de pols houden. Als voorzitter van de raad heb je het recht om te worden geïnformeerd en dus ook het recht om gevraagd en ongevraagd advies te geven. Uiteindelijk gaat het om zoals de Engelsen dat zeggen: to advise, to encourage en to be informed.’
‘Je moet het van je gezag hebben of je een grote rol hebt of niet’, zegt Wim Dijkstra, waarnemend burgemeester in Vlissingen en eerder burgemeester in Udenhout, Oss en Sittard-Geleen en waarnemer in Doetinchem en Zaanstad. ‘Als de college-onderhandelende partijen zeggen: “ga fijn voorzitter van de raad spelen maar bemoei je nergens mee”, heb je geen poot om op te staan als je het anders wilt.’
In Deventer leidt burgemeester Heidema vandaag (vrijdag 5 maart) de eerste openbare bijeenkomst met de nieuw gekozen raadsleden. ‘De beëdiging van de raadsleden is pas op 11 maart, maar we hebben afgesproken om als opening van de collegeonderhandelingen deze informele raadsvergadering met de beoogde nieuwe raadsleden te houden. De beoogde fractievoorzitters of lijsttrekkers geven een statement over hoe zij de verkiezingsuitslag interpreteren, wat men echt cruciale onderwerpen vindt en wie de kar wil gaan trekken voor de collegevorming. Het is een openbare vergadering waarvan ik als burgemeester voorzitter ben. Als bekend is, wie de kar trekt is mijn rol uitgespeeld. Het is dan het feest van de lokale politiek, al zal ik het wel zeer op prijs stellen als men mij op de hoogte houdt van de voortgang van de onderhandelingen.’
In die eerste verkennende fase ziet De Graaf een mogelijke rol voor de burgemeester. ‘Nagaan welke coalitie mogelijk is. Zeg maar een soort verkennende fase zoals Tjeenk Willink dat bij kabinetsformaties ook doet. Ik heb dat ook gedaan na de val van het Nijmeegse college in november. Ik heb toen met alle fractievoorzitters gesproken en een voorstel gedaan om gelet op de opvattingen de collegeperiode demissionair af te maken.’
Als de onderhandelingen eenmaal worden gevoerd, zit de burgemeester in de wachtkamer en hoopt hij vooral tussentijds op de hoogte te worden gehouden en niet pas als er een coalitieakkoord is. De Graaf: ‘Een tweede rol voor de burgemeester die altijd nodig is, is het recht om elke dag op de hoogte gehouden te worden en om desgewenst binnen te breken als het gaat om typisch aan de burgemeester gekoppelde onderwerpen als veiligheid en de zorgvuldigheid van inspraak die gewenst is.’
Dijkstra: ‘In Oss zei ik aan collegeonderhandelende partijen dat ik een brief zou schrijven aan de onderhandelaars over openbare orde en veiligheid, de onderwerpen die aan mijn portefeuille als burgemeester zijn verbonden. Dat vonden ze prima. Als je een goede relatie hebt, neemt men veel zo niet alles over. Ik heb toen zelf het hoofdstuk over veiligheid van de nieuwe coalitie geschreven.’
Behalve de beoordeling van het coalitieakkoord oefent de burgemeester soms ook vooraf al inhoudelijke invloed uit. Heidema: ‘Het huidige college heeft een tweetal documenten gemaakt voor het nieuwe college, één met een mandje van 15 miljoen aan bezuinigingen waarmee Deventer te maken krijgt, en de ander is een concept strategische beleidsvisie over de toekomst van Deventer. We hopen natuurlijk dat de onderhandelaars door die eerste proeve worden geïnspireerd om daar zelf een eigen versie van te maken.’
Slotfase
In de slotfase van de collegeonderhandelingen rekent de burgemeester er op dat zijn oordeel sowieso wordt gevraagd. De Graaf: ‘Fractievoorzitters kunnen vragen hoe je denkt over de kandidatuur van Pietje of Marie. Het gaat dan niet alleen om vragen van integriteit die je als burgemeester moet beantwoorden, maar ook of de kandidaat-wethouders met elkaar kunnen samenwerken. Het is een relevante vraag aan de burgemeester omdat volgens mij de raad zich moet afvragen of de kandidaten met de burgemeester een goed team kunnen vormen.’
Maar het is de raad die beslist welke wethouder benoemd wordt, ook al is die volgens de burgemeester ongeschikt. Liemburg: ‘Je kunt als burgemeester niet in beroep of bezwaar ook al heb je helemaal gelijk.’ Het kan anders, maar dan moet de burgemeester écht door de raad of door de bevolking worden gekozen.
Liemburg: ‘De gekozen burgemeester is het logisch sluitstuk van het dualisme. Zoals het nu gaat is het in ieder geval heel dubbel. Als de raad het advies van de burgemeester niet aanstaat, kan de raad de burgemeester zelfs wegsturen, zelfs als je gelijk hebt.’ De Graaf: ‘Als we willen dat de burgemeester de leider van de onderhandelingen wordt, hebben we een ander type burgemeester nodig. Het is zonde dat men dat een paar jaar geleden niet al heeft ingezien.’
Kersvers buiten formatiespel
Carla Breuer, sinds een paar maanden burgemeester in Werkendam, wil haar onpartijdigheid in de collegeonderhandelingen niet op het spel zetten. Als lijsttrekker en wethouder zat Breuer (CDA) twee keer nadrukkelijk midden in het politieke formatiespel in Nieuwegein, als burgemeester kiest zij voor de wachtkamer.
‘Ik ga niet bij de onderhandelingen zitten, ik ga niet informeren en ook niet formeren. Ik plaats mij als burgemeester bewust buiten het formatiespel. Ik wil als burgemeester politiek onafhankelijk blijven en daarom kan ik mij juist niet in de collegevorming mengen. Als voorzitter van de gemeenteraad heb ik alle partijen even lief. Wanneer er iets ligt, geef ik mijn commentaar. Ik hoor ook graag wie er wethouder wordt want vanwege de bezuinigingen die op ons afkomen hebben we op financieel gebied echt specialisten nodig.’
Ervaren aan de zijlijn
Thijs van Beem maakte als burgemeester in Neede twee collegeonderhandelingen mee en was daarvoor drie keer als wethouder van Elst betrokken bij de collegevorming. Sinds 2005 is PvdA’er Van Beem burgemeester in Winterswijk dat na de verkiezingen van 2006 de meeste tijd (100 dagen) nodig had voor de vorming van een nieuw college. ‘We hadden toen geen traditionele uitslag, dus het was echt passen en meten’, zegt Van Beem.
‘Mijn uitgangspunt is dat de politiek alle ruimte moet hebben om de verkiezingsuitslag te vertalen in collegevorming. Het is de machtsvraag die door politiek partijen moet worden ingevuld. Daar is de burgemeester niet voor aangesteld. Met de gemeentesecretaris en de griffier geef je informatie over lopend beleid, over een aantal grote dossiers en iets over de financiële positie. Ook is het goed als je als burgemeester iets kan zeggen over de eigen wettelijke portefeuille en over de evenwichtigheid in het college. Je kunt er iets van vinden, maar je kunt er hooguit als een diplomaat op wijzen. Uiteindelijk gaat het meestal zoals de politiek het wil.’
Alle actuele informatie over de gemeenteraadsverkiezingen staat op: www.binnenlandsbestuur.nl/gemeenteraadsverkiezingen2010.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.