Advertentie

Blikken van verwondering en ongepolijste vragen

Wanneer de omgeving van die nieuwe raadsleden kan luisteren en wil leren biedt dit moment kansen. Dus pas op de vragen en suggesties van de nieuwe raadsleden weg te honen. Pas op dat je als nieuweling je razendsnel aanpast, waar zeker jongeren meester in zijn, maar je de verwondering vast houdt.

06 november 2018

Wanneer de omgeving van die nieuwe raadsleden kan luisteren en wil leren biedt dit moment kansen. Dus pas op de vragen en suggesties van de nieuwe raadsleden weg te honen. Pas op dat je als nieuweling je razendsnel aanpast, waar zeker jongeren meester in zijn, maar je de verwondering vast houdt.

Niet eenvoudig als je de snelheid terug ziet waarmee raadsleden in de besluitmachine van het college worden gezogen. Alle mooie contacten in de stad tijdens verkiezingscampagnes ten spijt. Niets geen verwondering meer. Niets geen effect meer van een verkiezingsuitkomst die vergelijkbaar is met een structuurwijziging van een organisatie, als aanzet voor cultuur beïnvloeding. Dan blijkt al snel het klassieke risico van structuurwijzigingen ook hier op de loer te liggen, namelijk dat het slechts een “in de handen klappen is waarna de vogels elders op een tak gaan zitten”.  

Echter willen gemeenteraden - en daarmee de gekozen burgers - van betekenis zijn voor de kwaliteit van hun lokale samenleving, dan kunnen zij er niet meer aan ontkomen een noodzaak en urgentie te voelen om in hun raadswerk op een meer eigentijdse manier aan te sluiten bij hun inwoners. De noodzaak kun je teruglezen in de beperkte waardering voor de gekozenen. En in simpele zaken als de opkomstcijfers die in 40 jaar teruglopen van 73 procent naar 55 procent. In veel grote steden ligt het opkomstpercentage zelfs onder de 50 procent en het aantal gemeenten met een opkomst boven de 50 procent loopt terug. Het aantal raadsleden daalt met bijna 25 procent, terwijl de bevolking in Nederland in diezelfde periode met 25 procent is gegroeid. Waarmee de klassieke representatie op afstand komt.

Voeg daarbij onze tijd van transitie en transformatie en de urgentie moet voelbaar worden. Dan verdient de representatieve lokale democratie het om op waarde te worden getoetst. Voortmodderen op de ingeslagen weg zal dan niet toereikend blijken te zijn. Echter een blauwdruk voor de toekomst is er evenmin. In zo’n situatie passen juist blikken van verwondering en ongepolijste vragen. Want dat helpt om niet als vanzelf terug te vallen in bestaande systemen en als ‘nieuwe’ raad niet gelijk aan het informatie infuus van het college te komen liggen. Daarom is het zeker in het eerste jaar van een raadsperiode voor raden, presidia en griffiers de kunst, verwondering, vragen en verbeelding over het raadswerk toe te laten. Het lef te hebben ingesleten patronen ter discussie te stellen. En uitkomsten om te zetten in (kleine) experimenten. Want niet de grote nieuwe designschetsen over de inrichting van de lokale democratie, maar de ogenschijnlijke kleine experimenten in – en met raden zelf zullen een lokale politieke democratie van waarde bewerkstelligen.


Jan Dirk Pruim

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

M van Rooij / Directeur
GGoed geschreven verhaal waarvan ik weet dat veranderingen, het uit de comfort zone komen van coalitie partijen en oppositie partijen, een groot probleem is. Maar de problemen liggen vaak veel dieper, namelijk ook de ondersteuningslagen spelen hier een, niet te onderschatten, grote rol. Na verkiezingen veranderen de bestuurders, sommige zijn ervaren de meeste zijn nieuw, echter de het grote deel van de ambtelijke ondersteuning blijven zitten. Dit maakt het voor menig raadslid/ bestuurder soms heel moeilijk om veranderingen in te brengen of door te willen voeren, niet omdat ze moeite hebben hun mede bestuurders te overtuigen, maar met het doorbreken van ingesleten werkwijze van de uitvoerde lagen. Verandering roept meestal weerstand op omdat mensen uit hun comfort zone moeten komen, en hier ligt mijn inziens de kern van het probleem, het zijn niet de bestuurders die niet mee willen gaan in de vaart der volkeren, het is de uitvoerende laag die moeite heeft met het veranderingsproces want maar weinig mensen zijn bereid zich kwetsbaar op te stellen wanneer inkomen of vaste werkwijze ter discussie gesteld gaat worden. Bestuurders worden gekozen door het volk, het volk voelt haarfijn aan wat er speelt in de samenleving en dus ook de bestuurders die het verlangt dus mijn inziens zit het probleem dieper en vraagt het om een meer diepgaande benadering van acceptatie van verandering en aanpassing aan de behoefte van de burgers. Een mooie uitdaging voor elke gemeente secretaris denk ik zo.
Advertentie