Vermeer zoekt Verbinding: big brother is helping you
In een serie columns reflecteert Cees Vermeer op het ambtelijke samenspel.
De grote maatschappelijke opgaven waarvoor we als samenleving staan vragen om een slagvaardig optreden van één overheid. Daar is iedereen het wel over eens. Maar zoals altijd staan tussen droom en daad wetten in de weg en praktische bezwaren. Cees Vermeer werkt als overheidsmanager in beleid, uitvoering en toezicht, zowel binnen de rijksoverheid als bij gemeenten. In een serie columns reflecteert hij op ambtelijk samenspel.
Het sneue van complotdenkers is dat zij veronderstellen dat overheidsdiensten in staat zijn om samen te werken. Ze miskennen dat we verkokering, bureaucratie, gescheiden ICT systemen en de algemene verordening gegevensbescherming (AVG) hebben om samenwerking in de kiem te smoren. Het is geen opzet maar onmacht dat we bijvoorbeeld niet in staat zijn om automatisch geld over te maken wanneer mensen in energiearmoede geholpen moeten worden. Omdat overheidsdiensten niet anders kunnen en mogen, vragen we mensen in de zwakste sociaaleconomische posities om formulieren in te vullen voor gemeentelijke ondersteuning. En geven we via de energieleveranciers aan iedereen honderden euro’s. Ook aan de eigenaren van huizen die zo geïsoleerd zijn dat de bewoners er warmpjes bijzitten en zelfs aan de eigenaren van tweede huizen. Je zou vooral van linkse mensen verwachten dat ze hier een complot vermoeden.
Overheidsdiensten hebben de data om burgers ongevraagd dat te geven waar zij recht op hebben. Huurtoeslag, zorgtoeslag, kinderopvangtoeslag, lokale gemeentelijke toeslagen: met wat koppelingen van databestanden moet het mogelijk zijn om het geld automatisch aan de rechthebbenden over te maken. En als we data koppelen aan die van woningcorporaties, zorgverleners en nutsbedrijven zouden we mensen nog beter kunnen helpen. ‘Beste meneer Vermeer, we zien dat u 50% meer aan energie moet betalen dan mensen in een vergelijkbaar huis. We kunnen u helpen’.
Ergens in onze vaderlandse geschiedenis heeft het idee postgevat dat de overheid niet van en voor ons is maar dat we ertegen beschermd moeten worden. De overheid moet vooral zo weinig mogelijk van ons weten en wat bij de ene overheidsorganisatie bekend is mag de andere niet weten. Autonomie en eigen verantwoordelijkheid van burgers staan voorop. Dus laten we de miljoenen medeburgers die laaggeletterd zijn of cognitieve beperkingen hebben zelf voor hun rechten opkomen. Meld je eens als ‘maatje’ voor een gezin in één van onze achterstandswijken en gruwel bij de papierwinkel en keuzestress die we over hen uitstorten. Een voorbeeld: een onderwijzer spreekt met ouders af om een kind op dyslexie te testen. De school mag dat niet zelf organiseren, iets met privacy ofzo. Dus krijgen de ouders eerst via mail of post een formulier dat ze moeten invullen. En als deze horde genomen is, moeten ze zelf een afspraak maken. Dit is al best veel georganiseer voor de gemiddelde bakfietseigenaar, laat staan voor een Syrisch gezin dat bezig is Nederlands te leren. Het streven om mensen zelf ‘regie’ te laten voeren pakt rampzalig uit voor de kwetsbaren. Zij ervaren geen overheid die onderdeel is van oplossingen maar een overheid die onderdeel is van de problemen in hun leven. Hoe zou het toch komen dat mensen zich van de overheid afkeren?
In 2017 publiceerde de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) het rapport ‘Weten is nog geen doen’. Er bestaat een behoorlijk verschil tussen wat de overheid van burgers verwacht en wat zij daadwerkelijk aankunnen. Dat is niet beperkt tot de groep ‘kwetsbaren’. Ook mensen met een goede opleiding en een goede maatschappelijke positie kunnen in situaties verzeild raken waarin stress en mentale belasting het moeilijk maken in actie te komen en keuzes te maken, zoals bij een echtscheiding, faillissement of ontslag. En juist op die momenten verwachten we van alles van mensen en leidt niets doen tot nog meer problemen.
Het is heel goed dat de overheid in toom wordt gehouden om de klassieke vrijheidsrechten te waarborgen zoals vrijheid van meningsuiting, godsdienstvrijheid, recht op vereniging en recht op privacy. Maar we ondermijnen het vertrouwen in dezelfde overheid wanneer mensen geen hulp ervaren bij de invulling van hun sociale rechten. De WRR adviseert in zijn rapport om bij het ontwerpen van beleid de vraag te stellen wat er gebeurt met mensen die niet meteen hun post openmaken of niet meteen in actie komen. Idealiter heeft elk beleidsarrangement als minimum ontwerp dat niets doen door een burger tot een voor hem/haar acceptabele uitkomst leidt.
De filosoof Jean-Jacques Rousseau zet in ‘Du contrat social ou principes du droit politique’ (1762) zijn visie uiteen op de legitimiteit van overheidsmacht. Hij stelt dat overheidsmacht terug te voeren is op het feit dat de burgers van een samenleving een sociaal contract hebben afgesloten dat de relatie tussen overheid en haar burgers reguleert. Ik stel voor om voortaan uit te gaan van twee sociale contracten waaruit mensen mogen kiezen. Een contract waarbij je als burger niets hoeft te doen om te krijgen waar je recht op hebt. Om jou te helpen zijn data van overheidsinstellingen en daarmee verbonden partijen met elkaar gekoppeld. En is er een onafhankelijk waakhond met hele scherpe tanden die zorgt dat je meer dan gecompenseerd wordt als iets fout mocht gaan. Maar je kunt ook kiezen voor een tweede contract waarbij de overheid zo weinig mogelijk data over je heeft, laat staan dat die zijn gekoppeld. Je moet zelf in actie komen als je ergens recht op denkt te hebben. Als je niets doet en dus niets krijgt is dat niet de schuld van George Soros of van één of ander complot maar je eigen stomme schuld.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.