Balkenende krijgt niet alle handen op elkaar
Premier Balkenende verraste op het VNG-congres vorige week. In zijn toespraak pleitte hij voor meer autonomie voor gemeenten, differentiatie van taken en de mogelijkheid om zaken naar eigen inzicht uit te voeren. Hij oogst instemming én kritiek.
Ed d’Hondt, voorzitter interbestuurlijke taakgroep gemeenten, de zogeheten commissie- D’Hondt en oud-burgemeester van Nijmegen: ‘Gemeenten zijn gelijk. Je moet gemeenten niet uitsluiten van bepaalde taken. De inrichting van het openbaar bestuur wordt daardoor ondoorzichtig. Je krijgt een ratjetoe van verantwoordelijkheden, het leidt tot meer bestuurlijke drukte, grotere belasting van de administratie en minder transparantie.’
Hubert Bruls, burgemeester Venlo, voormalig CDA-Kamerlid: ‘Ik ben zeer tevreden met de toespraak van de premier. Differentiatie in taken bestaat al. Centrumgemeenten met een regionale functie verdelen bijvoorbeeld het geld voor maatschappelijke opvang. Zij doen dat op voorstel van andere gemeenten. Als centrumgemeente kun je het beleid niet dicteren, maar andere gemeenten hebben formeel geen taak op zo’n punt. In Duitsland zie je ook dat grotere steden meer bevoegdheden hebben. Ik vind differentiatie een mooi antwoord op de grootschalig gevoelde behoefte om problemen aan te pakken. Doe je het niet, krijg je discussies over herindeling. Ik ben daar niet op tegen, maar pas in laatste instantie.’
Arjan van Gils, voorzitter Vereniging van Gemeentesecretarissen, lid van de commissie- Van Aartsen, gemeentesecretaris Rotterdam: ‘Het klinkt aardig om wettelijk te regelen dat er verschil in taken gemaakt kan worden, maar de ervaring met de zogenoemde ‘Rotterdamwet’ (op grond waarvan laagopgeleiden en mensen met een uitkering geweerd kunnen worden in bepaalde gebieden met veel maatschappelijke problemen, red.), is dat het een tamelijk taai proces is wanneer je differentiatie bij wet wil regelen. Het zou daarom een uitzondering moeten blijven. Als je het wel doet, vrees ik een kluwen van bemoeienis van rijk en provincies die elke keer beoordelen of differentiatie wel of niet kan. Ik weet niet of dat tot meer autonomie voor gemeenten leidt.’ ‘Uit het perspectief van de burger heb ik ook aarzelingen. Je moet oppassen voor een lappendeken waardoor de burger niet meer weet waar wat kan. Je moet niet differentiëren om het differentiëren. Wij hebben daarom in de commissie-Van Aartsen gezegd: zorg in beginsel dat in elke gemeente alles kan.’
Henk Aalderink, VVD, burgemeester van Bronckhorst, voorzitter van de P10, het platform van de tien grootste plattelandsgemeenten: ‘Gemeenten zijn echt heel verschillend. Een aantal taken hoef je niet uit te voeren. Ik denk aan het integratiebeleid, waar we wel oog voor hebben, en achterstandswijken, die we niet kennen in onze gemeenten. Ik vond zijn toespraak prachtig. Sneller konden wij niet op onze wenken bediend worden. Hij zal niet geweten hebben dat wij ons platform oprichtten, maar in zijn toespraak zat wel de essentie waarom wij als P10 begonnen zijn: er zijn verschillen tussen gemeenten. Wij willen bijvoorbeeld ook een andere berekening van de verdeelsleutels uit het gemeentefonds, rekening houdend met aard en samenstelling van de plattelandsgemeenten. Daarom zeg ik, hartelijk dank, mijnheer Balkenende.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.