Raad Arnhem op te grote afstand van wijksturing
De Arnhemse gemeenteraad ‘staat de laatste jaren op te grote afstand’ van de wijksturing. Dat concludeert de lokale rekenkamer na onderzoek. De rekenkamer vindt het wel een moedige keuze van Arnhem om met Van Wijken Weten ‘op een rigoureuze wijze’ de inwoners centraal te stellen.
De Arnhemse gemeenteraad ‘staat de laatste jaren op te grote afstand’ van de wijksturing. Dat concludeert de lokale rekenkamer na onderzoek. De rekenkamer vindt het wel een moedige keuze van Arnhem om met Van Wijken Weten ‘op een rigoureuze wijze’ de inwoners centraal te stellen.
Niet inzichtelijk
‘De informatievoorziening aan de raad lijkt te zijn vergeten’, concludeert de rekenkamer. Met uitzonder van het eerste jaar ontvangt de raad geen periodieke informatie over de ontwikkelingen bij de wijksturing. ‘Welke positieve ervaringen, maar ook welke strubbelingen spelen en welke aanpassingen worden doorgevoerd, is niet inzichtelijk voor de raad.’ De gemeenteraad heeft dus geen beeld of het gaat zoals de bedoeling was.
Budgetten
De financiële stukken geven bovendien weinig inzicht in hoe de budgetten in elkaar steken. Er wordt geen helder onderscheid gemaakt tussen wat voor wie is bestemd. Bovendien blijkt uit een recente evaluatie dat de afgelopen jaren een groot deel van de budgetten ‘ondergemandateerd’ terug is gegaan naar de kernorganisatie. ‘De gemeenteraad is niet expliciet geïnformeerd over deze beweging.’
Geen heldere voorzet
De raad heeft uitgangspunten en de werkwijze van de wijksturing vastgesteld, maar over de eigen rol zijn geen kaders vastgesteld – dat zou later komen. Er was een voorbereidingsgroep met leden van de raad en het college, die verder zou nadenken over de rol van de raad. ‘Deze voorbereidingsgroep is na een aantal keer niet meer bijeengekomen. De bijeenkomsten hebben niet geresulteerd in een heldere voorzet waarover in de politieke arena van gedachten gewisseld had kunnen worden.’
Moedig
Arnhem koos er met de werkwijze voor om ‘op een rigoureuze wijze inwoners centraal te zetten en de gemeentelijke werkwijzen, processen en systemen daar naar in te willen richten’. Dat was moedig, vindt de rekenkamer, en het is een werkwijze die ‘niet elders in Nederland is te zien’. De ontwikkeling ervan vraagt tijd en lerend vermogen. De rekenkamer vindt dat de raad beter de eigen positie moet bepalen: ‘Waar wil de raad loslaten en waar wil de raad nog wél van weten en op sturen?’
Reacties: 3
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.