‘Afgehaakt Nederland’ stemt vaker op lokale partij
De lokalo's moeten het voor een deel hebben van 'afgehaakte' kiezers, maar krijgen ook behoorlijk wat steun van 'gevestigde' stemmers.
Kiezers met een voorkeur voor een ‘buitenstaanderpartij’ stemden bij de gemeenteraadsverkiezingen vaker op een lokale partij dan ‘gevestigde’ kiezers. Toch bestaat de achterban van lokale partijen uit een brede mix van stemmers. Dat blijkt uit een peiling van onderzoeksbureau Ipsos.
Meedoen
In de Atlas van Afgehaakt Nederland, die eind vorig jaar verscheen, brengen Josse de Voogd en René Cuperus een groep Nederlanders in kaart die 'niet meer meedoen' met de politieke mainstream. Volgens de auteurs keert de landelijke politiek zich steeds meer van deze burgers af, maar weten lokale partijen de afgehaakte kiezers soms nog wel te bereiken.
Afgehaakte kiezers
De lokalo's kwamen bij de afgelopen verkiezingen als winnaar uit de bus: ze kregen maar liefst 36 procent van de stemmen. Hebben de lokale partijen dat te danken aan een groeiend wantrouwen jegens de landelijke politiek? Bestaat de achterban van de lokalo's vooral uit 'afgehaakte' kiezers? Uit een kiezersonderzoek van Ipsos, in opdracht van de NOS, blijkt: de 'buitenstaanders' zijn inderdaad meer geneigd om op een lokale partij te stemmen. Maar ook een behoorlijk deel van de 'gevestigde' kiezers steunt de lokale partijen.
Buitenstaanderpartijen
Cuperus en De Voogd onderscheiden in hun atlas de gevestigde partijen (die vertegenwoordigd zijn op alle bestuurlijke niveaus en openstaan voor regeringsdeelname) van de 'buitenstaanderpartijen' (die aan de randen van het politieke spectrum opereren en weinig formele invloed uitoefenen op het openbaar bestuur). De auteurs rekenen PVV, SP, FVD, 50PLUS, PvdD en DENK tot de buitenstaanderpartijen. JA21 is een twijfelgeval, maar kan ook worden beschouwd als buitenstaander.
Overlap
Uit de Ipsos-peiling blijkt inderdaad dat er overlap is tussen ‘afgehaakt Nederland’ en de achterban van de lokalo's. Kiezers die bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 op een buitenstaander stemden, en in 2022 weer naar de stembus kwamen, stemden relatief vaak op een lokale partij. Bij de JA21-stemmers was dat maar liefst 79 procent. Bij 50PLUS was het 70 procent, bij de PVV 59 procent en bij de SP 44 procent. Bij alle andere partijen ligt het percentage lager. De achterban van GroenLinks, ChristenUnie en PvdA stemde het minst vaak op een lokale partij (respectievelijk 11, 13 en 17 procent).
Niet-stemmers
Ook bij niet-stemmers zijn de lokale partijen populair. Dat wil zeggen: van de kiezers die in 2021 niet stemden, maar in 2022 wel, koos de helft voor een lokale partij. Het gaat daarbij om een vrij kleine groep, want de meeste kiezers die in 2021 niet stemden, kwamen ook in 2022 niet opdagen. De groep is wel goed voor 5 procent van alle stemmers op lokale partijen.
Gevestigde kiezers
Toch stemt ook een behoorlijk deel van de 'gevestigde' kiezers op een lokale partij. Ongeveer een kwart tot een derde van de kiezers die in 2021 op coalitiepartij VVD, D66 of CDA stemden, kwam in 2022 bij een lokale partij uit. Ook veelzeggend is dat in totaal 46 procent van de stemmers op lokale partijen, in 2021 op een van de vier landelijke coalitiepartijen stemde. Tel je daar de stemmers bij op die uit de achterban van andere gevestigde partijen komen, zoals PvdA en GroenLinks, dan bestaat net iets meer dan de helft van de lokalo-stemmers uit 'gevestigde' kiezers.
Leeftijd en opleiding
Verder valt op dat relatief weinig hoog opgeleide stemmers kiezen voor een lokale partij. Van de midden en laag opgeleide stemmers koos ruim een derde voor een lokale partij; bij hoog opgeleide kiezers was dat maar een kwart. Ook leeftijd speelt een rol: waar meer dan 35 procent van de stemmers ouder dan 50 kozen voor een lokale partij, was dat bij de groep tot 34 jaar minder dan 20 procent.
Reacties: 3
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Het waren GEMEENTERAADSverkiezingen!