Vliegende auto’s

Vraag een klas vol kinderen een tekening te maken van de toekomst, en standaard verschijnen daar de vliegende auto’s. Dat was in mijn jeugd (jaren ‘60) zo, en nu nog steeds is het voor kinderen in de basisschoolleeftijd het ultieme toekomstbeeld. Zonder uitlaatgassen natuurlijk, want milieuvriendelijk. En verder veel groen en veel blije mensen. Geen kind zal een post-apocalyptische wereld op papier zetten. De toekomst is altijd een betere versie van het heden. Hoe verder weg, hoe positiever het beeld.

Dat geldt niet alleen voor basisschoolleerlingen. Kijk maar eens naar de plannen die Nederland allemaal heeft voor het jaar 2050. Natuurlijk zijn we dan volledig klimaatneutraal. De uitstoot van broeikasgassen: nul. Alle energie: duurzaam opgewekt. Onze steden: volledig klimaatadaptief, al het openbaar vervoer rijdt op groene stroom. De landbouw: duurzaam. We zijn koploper in kennis en innovatie, met inzet van AI en duurzame productiemethodes. En woningnood is iets van het verleden. 

Maar het is nog geen 2050 en de weg er naartoe is nog lang. In het laatste nummer van dit jaar van Binnenlands Bestuur kijken we dan ook iets minder ver de toekomst in, naar het jaar 2030. Het jaar dat de plannen vastgelegd in het Klimaatakkoord, Nationale Programma Landbouw, het Deltaprogramma, de Nationale Omgevingsvisie en de Europese Greendeal moeten zijn gerealiseerd. Het jaar dat alle kolencentrales zijn gesloten, minstens 70 procent van de elektriciteit van wind- en zonne-energie afkomstig is, alle verpakkingen recyclebaar zijn. 

Het jaar dat er 900.000 extra woningen zijn gebouwd, de gesloten jeugdzorg is afgebouwd en er geen daklozen meer zijn. Het jaar dat gemeenten resistent zijn tegen cyberaanvallen en de meeste jongeren op gezond gewicht en actief zijn. Om al deze doelen te realiseren zijn er geen grote en brede vergezichten nodig, maar realistische en haalbare plannen. Want het is nog maar 5 jaar tot 2030 en er is nog heel veel te doen. 

Die vliegende auto’s komen later nog wel een keer.