Advertentie

Adviezen ROB zijn onder de maat

De Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) produceert de laatste tijd een spervuur aan adviezen en rapporten, waaronder briefadviezen aan regering, parlement en informateur. In dat opzicht is er een evidente breuk met het verleden.

02 juli 2010

Onder het voorzitterschap van Van Kemenade vervaardigde de Raad rapporten die zich onderscheidden door diepgang en gedistantieerde en voorzichtige analyse, goed passend bij de status van een adviesorgaan. De huidige raad, onder het voorzitterschap van Jacques Wallage en het vice-voorzitterschap van Geert Dales, kiest voor een geheel andere benadering.

Er worden snel stellingen betrokken, de vernieuwingsvoorstellen buitelen over elkaar heen, er is een evidente en opzichtige politieke agenda gericht op hervorming en de rapporten en adviezen ontberen overwegend een prudente, gedistantieerde en zorgvuldige analyse. Nu kan op zichzelf genomen een wat meer offensieve opstelling van dit adviesorgaan geen kwaad, maar de ROB maakt zich daarmee kwetsbaar en omstreden.

De Raad heeft voor zichzelf een inhoudelijke ‘hang-up’ geschapen in het rapport Vertrouwen op democratie. In de daarop volgende adviezen en rapporten wordt daar steeds op voortgeborduurd. Dat kan in beginsel de consistentie van advisering bevorderen, maar het probleem is echter dat het ‘hang-up’-rapport analytisch nogal aan de magere kant is.

In het Tijdschrift voor Openbaar Bestuur schrijven Castenmiller en Van Dam terecht dat er in Vertrouwen op democratie in analytisch opzicht van alles en nog wat door elkaar wordt gehaald. De analyse van nationale democratie mengt zich zonder al te veel onderscheid met die van de decentrale democratie, terwijl het hier in menig opzicht gaat om nauwelijks vergelijkbare grootheden.

Het rapport wemelt vervolgens van de wetenschappelijk onbewezen stellingen, terwijl voorts allerlei begrippen niet worden uitgeanalyseerd. De aangereikte oplossingen ten slotte, vloeien lang niet altijd dwingend voort uit de aangeboden probleemduiding, waardoor het betoog een zeer stellig, politiek en apodictisch karakter krijgt. Bij het verzamelen van bouwstenen voor politieke stellingnames is een dergelijke benadering acceptabel, maar niet voor een door de regering ingesteld adviesorgaan. De ROB zou in dat opzicht zich veel meer moeten spiegelen aan bijvoorbeeld de gezaghebbende werkwijze van de WRR.

Een ander voorbeeld van de gehaaste en weinig overtuigende werkwijze is het briefadvies van de ROB aan de kabinetsinformateur over de wenselijke vorming van een kernkabinet. Acht ministers zou dat kernkabinet moeten bevatten, met dertien staatssecretarissen die de departementen gaan leiden en beheren, terwijl de ministers zich van dat beheer onthechten en zich concentreren op de grote beleidsdossiers.

De gedachte van een kernkabinet is niet nieuw en zeker aantrekkelijk. Aan de informateur wordt geadviseerd deze figuur meteen in te voeren en de onderhandelende fracties daarvoor over de streep te trekken. In zijn haast heeft de ROB echter verzuimd om grondig na te gaan of dit voornemen in deze vorm ook daadwerkelijk op korte termijn ten uitvoer kan worden gebracht. De Grondwet deelt de leiding over de departementen toe aan de ministers en niet aan de staatssecretarissen.

In de verhouding tussen minister en staatssecretaris bestaat qua politieke verantwoordelijkheden een verfijnd stelsel waarbij ondergeschiktheid en zelfstandigheid in een subtiele verhouding tot elkaar staan. Wanneer nu in weerwil van de Grondwet de staatssecretarissen de leiding over de departementen zouden krijgen en daarvoor extern verantwoordelijk worden, betekent dat een nogal hevige ingreep waarvan het maar zeer de vraag is of dit constitutioneelrechtelijk door de beugel kan. De ROB oordeelt dat de Raad van State daar bij gelegenheid nog maar eens naar moet kijken.

Maar als niet nu al goed is onderzocht of dit staatsrechtelijk wel kan, dan heeft dit tot gevolg dat de ROB een volkomen onverantwoord en wankel advies heeft uitgebracht aan de informateur. Indien de informateur het een goed idee vindt, maar tot de slotsom komt dat het zo niet kan, dan is dat voor de ROB een enorme canard.

Reacties: 4

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Michiel Jonker / ambtenaar bij een decentrale overheid
Ik herinner me een column van Elzinga een paar weken geleden, waarin hij kritisch was over "doemdenken". Moeten we deze column van Elzinga nu afdoen als doemdenken over de ROB?

Nee! Laten we er in eerste instantie vanuitgaan dat Elzinga de adviezen van de ROB zorgvuldig heeft geanalyseerd en daar zijn mening op baseert.

Het is dan wel jammer dat hij in zijn column geen voorbeelden geeft van de door hem geconstateerde "wetenschappelijk onbewezen stellingen", "niet uitgeanalyseerde begrippen" en "oplossingen die niet dwingend voortvloeien uit de aangeboden probleemduiding".

Door het ontbreken van zulke voorbeelden, kan ik me geen mening vormen of Elzinga's kritiek terecht is, en krijgt ook zijn column een "politiek en apodictisch karakter".

Het lijkt of Elzinga hier vooral zijn autoriteit en statuur inzet. Maar als lezer wil ik toch graag een inhoudelijke onderbouwing zien.
Michiel Jonker / ambtenaar bij een decentrale overheid
Eh... sorry, Elzinga geeft één echt voorbeeld, over het kernkabinet. Maar om daar nu een betoog over de ROB als zodanig op te hangen, vind ik toch wat mager. Dan kun je het ook gewoon over dat kernkabinet hebben, en niet over het functioneren van de ROB in het algemeen.
Fons Zinken / voorzitter VPPG
De vorming van een kabinet via het smeden van een coalitie met een paar partijen in de Tweede-Kamer, is in strijd met de Grondwet.
De heer Elzinga, voorzitter van de staatscommissie 'Dualisme en lokale democratie', heeft in zijn handboek van het Nederlands gemeenterecht nagelaten om te wijzen op de eisen die de Grondwet stelt aan de onafhankelijke positie van de volksvertegenwoordiger. Een kernkabinet van onafhankelijke deskundigen, benoemd door de gehele volksvertegenwoordiging via een sollicitatieprocedure, zou ons land bestuurlijk en grondwettelijk veel sterker maken. Het advies van de ROB is een stapje in de goede richting.
herman prins / student Rechten WO OU
Ik maak mij zorgen over het functioneren
van Wallage als informateur gelet op de bevindingen van Elzinga!
Advertentie