Advertentie
sociaal / Column

Zorgen voor elkaar: ja, natuurlijk!

Mantelzorgers moeten als sparringpartner aan tafel bij het overleg tussen het ministerie en de VNG over de langdurige zorg.

16 mei 2013

Maar hoe? Dat was mijn eerste reactie na het lezen van de brief Herziening Langdurige Zorg van VWS-staatssecretaris Van Rijn. Met de ‘Ja’ bedoel ik dat Mezzo veel bereidheid ziet om voor elkaar te zorgen, dus daar sluit ik me bij aan. ‘Maar hoe?’ is vervolgens de allerbelangrijkste vraag die beantwoord moet worden als we dit voor elkaar willen krijgen.

Van Rijn geeft hier in zijn brief nog geen antwoord op; hij geeft slechts bloot dat hij met de VNG in gesprek wil over de ondersteuning van mantelzorgers en zorgvrijwilligers.

Dat lijkt me het minste wat de staatssecretaris kan doen, want u wilt als gemeente natuurlijk wel weten wat er in dit licht nog meer op u afkomt. U bent volgens de Wmo immers al verantwoordelijk voor participatie van mantelzorgers in de samenleving, en voor de ondersteuning van vrijwilligers. Nu gaat het erom met elkaar vast te stellen hoe we optimale condities kunnen scheppen om mantelzorgers gezond te houden. Zodat zij zich erkend en ondersteund voelen om de klus te klaren, in plaats van op voorhand gedwongen om langdurig en intensief te zorgen.

Sparringpartner

Wij hebben daar als Mezzo ideeën bij, door onze jarenlange expertise op het terrein van informele zorg. Daarom hoort Mezzo als sparringpartner ook aan tafel bij het overleg tussen het ministerie en de VNG. Om met elkaar de uitgangspunten te bespreken, want om de informele zorg zodanig te versterken moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan.

Zo is er een beter samenspel nodig tussen informele en formele zorg, waarbij zorgprofessionals aansluiten op wat de informele zorg kan - en niet andersom! Dit partnerschap moet groeien, en kan volgens ons extra worden gestimuleerd en gefinancierd door het Rijk. Ten tweede staan in de plannen van de staatssecretaris eigen regie en zorgvraag van de cliënt centraal, maar het is ook essentieel dat dit voor de mantelzorger eveneens wordt geregeld. Die eigenstandige positie moet nadrukkelijk worden geborgd in de Wmo. In het keukentafelgesprek kunnen gemeenten met mantelzorgers kijken wat zij nodig hebben.

Tot slot moeten voorzieningen die maken dat mantelzorgers het zonder overbelasting volhouden, ook na 2015 ruimschoots beschikbaar blijven. Werkende mantelzorgers bijvoorbeeld kunnen intensieve en langdurige zorg en een betaalde baan alleen maar combineren als Rijk en gemeenten ze daarbij goede ondersteuning bieden, zoals dagbesteding en respijtzorg.

Ondersteuning vrijwilligerszorg

Ook zorgvrijwilligers kunnen veel betekenen in de nieuwe plannen van de staatssecretaris, denk aan de inzet van vrijwilligers ter ontlasting van mantelzorgers of het (weer) betrekken van eenzame mensen bij de maatschappij. Het is meer dan jammer dat de staatssecretaris in zijn brief geen pleitbezorger is van het belang van zorgvrijwilligers en het belang om in de vrijwilligerszorg te investeren. Want op dit vlak ligt een enorme kans om meer zorgen voor elkaar mogelijk te maken.

Liesbeth Hoogendijk

Meer columns van Liesbeth Hoogendijk vindt u hier.

Reacties: 3

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

A. Wassenburg
Ja inderdaad, mensen moeten gratis en structureel voor elkaar gaan zorgen. Goed idee, zeg. En vervolgens kunnen bureauzitters zoals MEZZO daar hun voordeel mee doen. Zij geven uiteraard geen mantelzorg en werken niet als vrijwilliger, maar praten erover, coördineren en inspireren, zoals dat heet in het jargon. Iets minder vriendelijk uitgedrukt zou je kunnen zeggen dat ze parasiteren op de zorgsector. Nederland gaat ten onder aan al deze duurbetaalde gecommercialiseerde non-activiteiten. Mijns inziens kun je de hele besparing in de zorg financieren door deze 'tussenhandel' uit te schakelen. Wist u trouwens al dat er zelfs bureaus zijn die artsen en ziekenhuizen helpen bij het straffeloos indienen van gefraudeerde declaraties? Hoe gek kan het worden?
Liesbeth Hoogendijk / Directeur
Wat jammer dat hier het beeld zou ontstaan dat ik mij van achter het bureau met mantelzorg en vrijwilligerzorg bezig houd. Dat beeld wil ik graag corrigeren. Ik ben al 19 jaar de trotse moeder van een zoon met een handicap en bij mijn moeder is 2 jaar geleden Alzheimer vastgesteld. Naast mijn werk neemt de zorg voor deze 2 mensen veel van mijn dagelijkse tijd en energie in beslag én zij voeden mijn motivatie om voor de informele zorg op te komen. Bij Mezzo werken veel mensen die mantelzorg en werk combineren: 1/3 van de medewerkers is ook mantelzorger.



Voordat ik de overstap maakte naar Mezzo heb ik 10 jaar bij een vrijwilligersorganisatie gewerkt, Handjehelpen in Utrecht. Bij veel hulpvragers – ouders van gehandicapte kinderen en volwassenen met een handicap of chronische ziekte – heb ik, net als mijn collega’s, een vrijwilliger of stagiaire ingezet: op huisbezoek, luisteren naar wat de hulpvrager wil en dan zoeken naar de best passende vrijwilliger.



Het is juist de kracht van mantelzorgers en zorgvrijwilligers die de informele zo mooi en onbetaalbaar maakt. Mezzo komt op voor hun belangen en maakt zich hard voor ondersteuning waar iemand daadwerkelijk op zit te wachten. Ik nodig je van harte uit om het gesprek persoonlijk aan te gaan, het is duidelijk een onderwerp dat ons beiden raakt.

Mak Assar / Mantelzorger
@Annemiek (IC medewerker) op 17 mei 2013 14:28

Uitstekend verwoord, hulde voor uw betoog.
Advertentie