Jeugdzorg zonder dwang, 4: wij de samenleving
Laatste column in de serie Jeugdzorg zonder dwang van Erik Gerritssen, directeur van Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam.
In de vorige drie columns waarin ik mijn droom over een jeugdzorg zonder dwang uitwerkte, lag de focus op de rol die de instituties in de publieke sector daarin moeten spelen. De gemeenten als regisserende opdrachtgevers, ook naar niet jeugdzorgorganisaties toe (scholen, woningbouwcorporaties, kinderopvang, sociale diensten, schuldhulpverlening, politie, justitie, etc), in een wijkgerichte aanpak, de Bureaus Jeugdzorg als verlengde overheid en gecertificeerde drang/dwang organisaties voor regie op casusniveau voor de meest complexe doelgroep onmachtige gezinnen en jeugdzorgaanbieders die passend aanbod bieden. In deze laatste column over jeugdzorg zonder dwang wil ik het hebben over de medeverantwoordelijkheid van de samenleving om het ideaal van jeugdzorg zonder dwang dichterbij te brengen.
Het voorkomen en stoppen van kindermishandeling is een weerbarstig ongetemd maatschappelijk vraagstuk dat alleen met vereende krachten hanteerbaar kan worden gemaakt. Ik spreek bewust van hanteerbaar maken, omdat een 100 procent oplossing niet realistisch is. Hoe afschuwelijk het ook is, er zal altijd sprake blijven van kindermishandeling in onze samenleving. De gebroken schepping bestaat. Het is ten eerste van groot belang dat we als samenleving niet langer wegkijken van de ongemakkelijke waarheden in de jeugdzorg (zie mijn eerdere columns daarover).
Kindermishandeling is heftig, bijna niet voor te stellen en het confronteert mensen ook met hun eigen angsten en tekortkomingen. Wegkijken is dus wellicht begrijpelijk, maar draagt bij aan het onnodig erg voortbestaan van kindermishandeling. Het naar aanleiding van familiedrama’s steeds weer wijzen met beschuldigende vingers naar de instituties, in het bijzonder die van de jeugdzorg, is onterecht (niemand werkt in de jeugdzorg met de intentie om familiedrama’s te veroorzaken of kinderen ten onrechte uit huis te plaatsen) en werkt ook contraproductief (angst die leidt tot disfunctioneel indekgedrag).
Willen we de droom van jeugdzorg zonder dwang dichterbij brengen, dan zal de samenleving, moeten stoppen met de jeugdzorg als aflaat voor de eigen gevoelens van onbehagen te gebruiken. Dan zal de samenleving de ongemakkelijke waarheden recht in de ogen moeten kijken. Dan zal de samenleving medeverantwoordelijkheid moeten nemen voor het voorkomen en stoppen van kindermishandeling. En die samenleving dat zijn wij met zijn allen!
Wat doet u zelf als familielid, buurman, ouders van bevriende kinderen, of toevallige passant als u getuige bent van gewelddadige ruzies tussen ouders, jonge kinderen tot laat op straat ziet spelen of in verwaarloosde toestand op het balkon aantreft in de winter, kinderen met steeds terugkerende blauwe plekken aantreft of jongeren abnormaal gedrag ziet vertonen? Gaat u dan in gesprek met die jeugdigen en hun ouders, biedt u hulp aan? Of kijkt u weg danwel volstaat u met het doen van een anonieme melding, omdat u zelf niet verder betrokken wilt worden?
Natuurlijk, het signaleren, bespreekbaar maken en stoppen van kindermishandeling is ook een vak apart. Als de situatie ernstig is, zijn jeugdzorgprofessionals beschikbaar om handelend op te treden. Maar veel onnodige ellende kan voorkomen worden als de samenleving ook haar verantwoordelijkheid neemt. Direct of na advies van het Advies en Meldpunt Kindermishandeling. Te vaak willen melders anoniem blijven of niet zelf eerst eens gewoon aanbellen en polshoogte nemen. Prachtig zijn de initiatieven van ouders om onderling informele kinderopvang te regelen of speeltuinen in eigen beheer te nemen. Waarom niet ook het initiatief nemen om in de buurt tijdelijke opvang voor kwetsbare kinderen te organiseren?
De tegenwoordig zo geroemde pedagogische civil society moet geen exclusief overheidsproject worden, maar vooral ontstaan uit maatschappelijk initiatief van betrokken burgers zelf. Vooral de gemeentelijke overheid kan een handje helpen door spontane initiatieven in het zonnetje te zetten en bureaucratische belemmeringen weg te nemen. Ook een actief aanmoedigende en faciliterende rol voor de gemeente kan ik me goed voorstellen in die gevallen waarin de drempel voor spontane initiatieven, gezien de gevoeligheden waarmee kindermishandeling omgeven is, te hoog is. Zolang dat maar niet weer ontaardt in overnemen en betuttelen.
Jeugdzorg zonder dwang is mogelijk wanneer we er samen de schouders onder zetten. Want zijn we niet allemaal een beetje jeugdbeschermer?
Speel jij nog wel eens met chocola om tijdgenoten aan te sporen en verleiden. Dank ook voor dat idee. Mvg caroline