Advertentie
sociaal / Achtergrond

Zeeland in de vergeetput

De provincie Zeeland zag achttien instanties vertrekken. De belastingdienst? Verhuisd. Het kadaster? Weg. De kazerne? Dicht. ‘De provincie wordt leeggehaald’, constateert burgemeester Schouwenaar van Middelburg. ‘Het wordt hier een bestuurlijke woestijn’, vindt commissaris van de koningin Peijs. 

27 februari 2009

‘Zeeland was vroeger de belangrijkste van de Zeven Provinciën’, peinst Koos Schouwenaar, burgemeester van Middelburg. ‘En nu? De provincie wordt leeggehaald. Steeds meer verdwijnt die kant op’. Hij wijst naar het noordoosten, richting Randstad. Achttien overheidsdiensten zijn inmiddels uit de provincie verdwenen en de volgende ronde staat voor de deur. Achter de burgemeester blikkert het water van het Kanaal door Walcheren in de namiddagzon. Aan de overkant ligt de Maisbaai, waar in de Gouden Eeuw de VOC-werf was gevestigd. Dat waren nog eens tijden: Zeeland als economische motor, ja zelfs als centrum van de macht. ‘Tegenwoordig zitten we toch wat perifeer hier’, beseft Schouwenaar. Zeeland is verworden tot een deels op België gericht buitengewest.

 

Ver van Den Haag

 

De afstand van het provinciehuis in Middelburg tot het gebouw van de Tweede Kamer in Den Haag is 157,9 kilometer. Het voelt veel verder, vanuit Zeeuws perspectief. In de kustprovincie is de laatste jaren het gevoel gegroeid er maar wat bij te hangen. Dat de dunstbevolkte regio van het land niet vooraan staat bij het verdelen van de gelden, dat begrijpen de Zeeuwen best. En dat het efficiënter is om sommige overheidsdiensten te bundelen – en dat ze dus verdwijnen uit Zeeland, ook dat wil er bij hen nog best in. Maar er zijn grenzen. En die zijn nu wel bereikt, vinden de bewoners van Neêrlands zuidwesthoek. ‘Want de optelsom pakt voor Zeeland inmiddels wel desastreus uit’, stelt burgemeester Schouwenaar, die tevens korpsbeheerder is van de regiopolitie Zeeland.

 

Al decennialang heeft Zeeland rijksdiensten zien vertrekken, legt hij het Zeeuwse ongenoegen uit. ‘Ik kom zelf uit de marine, ik heb nog meegemaakt dat de mijnenvegers hier waren gestationeerd. Ze zijn verdwenen. De kazerne is dicht. De sociale verzekeringsbank? Weg. Staatsbosbeheer. De belastingdienst. Het ging maar door.’ Schouwenaar schuift een A4’tje over tafel. ‘De volgende overheidsinstanties in de provincie Zeeland zijn door de jaren opgeheven, verhuisd of sterk afgeslankt’, staat er boven. Achttien instellingen prijken op het lijstje, van Kamer van Koophandel tot Koninklijke Landmacht, van douane en Vrom-inspectie tot Kadaster en het Rijksconsulentschap Economische Zaken. ‘Zo’n emmer vult zich langzaam’, schetst Schouwenaar. ‘Je vraagt je jarenlang af: wanneer loopt-ie over? Dat moment kwam op 19 december. Toen hebben we gezegd: nou wordt het echt te dol.’

 

Op die dag meldden de ministers Hirsch Ballin van Justitie en Ter Horst van Binnenlandse Zaken dat de rechtbank in Middelburg een nevenvestiging zou worden van Breda, en dat de politie Zeeland werd samengevoegd met de politie Midden-West-Brabant. De Middelburgse raad schreef per omgaande een brandbrief aan het kabinet: ‘We dringen erop aan ambtelijke werkgelegenheid in Zeeland te scheppen in plaats van bestaande nog verder af te breken’.

 

Bestuurlijk Zeeland vreest een domino-effect: afnemende werkgelegenheid, minder aantrekkelijk vestigingsklimaat, braindrain. ‘Als de rechters hier vertrekken, gaan de advocaten ook en de academische boekhandel óók’, voorspelt Schouwenaar. ‘De zaak wordt maatschappelijk leeggezogen. De efficiencywinst weegt hier niet meer tegenop. We hebben in Nederland geen A- en B-provincies, althans niet op papier. Maar als het zo doorgaat, hebben we straks nog een Zeeuws volkslied, een Zeeuwse vlag en een Zeeuws vakantiegevoel, maar de provincie als bestuurlijke eenheid is dan een lege dop.’

 

Kloof

 

Vraag maar eens aan Ludo van Dijke, president van de rechtbank in Middelburg, de kleinste rechtbank van Nederland. ‘Rechtspraak is iets van de burgers en daarvan wonen er ook 380.000 in Zeeland. Die burgers moeten een rechtbank in de buurt hebben. Als efficiency het enige criterium is, kun je net zo goed één rechtbank met tweeduizend rechters vestigen in Utrecht. Voor negentig procent van de bevolking betekent dat hooguit een uurtje reistijd. Je hebt toch ook maar één Tweede Kamer?’, voegt hij er met een licht cynische glimlach aan toe.

 

Het gaat niet alleen om de reisafstand, wil Van Dijke maar zeggen. ‘Laten we wel wezen: veel mensen komen misschien één keer in hun leven op de rechtbank. Het gaat ook om de uitstraling, om alles wat om zo’n rechtbank heen zit. Een huis van bewaring, de advocatuur, de kinderbescherming. Als die dingen allemaal verdwijnen, krijg je een kloof tussen het apparaat en de maatschappij.’

 

De zaak is ‘onvoldoende doordacht’, stelt Van Dijke. ‘Het argument is dat specialistische kennis op centrale plekken moet worden belegd. Maar wat is een specialisme? Dat is niet benoemd.’ Met het inrichten van kenniscentra en betere werkafspraken tussen de diverse rechtbanken kom je volgens hem een heel eind als je de efficiency wil vergroten.

 

Maar het gaat niet alleen om de concentratie van bestuurlijke instellingen. ‘De kraamafdeling van het ziekenhuis in Vlissingen is gesloten, bevallingen vinden alleen nog plaats in Goes. In een legbatterij, op basis van de agenda van de gynaecoloog’, schampert de rechtbankpresident. ‘Op Walcheren kun je dus geen kind meer krijgen. Zo lost het probleem zich vanzelf op.’ ‘Het kan niet anders’, zegt ziekenhuisdirecteur Hans Simons, die vorige week aftrad. ‘Er zijn hier te weinig gynaecologen voor twee vestigingen. Je moet de krachten bundelen om voorzieningen overeind te houden.’

 

Calimero

 

De oude binnenstad van Middelburg ademt de grandeur van het Zeeland van weleer. De Middeleeuwse abdij oogt als een zusje van het Haagse Binnenhof. Links aan het geheel omsloten plein zetelt het Zeeuwse provinciebestuur. ‘Wij zijn helemaal niet zielig’, zo opent commissaris der koningin Karla Peijs het gesprek. Ze zal het nog drie keer herhalen. Zeeland baalt van de kaalslag, maar is tegelijkertijd als de dood voor het Calimeroeffect. Klagen dat het ‘allemaal zo oneerlijk is’ brengt de provincie geen steek verder.

 

Beter is het om alternatieven en frisse ideeën aan te dragen, beseffen de nazaten van de Oost-Indiëvaarders maar al te goed. De voormalige CDA-minister van Verkeer en Waterstaat loopt naar een grote wandkaart van de provincie. ‘Zou het bijvoorbeeld niet fantastisch zijn als hier, aan de westkant over de koppen van de eilanden, een sneltramverbinding kwam naar Rotterdam? Dan zijn de Rotterdammers snel op het strand en wij snel in de Randstad.’

 

Alle peptalk ten spijt, ook Peijs ziet de problemen wel. ‘Het wordt hier een bestuurlijke woestijn. Zo’n bestuur over de rechtbank en over de politie, dat móet gewoon hier blijven. De afstand van hier tot Tilburg is even groot als van Utrecht naar Meppel, maar niemand die vindt dat die twee politieregio’s samen moeten gaan.’

 

Op 19 december - de dag dat de plannen voor de rechtbank en de politie bekend werden - was er sprake van een ‘schokeff ect’, vertelt ze. ‘We lopen hier steeds tegen hetzelfde aan: we zijn dunbevolkt, maar alle landelijke regelingen zijn verankerd in inwoneraantallen. Inwoners hebben we weinig, maar wie hier woont wil óók met de bus of naar het theater, noem maar op. Op 19 december werden we ineens wel heel erg met de neus op de feiten gedrukt.’

 

Zeeland, legt Peijs uit, is na Rotterdam de regio met het hoogste veiligheidsrisico van Nederland. De Westerschelde, een kerncentrale, chemische industrie, het Schelde-Rijnkanaal. En vlakbij ligt Antwerpen, het meest risicovolle gebied van Europa. Zo’n regio zou geen eigen gezag over politie en veiligheidsdiensten hebben? Ondenkbaar, zo liet de provincie het kabinet per kerende post weten.

 

‘Een desastreuze ontwikkeling’ en ‘een aderlating die de provincie zich niet meer kan permitteren’, schreef de commissaris van de koningin. Peijs: ‘Ik zeg tegen Hirsch Ballin: dus de Zeeuwen worden eigenlijk gestraft omdat het nette mensen zijn en we hier weinig misdadigers hebben? Als het bestuur van de rechtbanken in Middelburg en Breda al moet worden samengevoegd kan het toch net zo goed hier komen? Of vorm een nieuw bestuur, bestaande uit de verschillende rechtbankpresidenten. Of deel de rechtsgebieden anders in zodat het westpuntje van Brabant onder Zeeland valt - en de rechtbank in Zeeland dus een groter draagvlak heeft, zo luiden enkele tegenvoorstellen.’

 

Of het allemaal iets uithaalt, is afwachten. ‘Ik denk het wel’, stelt Peijs. ‘Voor de Veiligheidsregio hebben we onlangs in ieder geval al extra geld gekregen, op basis van risico’s en niet op basis van inwoners.’ Andere Zeeuwse ideeën om de provincie levensvatbaar te houden, liggen momenteel in de week in de residentie: een geautomatiseerd vervoersysteem voor containers langs de A58, een rechtstreekse (goederen)treinverbinding van Vlissingen naar Antwerpen. Ook is gevraagd om een Woonfonds voor Zeeland, Zuid-Limburg en Oost-Groningen waarmee de onverkoopbare, verloederende woningen op het leeglopende platteland kunnen worden gekocht. Peijs: ‘De Randstad moet tot 2014 nog tien Amersfoorten bijbouwen. Wij kunnen er hier wel twee kwijt.’

 

Geen garantie

 

Hoe houd je een lege provincie draaiende? ‘Overdag hebben we hier echt een dekkingsprobleem’, geeft regionaal brandweercommandant Peter van Dijk onomwonden toe. ‘In de dorpen is geen werk meer. De vrijwillige brandweerlieden hebben dus vaak een baan op wat grotere afstand van de kazerne. Wij kunnen geen garantie meer geven dat we binnen vier minuten een auto met zes man aan boord op pad kunnen sturen.’

 

Bij het algemeen bestuur van de veiligheidsregio liggen inmiddels voorstellen om dan maar te vertrekken met vier brandweermannen op de auto, of om van twee kanten - soms vanuit België - naar een brand te rijden. Dertien gemeenteraden moeten dat plan nog goedkeuren. Dat kan nog lastig worden, beseft Van Dijk. ‘Het is net als bij de Verenigde Naties, iedereen heeft vetorecht. Maar iedereen zal toch wat water bij de wijn moeten doen.’

 

Daar wringt in Zeeland deels de schoen, analyseert de regionaal brandweercommandant. GGD, politie en brandweer zouden bijvoorbeeld best een gezamenlijke administratieve of facilitaire dienst kunnen hebben, maar de ‘eilandencultuur’ en de ‘moeizame samenwerking tussen lokale overheden’ staat dat tot nog toe in de weg.

 

Waar Zeeland de uithoek van Nederland is, is Zeeuws- Vlaanderen de uithoek van de uithoek. ‘De overkant’, noemen ze in Middelburg de reststrook Nederland aan gene zijde van de Westerschelde. Zoals de Zeeuws-Vlamingen de rest van Zeeland op hun beurt ‘de overkant’ noemen. De problemen van een schaarsbevolkte regio zijn in Zeeuws-Vlaanderen nóg pregnanter, het gevoel van ondergeschoven kindje nóg sterker. ‘Den Haag is ver weg. Vindt vooral Den Haag’, zegt Hans Meijer, fractievoorzitter van de fractie Helder Zeeuws in de gemeente Sluis. ‘We zeggen weleens dat we hier in het Achtergat zitten.’

 

Tol

 

Plaats van handeling: de barokke huiskamer van fractiegenoot Lucien van den Broecke in Breskens. Witte rozen op de eikenhouten tafel, een kat in een mand op een pilaar oogt loom in het rond. Moeiteloos lepelen de twee lokale politici het ene na het andere bewijs op van de lage Zeeuwse score op de Haagse prioriteitenladder. Neem de pilot met verkeersremmen - de bobbels in de weg. ‘Die dingen werken hier niet. De balen hooi vielen van de karren en de boeren gingen weer gewoon de provinciale weg op.’

 

Een weg, overigens, die alsmaar niet wordt verbreed. ‘Iedereen in Zeeland wil dat. Maar Verkeer en Waterstaat zegt: volgens de verkeerstellingen hoeft er niet zoveel te gebeuren’. Breek Meijer en Van den Broecke de bek niet open. ‘Als het Prins Clausplein in Den Haag wordt opgeknapt, hoor je niemand zeggen dat er tol moet worden geheven om het te betalen. Hier wel. Vier euro zeventig enkele reis door de Westerscheldetunnel...! Wij zijn toch ook Nederlanders?! Niet iedereen in Den Haag heeft scherp op het netvlies dat in Zeeland ook mensen wonen.’

 

Al moeten de Zeeuwen tot op zekere hoogte ook de hand in eigen boezem steken, erkennen beide raadsleden. ‘We zijn niet assertief in Randstedelijke zin’, zegt Meijer. ‘Hier wordt meer achter een glas bier gepraat dan dat we de dingen naar buiten brengen. We zijn gewend dingen zelf op te lossen’, zegt Van den Broecke. ‘In vergaderingen zijn de Zeeuwen stil’, vult Meijer aan. ‘We zijn niet goed in het Haagse lobbywerk. Als de burgemeester van Amsterdam toegang wil tot het kabinet, is dat zo geregeld. Als burgemeester van Terneuzen kom je toch minder ver, hoor. Maar je kan niet voortdurend zeggen: je bent een minderheid, pech gehad. Dan schrijf je als overheid een gebied gewoon af.’

 

Verpaupering

 

De gemeente Sluis bestrijkt de hele westkant van Zeeuws-Vlaanderen. Vijftien kernen, 24.000 inwoners, 28 sportvelden, 22 scholen, 29 kerken, zestien dorpshuizen. Hou dat allemaal maar eens in stand bij een krimpende, ontgroenende en vergrijzende bevolking. Dat lukt dus niet. ‘We moeten snoeien. Maar we kunnen het ook niet meer alleen’, stelt burgemeester Jaap Sala. ‘Toen in de jaren zeventig de grote steden verpauperden, gingen er miljarden naar stadsvernieuwing. Nu zitten wij met de verpaupering. Slopen of opknappen van alle leegstaande woningen zou ons globaal 21 miljoen euro kosten. Krijgen wij nu ook extra geld?’

 

De vraag stellen is hem beantwoorden. ‘De mensen hier hebben het gevoel dat ze in Den Haag maar wat doen. Ze leggen hier een tunnel aan van 1,3 miljard euro, de toeleidingswegen zijn verschrikkelijk, en dan mogen we ook nog betalen om in onze eigen provinciehoofdstad te komen. Dat zou je in Amsterdam eens moeten proberen…’

 

En dus, beseft ook Sala, zullen de Zeeuwen zelf slim moeten zijn. ‘Vorig jaar hebben we als gemeente op de landelijke Emigratiebeurs gestaan. Dat heeft ons 49 nieuwe inwoners opgeleverd die anders waren vertrokken naar het buitenland, op zoek naar rust, ruimte en veiligheid. En waarom geen toeristische universiteit hier gevestigd? Of laat brandweerlieden uit Rotterdam gratis vakantie vieren in een huisje in Cadzand, in ruil voor beschikbaarheid voor de uitruk.’

 

Moeilijk leven

 

Het leed van Zeeland. En niet alleen in de hoofden van de bestuurlijke elite. Charles Langeraert maakt een wandelingetje net buiten het dorp Zuidzande. Als hij eenmaal aan de praat is gekregen, rollen de stereotypen over zijn provincie als vanzelf uit zijn mond. ‘Ik was slager tot aan mijn pensioen. Jammer dat de bevolking terugloopt, voor een kleine zelfstandige is het een moeilijk leven hier. Sowieso is er te weinig werk.’

 

Wat hij vindt van Den Haag? ‘Niet veel goeds. Ze zien ons als buitengebied. Er wordt maar weinig voor deze streken gedaan. Kijk naar het wegennet dat naar de Westerscheldetunnel leidt. Be-droe-vend! Die tunnel ligt trouwens op de verkeerde plek. Het is triest gesteld met de verbindingen hier. En met slechte wegen begint geen mens hier een fabriek natuurlijk.’ Langeraert pauzeert even. ‘Dat kom je in de grotere provincies toch niet tegen. Maar ja, dat is democratie. Hoe meer mensen, hoe sneller je iets tot stand hebt gebracht.’

 

Ook Greet Hermie voelt zich soms verloren. Als inwonertal het enige criterium is, ziet het er niet best uit voor haar dorp Sint Kruis. ‘Tweehonderdvijftig inwoners. En als we de losse boerderijen in de omgeving meetellen zo’n driehonderd’, zegt Hermie, uitbaatster van café Zeelandia, het laatste gebouw voor de Belgische grens. Ze is, hoe kan het anders, zelf ook in België geboren. ‘Iedereen hier bevalt in Knokke. Het ziekenhuis daar is tien minuten rijden, Terneuzen is drie kwartier.’

 

Hoe gaat het met de publieke voorzieningen? Ze kijkt glazig. De politiezorg, bijvoorbeeld? ‘Ik zou niet eens weten waar ik moet zijn’, grijnst ze. ‘Ik heb géén idee waar het dichtstbijzijnde politiebureau is. Heeft Oostburg er nog eentje?, vraagt ze aan de drie aanwezige klanten, twee Belgen en een Nederlandse. Allen halen de schouders op. ‘Weet je hoe we hier wel worden genoemd?’, vraagt de kroeg bazin. ‘Reserve-Belgen. Ben je dan een vergeten hoek, of niet?’

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie