Advertentie
sociaal / Nieuws

Wmo-toezicht moet meer bovengemeentelijk

Het beleggen van de uitvoering van het Wmo-toezicht heeft op een bepaald schaalniveau veel voordelen.

10 mei 2023
Toezicht-shutterstock-255409576.jpg
Shutterstock

Bovengemeentelijke samenwerking tussen Wmo-toezichthouders moet meer worden aangemoedigd. Dat vindt staatssecretaris Maarten van Ooijen (VWS). Hij wil daarom zo snel mogelijk beginnen met een stimuleringsprogramma voor gemeenten.

Adviseur verkeersveiligheid

de provincie Noord-Holland
Adviseur verkeersveiligheid

Hoofd Toetsing en Vergunningverlening Milieu (via PublicSpirit)

omgevingsdienst Haaglanden
Hoofd Toetsing en Vergunningverlening Milieu (via PublicSpirit)

Dat schrijft hij in een brief aan de Tweede Kamer. Van Ooijen beroept zich op rapportages van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en advies- en onderzoeksbureau Significant. Deze onderzoeken laten zien dat het beleggen van de uitvoering van het Wmo-toezicht op een bepaald schaalniveau veel voordelen heeft. Voor de bewindsman reden genoeg om in de vorm van een stimuleringsprogramma hier zo snel mogelijk werk van te maken.

Belang kwaliteit en continuïteit

Daarnaast wil de staatssecretaris dat de onafhankelijke uitvoering van het Wmo-toezicht ‘nadrukkelijker’ en ‘meer expliciet’ wordt verankerd in de Wmo 2015. Onder meer door de Wmo-toezichthouder op basis van eigen en onafhankelijk inzicht een werkprogramma te laten opstellen. Dit zou volgens Van Ooijen moeten worden opgenomen in de gemeentelijke verordeningen.

Verder wil de bewindsman dat in de wet wordt vastgelegd dat de Wmo-toezichthouder jaarlijks een verslag van werkzaamheden publiceert en deze bij de gemeenteraad aanbiedt. ‘In het verslag kan de toezichthouder voorstellen doen die zij nodig acht in het belang van de kwaliteit en continuïteit van de maatschappelijke ondersteuning’, stelt de staatssecretaris. 

‘Niet verenigbaar met het toezichthouderschap’

In de ogen van de bewindsman moet het Wmo-toezicht transparanter en het kwaliteitstoezicht adequater. Wat hem betreft mogen in de toekomst toezichthouders geen andere functies bekleden ‘die niet verenigbaar zijn met het toezichthouderschap’. Denk aan een toezichthouder die tevens beleidsmedewerker of contractmanager is. Van Ooijen verkent nog of dit in de wet kan worden openomen.

Ook het uitgangspunt dat gemeenten in beginsel toezichtrapportages openbaar dienen te maken wordt opgenomen in de wet. Gemeenten moeten beschrijven hoe zij ‘op adequate wijze’ vorm en invullingen geven aan het kwaliteitstoezicht. Dit wordt een wettelijk verplicht onderdeel van het (lokale) beleidsplan. Voor gemeenten betekent dit concreet dat zij in ieder geval, naast het in de wet genoemde calamiteitentoezicht, ook in het beleidsplan moeten aangeven hoe zij proactief toezicht houden.

Voor een aantal verbetermaatregelen moet de wet worden gewijzigd. De staatssecretaris geeft aan daarbij aandacht te hebben voor de uitvoerbaarheid voor gemeenten van verschillende grootte.

Toezicht ondermaats

Bij de invoering van de Wmo 2015 koos de wetgever er bewust voor om gemeenten zelf het toezicht te laten organiseren. De uitwerking laat echter te wensen over. De afgelopen jaren rapporteerde de IGJ meerdere malen dat de kwaliteit van het Wmo-toezicht ondermaats is. Ook het meest recente rapport heeft eenzelfde strekking: ‘Er is geen sprake van een duidelijke verbetering in de situatie vergeleken met die in voorgaande jaren’, aldus de IGJ in december.

De VNG laat aan Binnenlands Bestuur weten de voorgestelde verbetermaatregelen te ondersteunen. Met de bewindsman verkent de koepelorganisatie welke stappen passend zijn om het gemeentelijk toezicht op rechtmatigheid te verstevigen. Indien deze verkenning aanleiding geeft tot een wijziging van de wet zal Van Ooijen dit meenemen in het wetgevingstraject.

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Hielco Wiersma
Als dit al noodzakelijk is is het ook verstandig om de VNG bij dit soort maatregelen te betrekken.
Advertentie