Register Wmo-consulent niet omarmd

Om de kwaliteit van de medewerkers te waarborgen is er een wettelijk register voor Wmo-consulenten nodig, zo stelde Miquel Wijngaards van detacheerder Kenniscentrum Sociaal Domein (eerst Kenniscentrum WMO) in 2017 in een interview met Binnenlands Bestuur. Hoewel Wijngaards het register vervolgens oprichtte wordt het initiatief niet omarmd door de VNG of het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).

Erkend beroep

Wijngaards zegt dat het contact tussen zijn organisatie en de VNG moeizaam verloopt. Hij is naast zijn baan bij de opleider en detacheerder tevens directeur van de Stichting WMO Consulenten Nederland. Die stichting richtte het register voor Wmo-consultenten zelfstandig op, maar dat leidde tot nu toe niet tot enige bestuurlijke of politieke beweging. Ondanks zijn oproep van zes jaar geleden. ‘Wij willen dat de functie van Wmo-consulent een officieel beroep wordt met een beroepsopleiding. Met daarbij, net zoals het Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) voor professionals binnen de jeugdzorg, een functioneel kwaliteitsregister.’

SKJ

Het SKJ is een wettelijk verankerde organisatie die toetst of professionals voldoen aan de gestelde eisen om binnen het werkveld actief te zijn. Zonder SKJ registratie mag je niet alle functies binnen de jeugdhulp en jeugdbescherming bekleden. Om geregistreerd te worden moet je als professional onder andere diploma’s en een VOG kunnen overhandigen. Het Wmo-register is op dit moment vrijwillig en kosteloos. Wel toetst het de consulenten op basis van een beroepscompetentieprofiel, dat de stichting van Wijngaards samen met haar achterban heeft opgesteld.

Verplichte registratie

Het gebrek aan erkenning van het register voor Wmo-consulenten maakt het minder waardevol, moet ook de directeur erkennen. ‘Daarom roep ik al jaren dat er een verplichte registratie moet komen. Als jouw dierbare hulp moet krijgen binnen de Wmo dan is het wel zo fijn dat je weet dat het gaat om een geaccrediteerde professional. Voor de jeugdzorg is het er al, en er zijn grote parallellen in de werkzaamheden die beide beroepsgroepen verrichten. Het is onbegrijpelijk dat ze dit niet met veel snelheid omarmen.’

Gemeenten bepalen zelf

Toch denken zowel de VNG als VWS daar anders over. ‘We weten niet waarom er een beroepsregister zou moeten komen’, laat een woordvoerder van de VNG weten. ‘Gemeenten bepalen zelf of ze van aanbieders in de Wmo een bepaalde certificering eisen. Daarin is altijd een stuk meer beleidsvrijheid geweest dan binnen de Jeugdwet.’ Verder wijst de VNG erop dat een verplicht register een stuk meer administratieve belasting zou betekenen voor gemeenten.

Minder zorgtaken

Het ministerie zit op dezelfde lijn. ‘Gemeenten zijn zelf verantwoordelijk voor het kwalitatief inrichten van hun bedrijfsvoering. Vanzelfsprekend stellen zij wel eisen aan personeel en organisaties. Bijvoorbeeld het moeten overhandigen van een VOG, of ten aanzien van opleiding, talenten en kwaliteiten.’ Dat er in tegenstelling tot de Jeugdwet binnen de Wmo geen landelijke kwaliteitsrichtlijnen bestaan komt onder andere Wmo-consulenten niet direct ondersteuning of zorg bieden, aldus een woordvoerder van VWS.

Geen aanleiding

De VNG zegt niet op de hoogte te zijn van moeizaam contact tussen haar eigen organisatie en de organisatie van Wijngaards. ‘Wij hebben geen contact gehad met deze stichting, maar gaan graag in gesprek met vertegenwoordigers van Wmo-consulenten. Vooralsnog zien we onvoldoende aanleiding om op te roepen tot een verplicht register. We laten ons echter graag informeren.’ Een onderzoek naar de haalbaarheid of wenselijkheid van een Wmo-register is er nog niet geweest.