Advertentie
sociaal / Nieuws

Wijkenaanpak: realiteit en politiek

De wijkenaanpak van de rijksoverheid is de laatste jaren vaak onderwerp van discussie geweest. Die discussies gaan dan over de vraag in welke wijken de problemen het grootst zijn en of de goede wijken zijn geselecteerd.

12 juni 2009

Ook is er kritiek op de aanpak van het kabinet en de concrete maatregelen die in de wijken worden genomen. Maar over de vraag of een wijkenaanpak nodig is, lijkt geen enkele discussie te zijn, zo stellen de Amsterdamse stadsgeografen Musterd en Ostendorf in de inleiding van hun boek.

 

Dat is meer dan theoretisch gezeur van enkele wetenschappers die overal vraagtekens bij willen stellen. De vraag of wijkgericht beleid zinvol is en effectief, en of de geïnvesteerde middelen niet beter op een andere manier besteed kunnen worden, is een uiterst relevante vraag. Musterd en Ostendorf haalden een groep onderzoekers en enkele beleidsmakers bij elkaar om over deze vraag na te denken en stelden op basis daarvan deze bundel samen.

 

Nadeel van een bundel met bijdragen van verschillende auteurs is vaak de gebrekkige samenhang tussen de stukken. Dat is ook in dit boek het geval, hoewel de beide redacteuren dit met een goede inleiding redelijk hebben ondervangen.

 

Het grote voordeel van zo’n verzamelboek is dat auteurs gedwongen worden hun onderzoeksresultaten kort en krachtig te verwoorden, waardoor je als lezer in ruim 180 pagina’s kennisneemt van vijftien verschillende onderzoeken. Het boek geeft een goed beeld van de vragen en thema’s waarmee de Nederlandse stadsonderzoekers zich momenteel bezighouden.

 

Dun

 

Terug naar de centrale vraag van het boek: is een wijkgerichte aanpak eigenlijk wel nodig en wenselijk? De auteurs wijzen er op dat het beschikbare onderzoek - ook in alle andere landen waar op deze manier wordt gewerkt - op dit punt niet veel hoop biedt: effect wordt niet vaak gemeten, en soms lijkt er zelfs sprake te zijn van een averechts effect.

 

Nu moeten we dit niet meteen opvatten als de genadeklap voor de wijkenaanpak, omdat iedereen er meteen aan toevoegt dat de resultaten van zo’n brede, wijkgerichte benadering verschrikkelijk lastig te kwantificeren zijn. Een meer fundamenteel probleem is dat volgens Musterd en Ostendorf de basis onder het wijkenbeleid eigenlijk nogal dun is.

 

Ze laten zien dat door de jaren heen in het rijksbeleid altijd een verband is gelegd tussen achterstandsproblemen - denk aan lage scholing, hoge werkloosheid en weinig participatie in de samenleving - en leefbaarheidsproblemen. Onder die laatste noemer worden zaken als onveiligheid, vandalisme, verloedering en geluidsoverlast geschaard.

 

Uitgangspunt van de wijkenaanpak is altijd geweest dat er in bepaalde wijken sprake is van een cumulatie van problemen (de problemen versterken elkaar), wat een gerichte extra inspanning in die wijken zou moeten rechtvaardigen. Maar uit onderzoek blijkt dat er helemaal geen samenhang bestaat in Nederlandse wijken tussen achterstand en leefbaarheidsproblemen.

 

Met andere woorden: er zijn veel buurten met veel achterstand en weinig leefbaarheidsproblemen, maar ook veel buurten met weinig achterstand en veel leefbaarheidsproblemen. Vandaar ook de titel van het boek en de uitspraak van de auteurs dat de argumentatie voor een wijkenaanpak vooral van politieke aard is (en dus niet wetenschappelijk onderbouwd).

 

Verderop in de bundel wordt dit punt door collega-onderzoeker Wouter van Gent nog eens uitgebreid onderbouwd. Als dat zo is, moet je concluderen, is er eigenlijk geen reden om de overheidsinspanningen tot slechts veertig wijken te beperken. Andere wijken kennen net zo goed mensen in achterstandssituaties, en onveiligheid en verloedering zijn ook op veel andere plaatsen een probleem, minstens even erg als in de geselecteerde wijken.

 

Ouders

 

Van Gent voegt eraan toe dat achterstandssituaties zelfs beter door inkomens- en onderwijsbeleid lijken te kunnen worden bestreden. Bij dezelfde onderzoeksgroep heeft Brooke Sykes onderzoek gedaan dat er op wijst dat de invloed van de buurt een bescheiden maar wel significante invloed heeft op de schoolprestaties van kinderen.

 

De sociaal-economische status van de ouders is echter veel bepalender, dus is een aanpak via die weg inderdaad veel nuttiger. Dat zijn relevante constateringen. De bundel bevat daarnaast nog veel meer bijdragen die betrekking hebben op aspecten van de wijkaanpak. Zo is het derde deel van de bundel geheel gewijd aan de concrete maatregelen en instrumenten die worden toegepast, voor practici misschien interessanter dan de hiervoor beschreven kanttekeningen.

 

Natuurlijk is het niet de bedoeling van de auteurs om een eind te maken aan het werk van minister Van der Laan (Wonen & Wijken, PvdA) en zijn ambtenaren. Ze hebben er gelukkig ‘begrip voor dat er intussen zo goed en zo kwaad als het kan beleid wordt ontwikkeld om te proberen de problemen te verlichten’. Het is geen weggegooid geld, in die zin dat het wordt besteed aan projecten en maatregelen die rechtstreeks aan bepaalde buurten, straten en mensen ten goede komen. Maar de inzichten laten zien hoe groot de kloof nog altijd is tussen de wetenschappelijke wereld en de politieke realiteit.

 

Klaartje Peters is bestuurskundige en onderzoeker

 

Sako Musterd en Wim Ostendorf (red.), Problemen in wijken of probleemwijken?, Van Gorcum, Assen, 2009, ISBN 978 90 232 4511 7, 184 pagina’s, € 27,50.

 

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

H.J. Rappard / informatiespecialist
Graag ontvangen wij een recensie exemplaar van Problemen in wijken of probleemwijken?
Bij voorbaat dank
MOgroep
Tav H.Rappard
Postbus 3332
3502 GH Utrecht
Advertentie