Wethouder Almere: stoppen jeugdzorg is mediahype

Almere is bijna door haar zorggeld heen en beperkt de laatste maanden van dit jaar de jeugdhulp. Felle kritiek was haar deel. Wethouder René Peeters (D66) hekelt de eenzijdige berichtgeving en stemmingmakerij.

Spreek ik met de Filistijn van de jeugdzorg?

‘Als die indruk bestaat, is dat heel ernstig. Het omgekeerde is het geval. Wij gaan heel goed met de jeugdzorg. Maar er zijn wel grenzen aan de mogelijkheden. We krijgen geld van het rijk en omdat dat te weinig is, doen we er voor het derde jaar vijf miljoen euro bij. Dat vinden we niet erg, maar we constateren wél dat de vraag zóveel hoger is dan de middelen die we krijgen, dat er een signaal aan de zorgaanbieders gegeven moest worden. Dat signaal is dat de partijen in het veld zich moeten realiseren dat zij allemaal een verantwoordelijk hebben.’
 

Toch was het signaal van Almere gisteren de opening van NRC Handelsblad. Geen crisis, dan wachten met jeugdzorg tot volgend jaar meldde de krant.
‘De NOS berichtte dat de jeugdzorg in Almere wordt gestopt. Waar zijn de media mee bezig? Voor de ambulante jeugdhulp, de pleegzorg en de gesloten zorg verandert er niets; de toegang tot de jeugd-ggz en de residentiële jeugdhulp worden aangepast. Met betrekking tot die aanpassing hebben we in Almere drie regels: er wordt altijd hulp geboden in crisissituaties, na een rechterlijke uitspraak en wanneer twee professionals een verwijzing naar de jeugdzorg urgent vinden. Het vier-ogen-principe; heel normaal. En voor alle duidelijkheid: ik ga niet over het doorverwijzen. Daarnaast lopen de lopende behandelingen, licht of zwaar, acuut of niet-acuut, gewoon door. En we hebben het over drie maanden. Tot 1 januari 2017.’
 

Psychiater Bosman van GGZ-instelling Dokter Bosman in Almere zei voor Omroep Flevoland dat ‘kinderen in Almere de laatste drie maanden van dit jaar geen toegang meer hebben tot psychologen of psychiaters.’
‘Het is een voorbeeld van een professional die zeer ongenuanceerde uitspraken doet en een beschuldiging uit die honderd procent één op één te weerleggen is. En dat van een professional. Hij creëert onrust bij de inwoners van Almere; onrust bij ouders die denken: “Wat is dit voor gemeente?” Wij helpen iedereen die de hulp onmiddellijk nodig heeft. Daar heb ik net voldoende over gezegd. Zo’n uitspraak bewijst dat er ook in het land van GGZ mensen zijn die op dit niveau onrust veroorzaken. Dat is buitengewoon kwalijk. Wij hebben de problemen gemeld. Er zijn ook gemeenten waar de wachtlijsten stilletjes oplopen.’
 

Staatssecretaris Van Rijn zei dat hij contact heeft opgenomen met Almere.
‘Ik heb hem eergisteravond gesproken en hij belt mij straks weer. Het was een prettig en genuanceerd gesprek. Kijk, ik vertel hem dat wij bereid zijn om de transformatie in de jeugdzorg aan te gaan, maar dat de landingsbaan die ons is geleverd echt te kort is. In Denemarken en Zweden is vijf jaar voor de transformatie in de jeugdzorg extra geïnvesteerd in de ombouw. Dat is bij ons niet gebeurd. Almere kreeg van 31 december 2014 op 1 januari 2015 een megakorting van twaalf procent op het jeugdbudget voor haar kiezen.’
 

Almere heeft het extra moeilijk?
‘Groeigemeenten als Almere, Zoetermeer en Lelystad hebben echt problemen met het budget dat zij van het rijk krijgen. Dat heb ik de staatssecretaris ook gezegd. Hij wil daar graag over praten. Want het lijkt erop dat de bèta-jongens van het ministerie een fout hebben gemaakt in het verdeelmodel. Een paar jaar geleden heeft het Verwey-Jonker instituut  berekend dat in Almere jaarlijks drie procent meer jeugdzorgaanvragen zouden binnenkomen. Dat zie ik niet terug in het verdeelmodel van het ministerie. Groeigemeenten komen allemaal geld tekort, terwijl andere gemeenten geld overhouden op jeugd. En al die gemeenten zitten niet aan de knoppen van de doorstroom en verwijzingen van jeugdigen.’