Advertentie
sociaal / Achtergrond

Ten onrechte thuis

Feit is dat op dit moment duizenden mensen met een arbeidsbeperking bij gemeenten en UWV in de kaartenbakken zitten die aan het werk willen én kunnen.

07 juni 2013

Veel meer mensen met een arbeidsbeperking kunnen aan het werk. Als gemeenten en UWV hun klanten beter zouden kennen, zijn er volgens de inspectie van het ministerie van SZW geen verplichte quota meer nodig.

Geen malse bevindingen zijn het, die de inspectie van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft neergelegd in haar meest recente rapport Werken met beperkingen. Van arbeidsbeperking tot arbeidsmogelijkheden. Als je het rapport leest en de conclusies tot je laat doordringen, is het bijna te begrijpen waarom in het sociaal akkoord − althans voorlopig − een streep is gezet door het verplichte arbeidsquotum. 

Feit is dat op dit moment duizenden mensen met een arbeidsbeperking bij gemeenten en UWV in de kaartenbakken zitten, met een bijstands- (Wwb) of arbeidsongeschiktheids­uitkering (Wia), die aan het werk willen én kunnen. Maar omdat gemeenten en UWV de mensen eigenlijk helemaal niet kennen, kunnen zij niet aan een baan worden geholpen, zo blijkt uit het onderzoeksrapport. Het rapport ligt inmiddels bij de Tweede Kamer.

In de Participatiewet stond nog dat bedrijven met meer dan 25 werknemers in 2021 minstens 5 procent arbeidsgehandicapten aan het werk moeten hebben. Doen ze dat niet, dan volgt een boete van 5.000 euro per ‘ontbrekende’ gehandicapte.

In het sociaal akkoord is afgesproken dat het bedrijfsleven zich garant stelt dat er in 2026 100.000 mensen met een arbeidsbeperking extra aan het werk zijn. De overheid heeft als werkgever daarbovenop getekend voor 25.000 extra banen in dat jaar. Als gemeenten en UWV de belangrijkste onderzoeksconclusies van de inspectie SZW vertalen in actiepunten − kaartenbakken goed doorlichten, daarin onderscheid maken in mensen met en zonder arbeidsbeperking en vervolgens actief werkgevers benaderen met hun uitgefilterde bestand − hoeft staatssecretaris Klijnsma (SZW, PvdA) haar verplichte quotum in 2016 helemaal niet te gebruiken. De 11.000 extra banen die dat jaar voor mensen met een arbeidsbeperking al moeten zijn gerealiseerd, kunnen met twee vingers in de neus worden gehaald.

Ondersteund
‘Als inspectie houden we in de gaten hoe mensen die het minst zelfredzaam zijn, ondersteund worden door partijen die actief zijn in het veld van werk en inkomen. Mensen met een arbeidsbeperking behoren natuurlijk tot die doelgroep. Het is daarbij van groot belang dat gemeenten en UWV mensen met een arbeidsbeperking goed kennen’, steekt Coen van de Louw, directeur werk en inkomen van de inspectie SZW, van wal. ‘Als een werkgever met een vraag om arbeidskrachten komt en daarbij aangeeft bereid te zijn om iemand met een beperking aan te nemen en welke beperkingen wel en welke niet acceptabel en/of mogelijk zijn, dan moeten gemeenten of UWV weten of ze zo iemand kunnen ‘leveren’.’

Hij geeft een voorbeeld. ‘Als je in de haven moet gaat controleren, moet je mobiel zijn. Dan is het niet heel erg handig als je, vanwege een beperking, aan kantoorwerk gekluisterd bent. Als je niet kunt zien, kun je prima achter de telefoon zitten en in een callcenter werken. Mede na signalen dat gemeenten en UWV hun bestand slecht kennen en dat daar wel ruimte was voor verbetering, zoals dat eufemistisch heet, hebben we het onderzoek gestart.’

De signalen van de onderzoekers zijn bevestigd. Van de Louw: ‘Gemeenten hebben hun hele bijstandspopulatie onvoldoende in zicht. Ze zijn helemaal niet in staat om daar de mensen met een arbeidsbeperking uit te filteren. Binnen die Wwb zouden ze onderscheid moeten maken tussen mensen die wel en geen arbeidsbeperking hebben, en als ze een arbeidsbeperking hebben of dat een psychische of een fysieke arbeidsbeperking is. Gemeenten kennen hun bestand gewoon niet goed genoeg. Het UWV doet het iets beter bij Wajongers en bij mensen die ziek zijn, maar ook bij hun Wia-bestand (mensen met een arbeidsbeperking) is nog veel ruimte voor verbetering.’

Het is bittere noodzaak dat gemeenten en UWV dat onderscheid wél maken, benadrukt Van de Louw. ‘Werkgevers moeten kunnen kiezen uit een bestand dat up to date is en gemeenten en UWV moeten kunnen leveren. Dat kunnen ze nu niet’, stelt Van de Louw op basis van de onderzoeksresultaten. ‘Een uitspraak die in ons eerder uitgevoerde Wajong-onderzoek staat (augustus 2012, red), is dat het makkelijker is om een plek te vinden voor een Wajonger dan een Wajonger voor een plek. Als je als klantmanager een Wajonger in je pakket hebt, ken je hem en dan is het redelijk makkelijk om een plek voor hem te vinden. Maar als er in het kader van een convenant twintig Wajongers bij bedrijven kunnen worden geplaatst, is het veel lastiger om uit de grote hoeveelheid mensen met een Wajong- of een bijstandsuitkering díe personen eruit te pikken die daar geschikt voor zouden zijn. Dat kan alleen maar als je je bestand echt kent.’

Het is niet onderzocht, stelt Van de Louw, ‘maar wat er dan zou kunnen gebeuren, is dat die werkgever niet in staat is om voldoende mensen in dienst te nemen met een arbeidsbeperking. Je kunt een werkgever/contractpartner ook niet tot het onmogelijke dwingen.’

Lage targets
Keiharde oorzaken voor het niet-kennen van het bestand heeft de inspectie niet gevonden. Daar is zij eigenlijk ook niet direct naar op zoek gegaan, stelt Van de Louw. ‘Onze taak is het beschrijven van de situatie. Wat we wel hebben gezien, is dat er lage targets zijn en dat er niet veel wordt gestuurd. Er worden nauwelijks harde sturingscriteria aan de klantmanagers opgelegd en er wordt überhaupt niet erg strak op klantmanagers gestuurd. En áls er al sturingscriteria worden gehanteerd, dan geven klantmanagers zelf aan dat die doelstellingen heel makkelijk te realiseren zijn. Er kan kortom wel een tandje bij.’

Van de Louw stelt wel dat de ‘ene gemeente het beter doet dan de andere gemeente. Als gemeenten actiever zijn met social return, bijvoorbeeld. Ook als een wethouder meer stuurt of als er een hele goede directeur zit, leidt dit tot betere resultaten.’

‘Wat we in ons onderzoek ook hebben geconstateerd, is dat gemeenten en UWV voor de doelgroep Wia en voor de doelgroep Wwb met een arbeidsbeperking nog niet heel erg actief zijn in het creëren van vraag voor deze medewerkers. Social return is een goed voorbeeld, maar wij vinden dat gemeenten en UWV dit beter moeten doen, zelfs in deze tijden van crisis. Natuurlijk maakt een crisis het veel lastiger om arbeidsplekken te vinden, daar hebben we ook begrip voor, maar je ziet bijvoorbeeld ook dat de staatssecretaris recent in het contract met PostNL heeft afgesproken dat daar bijzonder veel plekken voor mensen met een arbeidsbeperking ter beschikking komen.’

Maar dat leverde wel veel discussie op: PostNL krijgt goedkope arbeidskrachten die de reguliere arbeidsplaatsen verdringen. Van de Louw: ‘Natuurlijk, die discussie of het verdringing is hou je altijd. Op het moment dat ik ergens op solliciteer en ik word aangenomen, verdring ik ook iemand.’ Hiermee wil Van de Louw maar gezegd hebben dat ook in tijden van crisis er mogelijkheden zijn en dat gemeenten en UWV beter hun best moeten doen.

Niet helpen
Het beeld is dus als volgt: gemeenten en UWV hebben hun bestand niet goed in kaart. Daardoor kunnen ze bedrijven niet helpen die mensen met een arbeidsbeperking willen aannemen. Ook benaderen ze werkgevers niet actief. Veel mensen met een arbeidsbeperking die mogelijk nu al aan het werk kunnen zijn, zitten gewoon nog thuis omdat er geen zicht op de bestanden is?  ‘Juist’, zegt Van de Louw. ‘En die mensen missen dus kansen om aan het werk te gaan.’ Dus, als de bestanden op orde zijn, is dat arbeidsquotum eigenlijk helemaal niet nodig? ‘Ik ga geen uitspraak doen over het arbeidsquotum, want dat is een politiek besluit. Wij houden alleen maar toezicht of de gemeenten de dingen die ze moeten doen, goed doen.’

Is Van de Louw geschrokken van de bevindingen? ‘We hadden van tevoren bedacht dat het hier wel mis zou kunnen zijn. In die zin is het een bevestiging van onze vermoedens. Daar ben ik niet van geschrokken. Wel vind ik dat gemeenten en UWV hun werk beter moeten doen. Ik ben 5,5 jaar directeur geweest bij de dienst werk en inkomen van de gemeente Amsterdam. Ik kom uit het vak en in die zin heb ik ook heel veel compassie met de uitvoering, waardoor ik weet voor welke moeilijke taken gemeenten en UWV staan. Als inspectie hebben we er begrip voor dat het niet altijd goed lukt, mede gezien het slechte economisch tij.  Toch is het niet acceptabel dat deze moeilijke doelgroep niet goed genoeg wordt geholpen. Temeer daar er voorbeelden zijn die laten zien dat het veel beter kan.’


Aanleiding onderzoek
Directe aanleiding tot het onderzoek van de inspectie was de opmerking in maart 2011 van toenmalig minister Henk Kamp dat ‘van de 1,4 miljoen mensen die in Nederland een sociale zekerheidsuitkering ontvangen, ongeveer 400 tot 500 duizend mensen wel degelijk aan de slag kunnen’. Het kabinet streeft ernaar om de arbeidsparticipatie (verder) te bevorderen en heeft de bruto participatiedoelstelling vastgesteld op 80 procent in 2020. In 2011 bedroeg dit percentage ongeveer 72 procent. Door het arbeidspotentieel van werkzoekenden met een arbeidsbeperking aan te spreken, dragen gemeenten en UWV bij aan de verwezenlijking van deze doelstelling, schrijft de inspectie in haar rapport.


Aantal WIA-uitkeringen stijgt weer
Na een jarenlange gestage daling van het aantal arbeidsongeschiktheidsuitkeringen zijn in 2011 bijna 38.000 nieuwe Wia-uitkeringen toegekend. In totaal steeg het aantal Wia-uitkeringen tot 138.400; een stijging met 26 procent ten opzicht van 2010. Het aantal bijstandsuitkeringen stijgt de laatste jaren. In januari 2012 stond de teller op 357.000. Meer dan de helft van de mensen die een bijstandsuitkering ontvangen, is arbeidsgehandicapt. Uit de Divosa-monitor 2012 blijkt dat de groep met een fysieke beperking 28 procent bedraagt en de groep met een psychische beperking 23 procent.
Bron: Begeleiding van werkzoekenden met een arbeidsbeperking naar werk, Inspectie SZW.


Geprikkeld
De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en Divosa stellen in een reactie op het rapport dat er onvoldoende aandacht is voor het feit dat Nederland op dit moment met de derde recessie op rij te maken heeft. In een recessie wordt het altijd moeilijker om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt naar werk te begeleiden, stellen beide. Daarnaast voelen gemeenten de bezuinigingen op re-integratie en de gevolgen van de tekorten op het bijstandsbudget in 2010 en 2011. De slotconclusie van de inspectie dat het proces bij gemeenten om klanten met een arbeidsbeperking naar werk te begeleiden onvoldoende op orde is, vinden VNG en Divosa te hard. 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie