Namen en rugnummers
Binnenkort gaan staatssecretarissen Van Rijn en Teeven wellicht, op aandringen van de Tweede Kamer, de namen bekend maken van de vier regio’s die nog onvoldoende zijn voorbereid op de transitie jeugdzorg.
Binnenkort gaan staatssecretarissen Van Rijn en Teeven wellicht, op aandringen van de Tweede Kamer, de namen bekend maken van de vier regio’s die nog onvoldoende zijn voorbereid op de transitie jeugdzorg. Wellicht, omdat ik niet uitsluit dat de bewindslieden de komende weken nog tot de conclusie komen dat de vier regio’s een inhaalslag hebben gemaakt. Dat zal dan ongetwijfeld worden uitgelegd als het succes van het dreigen met namen en rugnummers.
Op het eerste gezicht lijkt er niet zo veel mis met het tot op gemeenteniveau transparant zijn over welke gemeenten nog onvoldoende voorbereid zijn. Al wekt het enige bevreemding dat die vraag vanuit de Tweede Kamer wordt gesteld in plaats van vanuit de gemeenten zelf, die immers verantwoordelijk worden voor de jeugdzorg. Vanuit systeemverantwoordelijkheid valt er nog wel iets te zeggen voor de nieuwsgierigheid vanuit de Tweede Kamer, maar dan valt weer op dat er blijkbaar veel minder interesse is voor de voorlopers. Terwijl het toch echt zo is dat publieke benchmarking vooral werkt als er gefocust wordt op de koplopers. Veel publieke benchmarks beperken zich dan ook tot een top X met positieve voorbeelden en laten daarmee de achterhoede de veilige ruimte om zich door die beste praktijken te laten inspireren en met behulp van een eigen leerproces de weg omhoog te vinden. Ik hoop dan ook op zijn minst dat de bewindslieden zich binnenkort ook durven uit te spreken over welke regio’s zij als voorloper zien.
Diegenen die het toch ook belangrijk vinden om te weten welke regio’s door het ijs dreigen te zakken wil ik nadrukkelijk waarschuwen voor het zeer waarschijnlijk optredende perverse effect van het toepassen van de schandpaal. Niet genoemd worden als topper is natuurlijk niet leuk maar tentoongesteld worden als notoire rode lantaarndrager roept over het algemeen zwaar verzet op. Verzet dat er toe zal leiden dat gemeenten er alles aan zullen doen om de papieren werkelijkheid op orde te hebben, terwijl dat het zicht ontneemt op de echte werkelijkheid. Over die echte werkelijkheid is ook geen constructief op leren gericht gesprek meer mogelijk, vanwege de beschuldigende context die met de schandpaalaanpak is gerealiseerd. Misschien kiezen sommige gemeenten ook nog voor de strategie van terug meppen naar de in haar faciliterende rol tekortschietende rijksoverheid. Wie van de drie meest betrokken ministeries (VWS, V en J, BZK) zal dan op de laatste plaats eindigen? En is er sowieso een top 3 samen te stellen of wordt dat dan een top 0?
Wat ik er maar mee wil zeggen, het feit dat er gesproken wordt van “maar” vier regio’s die mogelijk op de zwarte lijst van Van Rijn en Teeven gaan belanden, zegt niets over de feitelijke stand van zaken achter de papieren rookgordijnen van beleidsdocumenten, inkoopprocedures, contracten en arrangementen. Ik sluit zelfs niet uit dat een officieel achterlopende regio verder is dan een andere regio die de schandpaal slim heeft weten te ontspringen. Een fixatie op die vier veronderstelde achterlopers genereert niet de energie die nodig is om gezamenlijk lerend voor en na 1-1-2015 met zo weinig mogelijk ongelukken door de transitie heen te komen. Ik gun elke regio een stevige dialoog waarin wordt doorgevraagd naar wat zich nu nog grotendeels schuil houdt achter de papieren werkelijkheid. Ik ben er van overtuigd dat daar veel moois achter vandaan komt wat andere gemeenten kan helpen hun eigen leerproces te versnellen. Ik ben er ook van overtuigd dat zal blijken dat vrijwel nog geen enkele regio echt goed voorbereid is op de transitie. Dat kan ook eigenlijk niet, want je begrijpt het pas echt als je het zelf diepgaand hebt ervaren. Dat geeft dus ook niet zolang je je daarvan maar bewust bent en er ook eerlijk over bent. Ga maar na. Mensen die hun problemen arrogant ontkennen laat men in het algemeen in het eigen sop gaarkoken. Terwijl men graag in de rij staat om mensen te helpen die zich kwetsbaar durven op te stellen en om hulp durven te vragen.
Erik Gerritsen
Of is het een gewogen stuk waaruit naar voren komt dat je niet iedereen zomaar een gezin in kunt sturen, met de instelling: hoe moeilijk kan het zijn, om een keuze te maken over welke hulp nuttig is voor het kind en/of het gezin of een beslissing over de veiligheid te nemen.