Tijdens een door de commissie voor VWS van de Eerste Kamer georganiseerde deskundigenbijeenkomst over de nieuwe jeugdwet mocht ik op maandag 9 december ook een inbreng leveren. Ik had mijn standpunt van te voren op papier aangeleverd, maar besloot op het laatste moment om mijn verhaal tijdens de bijeenkomst wat anders in te steken. Terug naar de waarom vraag. Wat nu volgt is ongeveer het verhaal dat ik op 9 december in de Eerste Kamer heb verteld met nog wat extra voorbeelden toegevoegd.
Toen ik van het weekend mijn standpunt nog eens na las, betrapte ik mezelf op een gekozen insteek van bestuurskundig jargon. Zoals zo vaak gebeurt in discussies over de toekomst van de jeugdzorg dreigt de essentie waar het om gaat: kwetsbare kinderen in de knel, een beetje uit het zicht te verdwijnen, ook vandaag weer, terwijl iedereen hier aanwezig het beste wil voor kinderen in de knel. Ik wil nu dan ook graag proberen om mijn boodschap op een andere manier aan u mee te geven. Vanuit het gezichtspunt van de kinderen waar het over gaat. Hoe vergaat het die kinderen in het huidige stelsel?
Ik denk aan Justin, een jongen van 14 jaar die zulke complexe problematiek heeft dat geen enkele instelling hem nog wil of kan opnemen. JGGZ instellingen wijzen naar Jeugd en Opvoedhulp en die wijzen weer terug. In voorgaande jaren is hij van de ene niet echt passende opvangplek naar de andere verplaatst, terwijl zijn persoonlijke situatie alleen maar verslechterde. Van orthopedagogische opvang naar jeugdpsychiatrische opvang naar crisispleeggezinnen en weer terug. Als Justin dreigt letterlijk op straat te komen, wordt de casus naar mij geëscaleerd. Als ik vraag aan de verschillende betrokken professionals wat een passende oplossing is dan zijn ze het snel eens over een prikkelarme kleine groepssetting met hoge begeleiderdichtheid. Die bestaat, maar alleen voor LVB kinderen en Justin heeft een net te hoge IQ score. Uiteindelijk moet ik de zorgverzekeraar met een persbericht en een kort geding dreigen om Justin, tegen de selectiecriteria en financieringsregels in alsnog op te laten nemen op de plek die hem het beste past.
Ik denk aan Johanna, een meisje met een zeer belast verleden van 17 met ernstig agressief gedrag waardoor geen enkele instelling haar meer wil opnemen. Ze moet echt weg uit de instelling voor Jeugd en Opvoedhulp, omdat ze te gevaarlijk is voor begeleiders en mede groepsgenoten. Ook nu is de oplossing voor professionals helder: prikkelarme opvang met veel begeleiders en een combinatie van orthopedagogische en psychiatrische begeleiding. Maar die is heel duur en niet te financieren in de bestaande versnipperde financieringssituatie. Uiteindelijk kan ik, gebruik makend van persoonlijke contacten met de betreffende directeur, een oplossing voor haar vinden, waarbij die directeur zijn nek uitsteekt omdat hij er per dag duizenden euro’s op moet bijleggen. Een weerbarstige zoektocht om alsnog verschillende budgetten bij elkaar te leggen begint. Het volgende probleem doemt al weer op, waar moet het meisje heen als ze 18 wordt en zelfstandig moet gaan wonen? En wie gaat dat betalen?
Ik denk aan de twee broertjes van 12 en 14 met de ernstigste vorm van psychiatrische stoornis voor jeugdigen. Niet gek als je weet dat zowel vader als moeder zware psychiatrische patiënten zijn. Na een ondanks hun jonge leeftijd al lange en weinig succesvolle carrière in de jeugdzorg zijn ze uiteindelijk tijdelijk gefinancierd uit een calamiteitenbudget van de Stadsregio Amsterdam geplaatst op een zorgboerderij. Daar doen ze het goed, maar ze moeten er weg want het is te duur. Opnieuw moet er ik persoonlijk aan te pas komen om ze gewoon op de zorgboerderij te kunnen laten blijven. Samen met hun zusje dat ergens tijdelijk bij een crisispleeggezin was geplaatst. Als we vervolgens uitrekenen wat gescheiden plaatsing op de gebruikelijke niet passende plekken, te financieren uit verschillende financieringsbronnen, had gekost, blijkt dat dat nog duurder was geweest ook. En de betrokken professionals waren er van overtuigd dat dit naar alle waarschijnlijkheid mislukte plaatsingen zouden zijn geworden.
Maar ik moet ook denken aan de tienermoeder die met wat begeleiding prima voor haar baby kan zorgen, maar geen betaalbare huisvesting kan vinden. De gemeente wil haar om op zich begrijpelijke redenen geen prioritaire behandeling geven. Het gevolg is dat ze op straat dreigt te komen en te gaan zwerven en dat haar kind dan uit huis moet worden geplaatst, of dat ze in een opvanghuis terecht komt samen met veel problematischer tienermoeders.
Ik moet denken aan die licht verstandelijk beperkte vluchteling moeder met zes kinderen die een jaar lang intensieve thuishulp kreeg vanuit de WMO/gemeente. Ze redden het met vallen en opstaan redelijk. Na een jaar hield de stut en steun financiering op, valt ze terug, ontstaat er een onveilig situatie en komt ze uiteindelijk met de gedwongen jeugdzorg in aanraking die tot de dag van vandaag voortduurt.
Ik denk aan die gescheiden moeder die met schulden van haar naar het buitenland gevluchte ex zo in de ellende komt dat ze haar kinderen gaat mishandelen. De totaal tekortschietende schuldhulpverlening van de gemeente maakt de stress nog groter. Haar kinderen moeten uithuisgeplaatst worden.
Ik denk aan het multiproblematische gezin waarin de vader zijn baan verloor, aan de drank raakte en zijn vrouw en kinderen ging slaan. Een nieuwe baan voor vader vormt de basis voor de oplossing, maar de sociale dienst raderen draaien te langzaam en de situatie loopt onnodig uit de hand.
Ik denk aan dat grote immigrantengezin met een oude zieke vader en een licht verstandelijk beperkte moeder die met intensieve opvoedhulp in het gezin waarschijnlijk geholpen zouden zijn. Maar die dure vorm van zorg wil niemand financieren als gevolg waarvan alle kinderen uithuis dreigen te worden geplaatst. Alles bij elkaar vele malen duurder, maar uit een ander potje gefinancierd.
Ik denk aan al die kwetsbare gezinnen en kwetsbare kinderen die vanwege versnipperde financiering met al zijn perverse prikkels om vooral niet te doen wat nodig is en de financiële rekening door te schuiven, van het ene niet passende kast naar de andere niet passende muur worden gestuurd, waardoor hun problematiek alleen maar verergert. Die gezinnen en kinderen verdienen een nieuw systeem waarin goed willende en keihard werkende jeugdzorg en jeugdGGZ professionals en gemeentebestuurders de ruimte krijgen om te doen wat nodig is in het belang van kwetsbare kinderen in de knel. De nieuwe jeugdwet vormt de basis van dat nieuwe systeem en moet dan ook gewoon ongewijzigd per 1-1-2015 worden ingevoerd.
Erik Gerritsen
Teken de petitie jeugd ggz. http://www.petitiejeugdggz.nl/petitie/