Waarborgfonds ondervangt risico's saneringskredieten
‘Hoge rentepercentages geven verkeerd beeld’
Saneringskredieten winnen terrein, maar niet snel genoeg als het aan het Waarborgfonds Saneringskredieten (WSK) ligt. De financiële risico’s van die kredieten zijn met het fonds gedekt, maar gevoelsmatig zijn gemeenten nog steeds huiverig.
Saneringskrediet
Mensen met problematische schulden zien vaak door de bomen het bos niet meer. Voordat ze bij de gemeente aankloppen hebben ze gemiddeld dertien verschillende schuldeisers, die allemaal geld van ze willen. Bij een saneringskrediet, in tegenstelling tot schuldbemiddeling, koopt de gemeente die schulden in één keer af. De schuldeisers krijgen allemaal meteen hun deel, in tegenstelling tot een schuldbemiddeling waarbij de betalingen maandelijks binnenkomen. Bovendien heeft de schuldenaar nog maar één betalingsregeling, namelijk met de gemeentelijke kredietbank.
Waarborgfonds
Enkele jaren geleden, rond 2019, gingen er stemmen op voor de oprichting van een waarborgfonds voor de saneringskredieten. Want, zo bepleitte onder andere toenmalig ChristenUnie-voorman Gert-Jan Segers, gemeenten zouden huiverig zijn om saneringskredieten in te zetten omdat ze een financieel risico lopen. Wat nou als de schuldenaar de kredietbank niet terugbetaald? Dan draait de gemeente op voor de kosten. Een breed gedragen motie uit de pen van Segers riep het kabinet op een subsidie beschikbaar te stellen voor een fonds dat die risico’s kan dekken. En zo geschiedde, een paar jaar later.
Zekerheid
Het WSK dekt de risico's van gemeenten die saneringskredieten verstrekken. Frank Dijkstra, programmadirecteur van WSK: ‘De gemiddelde schuld bedraagt ongeveer 40.000 euro, maar het saneringskrediet is uiteindelijk een stuk lager. Dat wordt namelijk berekend op basis van draagkracht: hoeveel iemand kan terugbetalen in een periode van 18 maanden. Dat is gemiddeld 2.700 euro. Dat lijkt niet veel, maar als gemeenten veel cliënten hebben, loopt het snel op. Daarnaast vinden gemeenten het fijn om zekerheid te hebben over hun begroting. En als ze het risico onderbrengen bij het WSK dan is er geen kans meer op onverwachte tegenvallers.’
Rente
Hoewel bijna alle gemeenten wel eens saneringskredieten inzetten is het nog lang niet overal de dagelijkse standaard. Beeldvorming over de rente zorgt mogelijk voor huivering. Zo schreef Binnenlands Bestuur in augustus 2023 over een rechterlijke uitspraak waarbij een schuldenaar betrokken was die 9,6 procent rente betaalde over het openstaande saldo. Een percentage dat tot enige ophef leidde. Die ophef is niet terecht maar wel begrijpelijk, vindt Dijkstra. ’ Toch ziet hij vaker dat de percentages tot ophef leiden. Zodanig dat hij weet van kredietbanken die al op zoek zijn naar alternatieve financieringsmethodes.
Oproep aan de sector
‘De rente wordt betaald door de schuldeisers, niet de persoon met schulden. Het bedrag dat iemand moet terugbetalen wordt berekend op basis van de individuele draagkracht. Het is niet zo dat er daarna nog rente overheen komt. De rente zit al verwerkt in dat bedrag. Dat betekent dat schuldeisers een kleiner deel terugkrijgen, en dat dit naar de kredietbanken gaat.’ Volgens Dijkstra is dat meer dan noodzakelijk om de kosten te dekken.
‘Maar een rentevrij bedrag is voor de beeldvorming van sociale kredieten en de overzichtelijkheid beter. Als waarborgfonds hebben we daar in principe niets over te zeggen. Dus zie het maar als een oproep aan de sector.’
Lees het hele verhaal in BB04 van deze week.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.