Vrijwilligersvergoeding aan banden gelegd

Storten
Jelle Wijkstra, persvoorlichter van het ministerie van Financiën, weet niet of deze praktijk veel voorkomt. Wel dat de goede doelenorganisaties ‘de regels uitleggen zoals ze niet zijn bedoeld.’ Sommige organisaties gaan zover dat ze de vrijwilliger vragen ook het belastingvoordeel aan de organisatie te storten. Dan wordt niet de vrijwilliger er beter van maar de organisatie.

Giftenaftrek
In januari ging staatssecretaris Frans Weekers uitgebreid in op de materie, na vragen van Kamerlid Pieter Omtzigt (CDA). Hij vroeg met name aandacht voor het feit dat De Belastingdienst de regels niet uniform hanteerde. In zijn antwoorden zei Weekers dat het verschijnsel hem bekend is. Een zogeheten giftenaftrek is volgens Weekers in twee gevallen mogelijk. Ten eerste als een vrijwilliger kosten kan declareren bij een anbi maar daar vrijwillig van afziet. Ten tweede als het gaat om kosten die - naar algemeen aanvaarde maatschappelijke opvattingen - behoren te worden vergoed, maar waarvoor geen vergoedingsregeling is getroffen door de slechte financiële positie van de anbi. De fake vrijwilligersvergoeding, die wordt teruggestort aan de organisatie, is niet langer toegestaan. Zo moet een organisatie onder meer kunnen aantonen dat het de vrijwilligersvergoeding daadwerkelijk kan uitkeren.

Voorwaarden
De Belastingdienst heeft de goede doelenorganisaties er per brief op gewezen dat de giftenaftrek slechts onder stringente voorwaarden is geoorloofd. ‘Andere gevallen accepteren we niet meer’,  zegt Wijkstra.

Betrouwbaar
Omtzigt is tevreden met de antwoorden van Weekers, en met name met het kader dat de staatssecretaris schetst. ‘Nu kunnen alle organisaties er rekening mee houden.’ Maar Omtzigt vindt dat de staatssecretaris is doorgeschoten door De Belastingdienst met terugwerkende kracht de giften vanaf 2008 terug te laten vorderen. ‘Dat is heel onzorgvuldig. De Inspecties zijn altijd heel verschillend met de regels omgegaan. Ik kan daarvan tal van voorbeelden. Dit schept een vorm van rechtsongelijkheid waar ik niet op zit te wachten.’