Vragen naar seks is soms nodig
Waar leg je als GGD de grens? Wat mag er wel en niet gevraagd worden in het belang van de publieke gezondheid?
Onlangs nog in het nieuws. Diverse politieke partijen en ouders willen dat de GGD stopt met het afnemen van vragenlijsten aan jongeren van 13, 14 jaar oud over hun seksuele gedrag. Volgens deze partijen moeten jongeren op deze leeftijd helemaal niet lastig gevallen worden met dit soort vragen.
Het zou onwenselijk zijn om jongeren tot in detail te bevragen over hun seksuele gedrag of andere persoonlijke ervaringen. Deze discussie is niet nieuw. In 2008 was er ophef over de vraag of de jeugdgezondheidszorg wel vragen mocht stellen over de ontwikkeling van schaamhaar bij kinderen. Waar leg je als GGD de grens? Wat mag er wel en niet gevraagd worden in het belang van de publieke gezondheid?
Anders dan in de individuele, reguliere gezondheidszorg, werkt de publieke gezondheid preventief aan de gezondheid van alle inwoners. De zorg wordt daarnaast doorgaans ‘ongevraagd’ aangeboden. De GGD doet dat in opdracht van de overheid. Hiervoor moet de GGD de gezondheid van inwoners op de voet volgen en vinger aan de pols houden. Om dit te kunnen doen, is informatie nodig: hoe staat het er daadwerkelijk voor met de gezondheid van bewoners, welke trends en ontwikkelingen zijn er, welke risicogroepen zijn er bij bijvoorbeeld obesitas, eenzaamheid en verslaving? Daarvoor is gericht onderzoek nodig. Vooral in grote steden als Amsterdam kan de gezondheidssituatie relatief snel veranderen. De gemeente moet de gezondheidssituatie van de inwoners en de gevolgen voor de gezondheid bij belangrijke besluiten op het gebied van bijvoorbeeld onderwijs en ruimtelijke ordening kunnen betrekken.
De GGD, en daarmee de jeugdgezondheidszorg, werkt steeds meer op maat. Om risico’s in te kunnen schatten, moet je vragen stellen. Inkomen bijvoorbeeld is een belangrijke indicator voor de gezondheid maar het probleem is dat ouders hier vaak niet op willen antwoorden. Ook kan het medisch relevant zijn om een bepaalde vraag te stellen. Het uitblijven van schaamhaar bijvoorbeeld kan te maken hebben met een vertraagde of afwezige puberteit. En vragen over seks zijn nodig om risicogroepen op te kunnen sporen en daarop in te kunnen springen. Bijvoorbeeld met doelgerichte voorlichting.
Maar ik snap het gevoel dat vragen soms erg persoonlijk zijn. Betekent dit dan dat we bepaalde vragen maar moeten schrappen? Nee, dat zeker niet, maar de GGD moet kritisch blijven op de vragen die zij stelt, deze op maat en gericht aanbieden (dus alleen doorvragen als een bepaald onderwerp speelt bij de onderzochte) en wetenschappelijk onderbouwd en verantwoord te werk gaan. Blijven benadrukken dat de privacy van het individu gewaarborgd is. Dat alleen collectieve, geanonimiseerde gegevens worden gebruikt voor het gemeentelijk gezondheidsbeleid. En dat jongeren vanaf hun twaalfde zelf ‘eigenaar’ zijn van hun eigen medisch dossier en alleen zij toestemming kunnen geven voor het gebruik van de gepersonaliseerde gegevens. Maar bovenal: uitleggen waarom we dit doen. Wat het nut is en dat het ten goede komt aan de gezondheid van ons allemaal. Dat we zo de beperkte budgetten het effectiefst kunnen inzetten en op tijd kunnen signaleren en ingrijpen. Want niemand wil dat we risicovolle ontwikkelingen missen.
Paul van der Velpen
Meer columns van Paul van der Velpen leest u hier.
Reacties: 3
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Nou, dhr. Van der Velpen is niet gestikt in zijn eerste leugen.
Onder de vragenlijst van de GGD staat namelijk een streepjescode.
En daarin zitten de persoonlijke gegevens van de invuller.
GGD en NSA: Als het om inzamelen van privacygegevens gaat, verschillen ze in niets.