Drie keer is blijkbaar geen scheepsrecht
Vorige week werd bekend dat staatssecretaris Teeven vooralsnog geen extra structureel bedrag voor de financiering van de Bureaus Jeugdzorg beschikbaar stelt. Dit terwijl nu drie keer onafhankelijk is vastgesteld dat de financiering tekort schiet.
De eerste keer in 2009 door BMC in opdracht van Lodewijk Asscher. De tweede keer in 2010 door Deloitte in opdracht van Fred Teeven. En vorige week concludeerde de Algemene Rekenkamer na bestudering van het Deloitterapport dat er binnen afzienbare tijd niet meer, of geen betere informatie over de kostprijs van jeugdbescherming en jeugdreclassering verkregen kan worden dan nu voorligt. Dat is diplomatieke taal voor de constatering dat het Deloitterapport gewoon een degelijk onderzoek is. De politieke bazen van de Bureaus Jeugdzorg die geen enkel belang hebben bij het onnodig spekken van de kassen hebben de conclusies van het Deloitterapport onderschreven.
Toch schuift de staatssecretaris de finale beslissing opnieuw voor zich uit. Hij klampt zich daarbij vast aan de uitkomsten van het in het najaar te verwachten nadere onderzoek van de Algemene Rekenkamer. Maar nu al is bekend dat dat nadere onderzoek ten aanzien van de vraag of de financiering wel of niet tekortschiet geen nieuwe informatie zal opleveren ten aanzien van de vraag of de tarieven tekortschieten.
De rekenkamer gaat onderzoek doen naar de voorwaarden waaronder een meer uniforme administratie van gegevens mogelijk is. Op zich een prima actie omdat betere vergelijkbaarheid altijd goed is. Maar een betere vergelijkbaarheid (invoering van zo’n systeem zal overigens wel enige jaren in beslag nemen) zal niet tot een andere conclusie leiden ten aanzien van de hoogte van de tarieven. De verklaring voor de grootste verschillen is ook al bekend en doet niets af aan de conclusie dat de tarieven tekortschieten. Verschillen worden bijvoorbeeld veroorzaakt door of BJZ’s panden in eigendom hebben of huren en of BJZ’s hun automatisering hebben uitbesteed of niet. Deloitte merkt hierover in haar rapport op dat de mate van spreiding niet opmerkelijk is en altijd wordt aangetroffen binnen de niet personele kosten.
Ook het nadere onderzoek van de Rekenkamer naar de vraag waarom sommige Bureaus Jeugdzorg beter uitkomen met de huidige tarieven dan andere is een nuttige vraag. Maar ook hier geldt dat de antwoorden eigenlijk al bekend zijn. Sommige Bureaus Jeugdzorg zijn jarenlang extra gefinancierd door de provincies, sommige Bureaus Jeugdzorg hebben tekorten in de jeugdbescherming en jeugdreclassering gefinancierd uit de VWS-middelen voor vrijwillige jeugdzorg, sommige BJZ’s hebben de caseload op laten lopen, sommige BJZ’s hebben ingeteerd op reserves en de grote BJZ’s hebben simpelweg door hun omvang een lagere overhead dan anderen (maar de gemiddelde overhead is extreem laag, zo rond de 10 à 12 procent).
Ondertussen doemt een nieuw financieel probleem op vanwege een dreigende korting van 5% vanaf 2012. Het betreft hier een uitzondering op een eerdere rijksbrede generieke kaasschaafkorting die eind 2011 afloopt. Zelfs als in het najaar alsnog wordt besloten tot extra structurele financiering dan zijn de BJZ’s met deze nieuwe ombuiging opnieuw terug bij af en zullen de wachtlijsten blijven oplopen.
Het enige “goede” nieuws voor alle wachtlijstkinderen in 2011 was de beslissing van de staatssecretaris om de 5 miljoen euro die al was gereserveerd op korte termijn beschikbaar te stellen voor het wegwerken van acute wachtlijsten. Goed nieuws ook voor al diegenen die nog steeds denken dat de Bestuurders van de BJZ’s overvragen. Want de voorwaarde die Teeven stelt aan het beschikbaar stellen van deze incidentele middelen is dat een externe partij wordt aangesteld om de bedrijfsvoering van het betreffende bureau door te lichten. Dat wordt dan de vierde externe partij in twee jaar. Hopelijk worden de kosten van deze externe inhuur niet uit de 5 miljoen betaald. In een gesprek vorige week met de ambtelijke adviseurs van de staatssecretaris heb ik aangegeven dat de externe adviseurs van harte welkom zijn bij mijn Bureau Jeugdzorg, liever vandaag dan morgen. Ik ben gaarne bereid om alle boeken voor de zoveelste keer open te doen.
Ondertussen zijn de wachtlijsten bij ons opgelopen tot ruim 50 voor de jeugdbescherming, circa 20 bij de jeugdreclassering en niet te vergeten zo’n 170 bij onze vrijwillige “voordeur”. Deze laatste wachtlijst wordt veroorzaakt door eveneens tekortschietende financiering vanuit het ministerie van VWS. Doordat we ook hier niet de zorg kunnen bieden die nodig is neemt het aantal crises toe en is sprake van een opwerkfabriek voor onnodige ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen. Dat drijft de kosten voor jeugdbescherming en jeugdreclassering weer verder op. In combinatie met de dreigende korting van 5% vanaf 2012 neemt het explosieve karakter van de wachtlijstproblematiek verder toe. Wellicht is het een goed idee dat de externe deskundigen als ze toch langskomen ook even in onze boeken van de vrijwillige hulpverlening kijken?
Ik zie uw website die het eindelijk weer doet. Daarop staat prominent een ijdel welkomstfilmpje van 'De Bestuursvoorzitter' waarin u gewoon onwaarheden vertelt. Zoals dat de meeste ouders achteraf blij zijn als zij met BJAA te maken krijgen. Hoe komt u bij dat soort uitspraken? Wat bezielt u om zo’n filmpje te maken en te plaatsen? Dat doen beursgenoteerde ondernemingen niet eens, laat staan een uitvoerende organisatie die achtervolgd wordt door schandalen zoals BJAA.
Maar wat het nog gekker maakt, is dat er geen financiële verslaglegging blijkt te zijn over de afgelopen jaren. En u beklaagt zich erover dat staatssecretaris u niet vertrouwt en de boeken in wil zien, alvorens hij u nog meer staatssteun geeft? Hoe is het mogelijk dat een organisatie wiens baas elke week elke week hier schrijft over geldgebrek, geen enkele financiële openheid aan de dag legt? Wat zijn uw inkomsten en uitgaven, hoeveel reserves heeft u, hoe zit het met het vastgoed, wat is uw salaris? Waarom is dat geheim?
En dan nog iets, afgelopen weekend stond in de Volkskrant dat u een nieuwe toezichthouder zoekt. Die moet dan solliciteren bij u. Dus u kiest zelf uw controleurs uit? Hoe is dat te verklaren in het licht van de berichtgeving de afgelopen weken over Bureau Jeugdzorg Zeeland waar belangenverstrengeling was tussen de Raad van Toezicht en Bestuurders waardoor de Raad van Toezicht mismanagement had laten voortbestaan? Waarom maakt u het mogelijk dat zulke situaties ook bij BJAA ontstaan?
Ik ben benieuwd naar uw antwoorden.