Advertentie
sociaal / Achtergrond

Voetbal als alternatief voor drank

Twintig jaar geleden waren IJslandse jongeren de zuipschuiten van Europa. Nu drinken zij het minst. Vier gemeenten in de Noord-Brabantse Kempen proberen de IJslandse aanpak te vertalen naar de Nederlandse situatie. ‘Er heerst hier echt een alcoholcultuur.’  

20 december 2019
alcohol-bier-shutterstock-1407162323.jpg

Pilot met succesvolle IJslands preventie-aanpak

Een maandagavond eind november. Het is pikdonker in het buitengebied van Hapert, maar de voetbalvelden op sportpark Lemelveld baden om zeven uur ’s avonds in het licht. Alle velden zijn bezet op de trainingsavond voor de jeugdteams. Bij de pupillen rennen jongens en meisjes door elkaar achter de bal aan, maar bij de junioren zijn de seksen gescheiden. Op het achterste veld traint het meidenteam van VV De Kempen. Dit elftal voor meisjes van 14 tot 17 jaar speelt op het hoogste landelijk niveau. ‘We hebben vorige week gewonnen van het meidenteam van profclub Excelsior’, meldt trainer Jack Gijbels glunderend. Keeper Minke Leijten is gevraagd om mee te trainen met het Nederlandse jeugdteam, vertelt hij even later. ‘Dat betekent niet dat ze al in de selectie zit, maar ze zit er wel dichtbij.’

Om kwart voor negen als de andere teams al lang in de kleedkamer zitten, zijn de meiden nog bezig met het potje voetbal waarmee ze hun training afsluiten. ‘We kunnen maar twee keer in de week trainen, daarom duurt een training een uur en drie kwartier’, legt Gijbels uit. Als het oefenwedstrijdje is afgelopen, maken de meiden nog geen aanstalten om het veld te verlaten. ‘Meestal gaan ze na afloop nog even door met individuele oefeningen’, vertelt de trainer die tevens bestuurslid is. ‘Ze willen altijd meer doen omdat ze in een competitie zitten met teams die veel vaker trainen.’

Gijbels draagt een donkerblauw sportjack waarop het NIX18-logo prijkt. De meiden hebben een trainingspak en een donkerblauw uitshirtje met het oranje ‘niet roken-niet drinken’-embleem, vertelt de trainer. De kleding is betaald door drie Kempengemeenten. Als tegenprestatie beloven de meiden voor en na de wedstrijden niet te drinken. ‘Deze meiden spelen door het hele land, dus het leken ons wel goede NIX18-ambassadeurs’, zegt Marit van Dooren, beleidsmedewerker van de gemeente Reusel-De Mierden. Niet drinken voor je achttiende vinden de meeste meiden in het team geen opgave, vertellen ze bij het verlaten van het veld. Maar middenvelder Lieke Gijbels, de dochter van Jack, vindt het weleens lastig. Ze is dit studiejaar aan de pabo begonnen en haar studiegenoten proberen haar regelmatig over te halen ook een biertje te nemen als ze uitgaan in Eindhoven. ‘Dat vind ik wel vervelend, daarom ga ik niet meer stappen. Voetballen staat bij mij voorop en drinken en sporten past niet bij elkaar.’

Alcoholcultuur
Op maandagavond is de voetbalkantine dicht, maar op donderdagavond – als de senioren trainen – en in de weekenden wordt er flink getapt. ‘Bier en voetbal zijn van oudsher met elkaar verbonden’, weet Gijbels. ‘Wij willen als voetbalvereniging een bijdrage leveren aan het matigen van het alcoholgebruik rond het voetbal. We zijn nu voor het tweede seizoen een NIX18-team. Dat doen we omdat het ons aanspreekt, want we hebben sponsors genoeg.’
VV De Kempen is een uitzondering. ‘Voetbalverenigingen in Nederland draaien op de kantineomzet’, weet Fiona Kremers, beleidsmedewerker jeugd bij de gemeente Bladel. ‘Zeker in De Kempen. Er heerst hier echt een alcoholcultuur. We zijn natuurlijk een carnavalsgebied, maar ook in de zomer zijn er heel beruchte drankfeesten. Een paar weken geleden hebben we op de markt voor het gemeentehuis nog een bokbierfestival gehad.’ Geen wonder dat twee van de drie vijftienen zestienjarigen regelmatig drinken en dat vier van de tien al eens dronken zijn geweest. Daarom was Kremers meteen geinteresseerd toen ze in de krant het succesverhaal las over de IJslandse aanpak van het middelengebruik onder jongeren. Twintig jaar geleden waren IJslandse jongeren nog de grootverbruikers van Europa wat betreft drank, sigaretten en drugs. In 1998 gaf 42 procent van de vijftienjarigen aan de afgelopen dertig dagen dronken te zijn geweest. In 2018 was dat gedaald naar 6 procent en was het aantal jongeren dat dagelijks rookt gedaald van 23 naar 3 procent.

Het Trimbos Instituut en het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) haalden de IJslandse onderzoekers die aan de wieg stonden van het inmiddels wereldberoemde preventiemodel eind 2017 naar Nederland. ‘Ik was meteen verkocht’, zegt Fiona Kremers, die de dag bezocht. Vooral de positieve insteek sprak haar aan. ‘De IJslanders zetten nu eens niet in op alcoholmatiging, maar op het versterken van factoren die het gebruik van jongeren kan voorkomen.’ Marit van Dooren vult aan: ‘Ze beginnen aan de andere kant, bij het verhogen van het welzijn van jongeren. Dat is veel positiever en het helpt om mensen mee te krijgen.’

Meer sporten, voldoende leuke activiteiten na school en ouders die weten wat hun kinderen buitenshuis uitspoken, bleken in IJsland de belangrijkste beschermende factoren tegen drank- en drugsgebruik. Om die factoren positief te beïnvloeden, sloegen lokale overheden, scholen, ouders, sport- en cultuurverenigingen de handen in elkaar. Zo ontstonden er lokale sociale netwerken die samen zorgen voor een gezonde leefomgeving voor tieners.

Aanknopingspunten
Het IJslandse preventiemodel is niet zomaar naar Nederland over te planten. ‘IJsland is met maar 360.000 inwoners echt een heel ander land en heeft bijvoorbeeld ook een heel andere drankcultuur’, stelt Jeroen de Greeff, adviseur lokaal beleid bij het Trimbos Instituut. ‘Alcoholhoudende dranken zijn alleen in speciale drankwinkels te koop en in sportkantines wordt niet geschonken.’ Daarom is het Trimbos Instituut vorig jaar in samenwerking met de IJslandse onderzoekers en het NJi een pilot gestart waaraan zes gemeenten meedoen. Eén daarvan is een samenwerkingsverband van de Kempengemeenten Bergeijk, Bladel, Eersel en Reusel-De Mierden. Een beleidsvormend leertraject, noemt De Greeff het. ‘We gaan samen met de pilotgemeenten uitvinden hoe we de IJslandse aanpak in de Nederlandse situatie kunnen toepassen.’

De motor van het IJslandse preventiemodel is de enquête onder vijftien- en zestienjarigen die jaarlijks wordt afgenomen. Daarin wordt niet alleen naar het middelengebruik geïnformeerd, maar ook in kaart gebracht hoe het ervoor staat met beschermende en risicofactoren, zoals het welbevinden op school en meedoen aan vrijetijdsactiviteiten. ‘Het zijn beleidsrijke vragen die aanknopingspunten bieden voor interventies op lokaal niveau’, stelt De Greeff. ‘Met de cijfers in de hand kunnen gemeenten bovendien het gevoel van urgentie vergroten zodat de sociale omgeving van het kind net als in IJsland in actie komt.’

Eind vorig jaar werd de vernederlandste vragenlijst voor de eerste keer afgenomen op 28 middelbare scholen in de zes pilotgemeenten. In de Kempen deden bijna zeshonderd leerlingen van twee middelbare scholen in Eersel en Bladel mee. Net als in IJsland zijn de resultaten binnen twee maanden teruggekoppeld, met aanbevelingen van de IJslandse onderzoekers. Hoewel de Nederlandse jeugd de afgelopen twintig jaar al minder is gaan roken en drinken, is het alcoholgebruik in de pilotgemeenten nog steeds hoog, constateren de IJslandse onderzoekers. De Kempengemeenten voeren daarbij de ranglijst aan. Een zorgwekkend detail: bijna één op de vijf jongeren begon al met drinken toen ze dertien jaar of jonger waren, waardoor de kans op verslaving op latere leeftijd met een factor vier toeneemt. Nederlandse ouders lijken zich niet aan de NIX18-norm te houden. In de Kempengemeenten drinkt één op de drie jongeren weleens thuis en ruim de helft drinkt bij anderen thuis.

Verder valt op dat Nederlandse jongeren zich niet al te happy voelen op school. Op de scholen in De Kempen verveelt bijna 30 procent zich en bijna 9 procent zegt zich bijna altijd slecht te voelen op school. Een risicofactor voor delinquent gedrag en alcohol- en drugsgebruik, waarschuwen de IJslanders. Daarbij komt dat nog niet de helft van de jongeren na schooltijd aan sport doet. De Kempengemeenten scoren daarbij wel iets beter dan de andere pilotgemeenten. Maar daar tegenover staat dat de Brabantse jongeren ook vaker na tien uur ’s avonds van huis zijn. Zes van de tien geënquêteerden waren in de week voor het onderzoek zelfs een keer na middernacht op stap.

Buitenbeentje
De aanbevelingen van de IJslandse onderzoekers zijn voor de zes pilotgemeenten min of meer gelijk. Zorg voor meer contact tussen ouders zodat ze samen in actie kunnen komen tegen het hoge alcoholgebruik. Dat kan via de scholen, denken de IJslanders. Besteed meer aandacht aan het welzijn op school en zorg voor meer georganiseerde vrijetijdactiviteiten zodat jongeren niet voor hun achttiende in het uitgaanscircuit terecht komen. In de Kempengemeenten zijn drie werkgroepen bezig met het omzetten van deze aanbevelingen in concrete acties. ‘Daar zijn de twee middelbare scholen bij betrokken, ouders die willen meedenken, de GGD, jeugdcoaches en sportverenigingen’, vertelt projectcoördinator Fiona Kremers. ‘De acties moeten van onderop komen, vanuit de directe omgeving van het kind.’

Interventies vinden die passen bij de Nederlandse situatie is lastiger dan het op het eerste gezicht lijkt. Neem het organiseren van ouderbetrokkenheid. Dit voorjaar waren er in de Kempengemeenten informatiebijeenkomsten over de enquête- uitslagen. Daar kwamen enkele tientallen bezorgde ouders op af. Zij willen de NIX18-regels wel handhaven maar vinden dat lastig in een cultuur waarin drinken erbij hoort en de gevaren van alcoholgebruik op jonge leeftijd niet erg serieus worden genomen. De bezorgde ouders willen niet de enigen zijn die de leeftijdsgrens van achttien jaar steng toepassen, uit angst dat hun kind daardoor een buitenbeetje wordt. Meer contact met ouders van andere kinderen in de klas zou deze groep daarom fijn vinden. In september deden de twee pilotscholen mee aan een studiereis naar IJsland. ‘Een groot verschil met Nederland is dat kinderen in IJsland van zes tot zestien jaar op dezelfde school zitten. Daardoor kennen ouders elkaar’, zegt Petra de Graaff, ondersteuningscoördinator bij het Rythovius College in Eersel.

‘Bij ons is de ouderparticipatie op de basisschool nog groot, maar als een kind eenmaal naar het voortgezet onderwijs gaat, valt dat weg. Misschien moeten wij ouders van brugklassers met elkaar in contact brengen, maar niet iedereen zit daarop te wachten’, weet ze uit eigen ervaring. ‘Ik was zelf eerlijk gezegd blij toen mijn kinderen naar de middelbare school gingen en ik als moeder niet meer van alles hoefde te doen op school. Daarom denk ik dat je moet beginnen met de 25 ouders die zich druk maken over het alcoholgebruik, ze vragen wat zij nodig hebben om ervoor te zorgen dat hun kinderen niet drinken tot ze achttien zijn en hopen dat het zich als een olievlek verspreidt.’

Mindfulness
De Graaff was vooral onder de indruk van de aandacht voor het welbevinden op de IJslandse scholen. ‘Wij doen ook mee aan de gezonde school, maar dat gaat vooral over meer bewegen en gezond eten.’ In IJsland wordt ook veel aandacht besteed aan de geestelijke gezondheid, aan het omgaan met stress, prestatiedruk en groepsdwang. ‘Op de scholen die ik bezocht stonden lessen mindfulness en yoga op het programma. Maar het blijft niet bij losstaande lesjes, de aandacht voor het welbevinden van leerlingen zit daar in het hele curriculum. Alle docenten voelen zich er verantwoordelijk voor. Die positieve benadering zie je ook terug in de bejegening van leerlingen. Ze krijgen veel meer vrijheid. Je hoort niet steeds: doe die telefoon weg of hou je mond. Er is geen strijd.’ Nog een groot verschil: vrijetijdsactiviteiten vinden in IJsland plaats op school. ‘Kinderen blijven na afloop van de lessen op school om te sporten, muziek te maken of gewoon met elkaar te ontspannen’, weet Fiona Kremers. ‘Daardoor nemen bijna alle IJslandse jongeren vijf dagen per week deel aan georganiseerde vrijetijdsactiviteiten, die worden begeleid door professionals.’ Sporten houdt IJslandse jongeren van de drank af, terwijl er in Nederland juist een hechte relatie is tussen sporten en alcoholgebruik.

‘We moeten op zoek naar vrijetijdsbestedingen die niets met bierdrinken te maken hebben en die jongeren toch aantrekkelijk vinden’, concludeert Kremers. ‘Dat wordt een kwestie van lange adem. De alcoholcultuur verander je niet in een generatie, IJsland heeft er ook twintig jaar overgedaan.’ Dat geduld kan niet iedereen opbrengen. ‘Er zijn voorstellen gedaan om alleen nog alcoholvrije borrels te geven op het gemeentehuis. Dat schiet zijn doel voorbij. Zover zijn mensen hier nog niet: als je een borrel geeft, willen ze ook een borrel. Deze pilot gaat niet over het droogleggen van de Kempen. Wij willen stapje voor stapje en klimaat creëren waarin jongeren niet bij elke vrijetijdsactiviteit met drank worden geconfronteerd.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie