Vinger aan de pols bij vorderingen niet altijd mogelijk
Grote gemeenten zijn actief bezig om ervoor te zorgen dat bijstandsvorderingen niet verjaren, leert navraag door Binnenlands Bestuur naar aanleiding van een recente uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB). Desondanks lukt het niet altijd om verjaring te stuiten, of is er niet in alle gevallen helder zicht op (dreigende) verjaringen.
Grote gemeenten zijn actief bezig om ervoor te zorgen dat bijstandsvorderingen niet verjaren, leert navraag door Binnenlands Bestuur naar aanleiding van een recente uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB). Desondanks lukt het niet altijd om verjaring te stuiten, of is er niet in alle gevallen helder zicht op (dreigende) verjaringen.
Stoïcijnse reactie
De CRvB oordeelde vorige week dat de gemeente Rotterdam een som van 35.000 euro niet meer kon terugvorderen van een bijstandsontvanger. De vordering was verjaard, en de verjaring was – tegen de bewering van de gemeente in – niet op tijd op de juiste manier gestuit. Hoewel vanuit Divosa, Stimulansz, en het VNG Kenniscentrum Handhaving en Naleving stoïcijns werd gereageerd op de vraag welke gevolgen de uitspraak heeft voor de berg van uitstaande bijstandsvorderingen bij gemeenten, geeft de uitspraak genoeg stof om eens navraag te doen bij de grootste vier gemeenten.
87 verjaringen in 2018
De gemeente Utrecht laat weten dat er jaarlijks wordt gecontroleerd op verjaring bij de uitstaande bijstandsvorderingen, in totaal zo’n 28 miljoen euro. Dat gebeurt met behulp van een overzicht van vorderingen van de vorderingen waarop niet afgelost wordt of kan worden. Een woordvoerder van wethouder Linda Voortman (werk en inkomen, GroenLinks) meldt dat er met regelmaat gecontroleerd wordt of er inmiddels mogelijkheden tot aflossing zijn bij schuldenaars. Op de vraag hoe het stuiten van verjaring precies in z’n werk gaat, laat zij weten dat de gemeente dit per schriftelijke aanmaning of mededeling aan de schuldenaar doet. Desondanks gebeurde het in 2018 zo’n 87 keer dat dat een vordering door verjaring ‘buiten invordering gesteld’ werd. Dat kwam doordat schuldenaars langer dan vijf jaar onvindbaar waren omdat zij niet bij een gemeente zijn ingeschreven en geen geregistreerde inkomsten hebben.
Jaarlijks 20.000 hercontroles
De gemeente Amsterdam laat desgevraagd weten dat er op 1 april 28.000 vorderingen openstonden ter waarde van 91 miljoen euro. Amsterdams controleert jaarlijks om en nabij 20.000 vorderingen. Daarbij wordt ook gelet op eventuele verjaring. Specifieke aantallen van dreigende verjaringen kon de gemeente niet geven. ‘Er zijn geen registraties waaruit is op te maken hoe vaak het is voorgekomen dat een bijstandsvordering is verjaard omdat deze niet tijdig of onjuist is gestuit’, laat de woordvoerder daarnaast weten. Om eventuele verjaring te stuiten, schrijft de gemeente Amsterdam schuldenaars aan met een mededeling over de vordering of vorderingen en een overzicht van de ontstaansgeschiedenis van die vordering(en). Daarin laat de gemeente weten dat zij nog altijd voornemens is de schuld in te vorderen.
Twee procedures
De gemeente Den Haag kon nog geen antwoord geven op de vragen van Binnenlands Bestuur. ‘Wij zijn momenteel bezig dit te inventariseren, maar dat zal nog een paar weken in beslag nemen’, aldus een woordvoerder van wethouder Bert van Alphen (sociale zaken, GroenLinks). De gemeente Rotterdam geeft bij monde van de woordvoerder van wethouder Richard Moti (werk en inkomen, PvdA) aan dat de gemeente twee verschillende stuitingsprocedures aanhoudt, afhankelijk van de periode waarin de vordering is ontstaan. Bij het stuiten van vorderingen die dateren van vóór juli 2009 wordt het Burgerlijk Wetboek aangehouden. In die gevallen stuurt de gemeente een schuldenaar een brief waarin hij of zij wordt geïnformeerd over de openstaande vordering en wordt gevraagd naar vermogen af te lossen. Bij latere vorderingen geldt de Algemene wet bestuursrecht. In dat geval kan de gemeente ook aanmaningen en dwangbevelen sturen. Sinds vorig jaar stuurt Rotterdam inwoners jaarlijks een schuldenoverzicht met alle vorderingen door de afdeling werk en inkomen. Hoewel dat volgens de woordvoerder vooral uit het oogpunt van dienstverlening wordt gedaan, helpt dat volgens haar ook de risico’s op verjaring te beperken. Hoeveel vorderingen van de uitstaande 141 miljoen euro mogelijk zijn verjaard, kon de woordvoerder nog niet zeggen. ‘Naar aanleiding van de uitspraak zijn we dat nu aan het bekijken.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.