Kabinet versoepelt termijn inburgering

Het kabinet wil dat nieuwkomers meer tijd krijgen om in te burgeren als de omstandigheden daarom vragen. Een wijziging van de Regeling inburgering 2021 (Ri2021) ligt daarvoor ter consultatie. Aanleiding voor de wijzigingen zijn signalen van gemeenten en DUO dat het inburgeraars om verschillende redenen niet lukt om binnen de wettelijke termijn van 3 jaar te slagen voor het inburgeringsexamen. Bijvoorbeeld door een gebrek aan kinderopvangplaatsen.

Kinderopvang

Medio 2022 trok de VNG al aan de bel over het feit dat een gebrek aan kinderopvang de voortgang van de inburgering belemmert. Gemeenten zijn niet verplicht om kinderopvang te regelen, maar het is wel een belangrijke randvoorwaarde voor veel nieuwkomers met kinderen. Zonder opvang lukt het ze niet om naar taallessen te gaan. Vooral vrouwelijke inburgeraars blijven daardoor thuis. Meerdere rapporten hebben die signalen bevestigd.

Werk

Uit die rapporten bleek ook dat asielzoekers de combinatie van het inburgeringstraject en werk lastig vinden. Onder de Ri2021 is ingezet op het vergroten van het aantal ‘duale trajecten’, waarbij inburgeraars hun inburgering zouden combineren met werk, participatie, of een opleiding. In de praktijk werkt dit eigenlijk niet goed. Werkgevers nemen niet snel iemand aan die nog helemaal aan het begin van zijn of haar inburgering staat. Voor inburgeraars die veel werken is er ook sprake van flinke tijdsdruk.

Zeven wijzigingen

Het kabinet geeft gehoor aan de signalen van gemeenten en komt daarom nu met zeven wijzigingen aan de Ri2021. Zo wil ze verlenging mogelijk maken voor inburgeraars die ten minste 32 uur per week werken gedurende minimaal zes aaneengesloten maanden tijdens de inburgeringstermijn. Daarnaast komt er een verlengingsgrond voor inburgeraars die vanwege het gebrek aan kinderopvang niet kunnen starten met de inburgering. Daarnaast worden er een aantal versoepelingen voorgesteld voor inburgeraars die ziek zijn of een kind krijgen.

Vroege start

Ook krijgen statushouders die ervoor kiezen al in het AZC (de zogeheten vroege start) te beginnen met inburgeren een verlenging. ‘In een azc zijn de voorzieningen en omstandigheden voor inburgering minder gunstig dan bij huisvesting in een gemeente. Dat kan ertoe leiden dat de statushouders meer tijd nodig voor hun inburgering.’ Het ministerie van Justitie en Veiligheid hoopt met deze wijziging van de regeling gemeenten te stimuleren met de vroege start, een van de ambities uit de Wet Inburgering 2021, aan de slag te gaan.