Advertentie
sociaal / Nieuws

Onenigheid over conclusies uit bijstandsexperiment

PvdA-raadslid Fouad Kaboutti vindt dat het college op een 'platte, cijfermatige manier' naar de proef kijkt. 'Je moet niet alleen door een financiële bril kijken, het gaat hier om mensen.'

24 april 2020
den-bosch-s-hertogenbosch-station.jpg

Bijverdienen in de bijstand stimuleert mensen nauwelijks om meer te werken en leidt ook niet tot een grotere uitstroom uit de bijstand. Dat concludeert het college van 's-Hertogenbosch op basis van tussentijdse uitkomsten van een lopend 'experiment'. Maar oppositiepartijen PvdA en SP trekken andere conclusies: 'Je moet niet alleen door een financiële bril kijken, het gaat hier om mensen.'

Groot woord
PvdA-raadslid Fouad Kaboutti, die destijds het initiatief nam voor het project, vindt zelfs het woord 'experiment' niet passend. 'Experiment is wel een groot woord, omdat we eigenlijk gewoon ruimte gebruiken die de Participatiewet ons biedt.' In 2018 vroeg de gemeenteraad het college om in 2019 en 2020 een stimuleringspremie in te zetten voor bijstandsontvangers die in deeltijd werken. Bijstandsgerechtigden krijgen twee jaar lang een stimuleringspremie van 50 procent van de inkomsten uit deeltijdwerk, met een maximum van 200 euro per maand.

Niet behaald
Het college voerde die wens uit en koppelde daar de doelstelling aan dat de inzet van de premie moest leiden tot 10 procent meer bijstandsontvangers die inkomsten uit deeltijd hebben. Op basis van de resultaten in de eerste negen maanden van 2019 is die doelstelling niet behaald, meldt het college. Er zijn niet meer bijstandsgerechtigden in deeltijd gaan werken. Wel zijn werkende bijstandsontvangers iets meer uren gaan werken, waardoor de gemiddelde inkomsten per persoon 'heel licht' zijn toegenomen. Er zijn niet meer bijstandsgerechtigden uitgestroomd naar werk.

Waardering
De gemeente heeft de ontvangers van de premie ook gevraagd naar hun ervaringen. De meeste bleken bekend te zijn met de stimuleringspremie, maar veel van hen wisten niet waarom ze extra geld kregen. Wel gaven ze aan blij te zijn met het geld. Ze vonden de premie een welkom extraatje en een waardering voor het feit dat zij deeltijd werken. Ze hebben er bijvoorbeeld rekeningen mee betaald, een deel van hun schulden afgelost of een nieuw huishoudelijk apparaat van gekocht. Ook bleek dat voor veel premie-ontvangers parttime werk het maximaal haalbare was vanwege hun gezondheidssituatie.

Uitvoeringskosten
'Ik heb sterk de indruk dat er met terughoudendheid is gecommuniceerd over de premie. Terwijl we daar vooraf op hebben gehamerd: je moet mensen actief benaderen', zegt PvdA-raadslid Fouad Kaboutti. Zijn SP-collega Ans Lokhoff sluit zich daarbij aan: 'De kosten voor uitvoering van de stimuleringsregeling en projectleiding  van het experiment zijn fors. Als ik dan lees dat de cliënten niet weten waarom zijn dat extra geld ontvangen, vraag ik mij af welke kosten er zijn gemaakt.' Uit de raadsinformatiebrief over de premie blijkt dat er 126.000 euro aan uitvoeringskosten met het project gemoeid zijn, ongeveer 15 procent van de totale kosten.

Plat
Kaboutti begrijpt dat de proef wordt beoordeeld op de afgesproken doelstellingen, maar vindt wel dat het college er op een 'platte, cijfermatige manier' naar kijkt. 'Je moet niet alleen door een financiële bril kijken, het gaat hier om mensen.' Ook Lokhoff kijkt verder: ‘Het uitgangspunt van het college is om te besparen op het BUIG-budget. Het uitgangspunt van de SP is: cliënten krijgen gelegenheid om hun bijstandsuitkering iets te vergroten en voelen de waardering dat zij werken.' Gezien de antwoorden op de vragen die de gemeente aan de ontvangers stelde, concludeert ze: 'Het uitgangspunt van de SP is dus behaald.'

Levensvreugde
Hoewel het college schrijft dat het 'niet naar voren is gekomen dat de stimuleringspremie ervoor heeft gezorgd dat cliënten zich gelukkiger voelen of dat hun welzijn in brede zin is toegenomen', betwijfelt Kaboutti dat. 'Als je schulden kan aflossen of die koelkast kan kopen die al tijden aan vervanging toe was, kan dat wel degelijk aan je levensvreugde bijdragen. Daar wordt in de beoordeling helemaal overheen gestapt. Terwijl het mes aan twee, misschien wel drie kanten snijdt: je hebt meer inkomsten, je bent onder de mensen, je dopt je eigen boontjes. Dat geeft zoveel voldoening.'

Groningen
De verschillen met een recente pilot in Groningen, die wél als een succes werd beschouwd, zijn opvallend. Tussen januari 2017 en maart 2019 mochten een kleine honderd Groningse bijstandsgerechtigden een aantal maanden werken met behoud van uitkering. Het resultaat: 41 procent kon na afloop volledig uit de bijstand uitstromen. Nog eens twaalf procent kreeg een parttime contract en stroomde dus gedeeltelijk uit.

Ziekte
Een noemenswaardig verschil is dat de premie bij de Groningse bijstandsontvangers selectief werd ingezet: voor mensen met een middelgrote afstand tot de arbeidsmarkt, die daadwerkelijk binnen korte tijd aan de slag konden. Dat geldt voor meer dan de helft van de bijstandsgerechtigden niet, schatte Groningse wethouder Carine Bloemhoff in. Die selectie is in Den Bosch niet gemaakt: veel mensen gaven immers aan dat ze vanwege hun gezondheid niet meer kunnen werken dan ze al doen. Uit CBS cijfers bleek onlangs dat 33 procent van de bijstandsontvangers ziekte of arbeidsongeschiktheid als reden noemt om niet aan het werk te kunnen. Van de mensen die al vijf jaar of langer een bijstandsuitkering ontvangen, is dat zelfs 47 procent.

Maximaal
Kaboutti wil daar nog wel een debat over voeren: 'Ik vind zelf dat op het moment dat iemand werkt, dat die dat op de een of andere manier ook terug moet kunnen zien. Voor een aantal mensen is dit het maximaal haalbare. Als iemand zich maximaal inzet, veroordeel je die dan tot de bijstand?' Kaboutti hoopt dat er langzamerhand een principiële discussie over dat soort vragen kan ontstaan.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie