Advertentie
sociaal / Achtergrond

Vangnetters tussen wal en schip

Gemeenten zijn sinds een jaar verantwoordelijk voor de re-integratie van mensen die onder de Participatiewet vallen en ziek worden. Maar het beleid staat nog in de kinderschoenen, als het er al is. ‘Het gaat om een kwetsbare groep, waar het risico op ziekte groter is dan gemiddeld.’

22 december 2017

Gemeenten traag met re-integratie

Gemeenten zijn sinds 1 juli 2016 verantwoordelijk voor re-integratie van mensen uit de doelgroep Participatiewet die met loonkostensubsidie werken. Dit geldt ook als ze ‘ziek uit dienst’ gaan.

Het UWV geeft ze dan een Ziektewetuitkering, maar de re-integratietaak ligt bij gemeenten. Het UWV licht gemeenten sinds 1 januari 2017 via het Inlichtingenbureau in over een ziektemelding. Maar gemeenten lijken er nog weinig prioriteit aan te geven, omdat ze het signaal niet kennen of dat niet bij de juiste personen belandt. Daarbij is de urgentie (nog) niet heel groot, want het gaat om een kleine groep: in het eerste half jaar van 2017 waren er landelijk 37 door het UWV ‘overgedragen klanten’. Maar die aantallen zullen de komende jaren alleen maar toenemen.

Gemeenten moeten een dossier van elke zieke vangnetter bijhouden, een probleemanalyse maken, een plan van aanpak opstellen (en dat periodiek bijstellen) en een re-integratieverslag maken als de grens van twee jaar ziekte in zicht is. Dit is allemaal vastgelegd in de Regeling procesgang vangnetters gemeentelijke doelgroep Participatiewet. Maar over het oppakken van dit proces leven binnen het UWV zorgen.

Afgelopen voorjaar gaven UWV en Inlichtingenbureau aan gemeenteambtenaren presentaties over het proces in verschillende (middel)grote gemeenten: Amsterdam, Zwolle, Utrecht, Eindhoven, Arnhem en Dordrecht. Nu geeft het UWV de meldingen al een jaar door, maar zijn er signalen dat lang niet alle gemeenten het proces voldoende oppakken. Het UWV heeft een projectleider die ‘ketenprocessen in kaart te brengt’ binnen dit project, maar dat heeft geen verband met het al dan niet voldoende oppakken door gemeenten van hun taak, aldus een woordvoerder. Het is ook geen UWV-taak om gemeenten hierbij te helpen.

Nogal bewerkelijk
Het lastige voor gemeenten is dat het geen generiek proces is en daardoor nogal bewerkelijk, zegt een betrokkene dicht bij het proces. De ene gemeente belegt het op de eigen P&O-afdeling, een andere koopt in. Weer andere gemeenten hebben zelfs nog geen beleid, want die hebben nog geen mensen die zich aandienen.

Het is ook een diffuse manier van handelen: het UWV doet de ziektewetuitbetaling, maar een gemeente krijg weer niet het re-integratiedossier van het UWV. De gemeente dient het re-integratieverslag bij de werkgever van de zieke werknemer of bij de werknemer zelf op te vragen. De werknemer kan toestemming geven om het dossier op te vragen bij de werkgever, maar alleen een arts kan dat (deels medische) dossier inzien. Het bewustzijn om het proces op te pakken lijkt bij gemeenten wel langzaam in te dalen, maar die processen zijn dus niet eenduidig. Het is voorstelbaar dat gemeenten nog onwennig zijn in deze nieuwe rol.

Hoe ziet het proces er dan idealiter uit? Eerst meldt een werkgever de werknemer ‘ziek uit dienst’ bij het UWV en vraagt een Ziektewetuitkering aan of geeft de wijziging door als het UWV al een uitkering betaalt (zoals bij een no-riskpolis). De andere optie is dat de werknemer zichzelf ziek uit dienst meldt bij het UWV en een Ziektewetuitkering aanvraagt. Daarna raadpleegt het UWV het Digitaal Klantendossier (DKD) of een gemeente loonkostensubsidie heeft betaald.

Als dat zo is, stuurt het UWV via het Inlichtingenbureau een melding aan deze gemeente. Na het ontvangen van de melding belegt de gemeente de re-integratietaak binnen de organisatie. Het UWV stuurt de ex-werknemer een brief dat de gemeente de re-integratie uitvoert. Als de ex-werknemer zich weer beter meldt, geeft het UWV dat via het Inlichtingenbureau weer door aan de gemeente op basis van het DKD.

Zonde
Het is dan wel zaak dat gemeenten dat klantendossier goed bijhouden. Als het UWV niet weet of er loonkostensubsidie is verstrekt, komt de werknemer toch onder de hoede van het UWV. ‘Dat is zonde, want het instrumentarium van gemeenten is veel beter toegesneden dan dat van UWV en we willen overdrachtssituaties voorkomen’, schrijft Pieter Veefkind, business consultant Participatiewet UWV in een artikel op Samen voor de klant. Het lijkt dus voordelig voor gemeenten om het maar aan het UWV over te laten, maar dat is niet in het belang van de burger, want die komt niet meer terug bij de gemeente. Het UWV kan geen loonkostensubsidie toekennen en dus de burger niet goed aan werk helpen.

Het idee van de Participatiewet is ook om als gemeente baas te zijn over je eigen burgers. Veefkind wijst erop dat de meeste gemeenten al iets hebben bedacht voor mensen die uitvallen wegens ziekte. Maar gemeenten dienen dan te checken of het proces in overeenstemming is met de Wet verbetering Poortwachter (de regeling procesgang eerste en tweede ziektejaar). ‘Het is zelden nodig om de hele manier van werken om te gooien. Vaak volstaan kleine aanpassingen en beter toegesneden documentatie’, schrijft hij.

Belangrijk is dat gemeenten tijdens het proces twee keer een bedrijfsarts moeten inschakelen: voor het maken van de probleemanalyse na zes weken verzuim en voor het ‘actueel oordeel’ aan het einde van de twee jaar. Gemeenten hebben die vaak niet in dienst, dus die moet worden ingehuurd.

De gemeente Utrecht heeft voor haar re-integratietaak in overleg met de G4 en het UWV afspraken gemaakt, waarnaar de werkwijze is aangepast. Het aantal mensen dat met loonkostensubsidie werkt fluctueert, deels door de tijdelijke contracten die werkgevers bieden. ‘Er zijn tot nu toe geen meldingen binnengekomen van personen die ziek uit dienst zijn gegaan’, aldus een woordvoerder. Grootste knelpunt voor de gemeente is de regeling zelf en met name de ervoor opgetuigde bureaucratie. ‘Er zijn meerdere partijen betrokken met ieder hun eigen verantwoordelijkheid en verplichting. De gemeente verstrekt loonkostensubsidie, het UWV doet uitbetaling bij ziekte en de werkgever moet bij twee partijen een ziekmelding doen: bij de gemeente voor het stopzetten van de loonkostensubsidie en bij het UWV voor de no-risk polis.’

Daarbij moet in het poortwachterstraject de werkgever de eerste stappen zetten als een werknemer ziek wordt. Pas als de werknemer ziek uit dienst gaat, komt de gemeente in beeld. ‘En de werkgever mag informatie over de stappen die tijdens het poortwachterstraject zijn doorlopen niet zomaar overdragen aan de gemeente.’

Mooie doorplaatsingen
Ook in de Drechtsteden is de re-integratieverplichting bekend. Het gaat daar om 34 inwoners die ooit loonkostensubsidie ontvangen en ziek uit dienst zijn gegaan of tijdens de WW-periode ziek geworden. ‘Deze worden benaderd en waar nodig wordt re-integratiebegeleiding ingezet’, zegt een woordvoerder van de Sociale Dienst Drechtsteden (SDD). Er wordt ruim gebruik gemaakt van de mogelijkheid om kandidaten met loonkostensubsidie werk te bieden. De SDD wil meer werken aan doorplaatsing van inwoners die door loonkostensubsidie aan het werk zijn. ‘We willen vermijden dat deze inwoners überhaupt in de WW komen. In 2017 heeft dit voor veel kandidaten al geleid tot mooie doorplaatsingen op passende functies.’

Brancheorganisatie Cedris heeft weinig zicht op de uitvoering van dit deel van de Participatiewet door gemeenten. ‘Het gaat wel om een kwetsbare groep, waar het risico op ziekte groter is dan gemiddeld’, zegt woordvoerder Bert Doek. Ook bij Divosa is er weinig over bekend, maar wel dat de informatieoverdracht tussen UWV en gemeenten over deze groep nog niet vlekkeloos verloopt en op orde moet worden gebracht. ‘Daar moet meer aandacht voor komen bij gemeenten’, aldus woordvoerder Jos Stuart. Dat het om een kleine groep gaat, mag geen excuus zijn. ‘Ook die verdient een goede regeling.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie